De in 1922 in dienst gestelde lichte-kruiser Nagara was de naamgever van de Nagara-klasse Lichte-kruisers. Het schip werd in 1936 gemoderniseerd en de bewapening werd tijdens de Tweede Wereldoorlog enige keren aangepast. Voor de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet bij China en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Zuidelijke Pacific. Op 7 augustus 1944 werd de Nagara tot zinken gebracht door de Amerikaanse onderzeeër USS Croaker (SS-246)
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Sasebo kaigun koso (Sasebo Marine Arsenaal) Nagasaki |
9 september 1920 |
25 april 1921 |
21 april 1922 |
7 augustus 1944 (getorpedeerd) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
14 augustus 1937 |
Japanse 8e Kruiser
Divisie |
|||
10 september 1941 |
Japanse 16e Kruiser
Divisie |
|||
novemb er 1941 |
Vlaggenschip, 4e
Verrassing Aanvals Eenheid |
|||
augustus 1942 |
Vlaggenschip,
Japanse 10e Torpedobootjager Eskader |
De kiel voor de Nagara-klasse (1921) kruiser Nagara werd op 9 september 1920 gelegd aan de werf van het Sasebo Marine Arsenaal te Sasebo, Nagasaki. Op 25 april 1921 werd het schip te water gelaten en op 21 april 1922 afgeleverd. De Nagara was besteld onder het FY 1917 bouwprogramma, evenals haar zusterschepen Isuzu (1922) en Natori (1923). De Nagara was de naamgever van een klasse van zes schepen. Het schip werd vernoemd naar de ricier de Nagara in Chubu op Honshu. Met een lengte van 162,2 meter en een standaard waterverplaatsing van 5.570 lt kon het schip met haar aandrijving van 90.000 pk een snelheid genereren van 32 knopen (59,26 km/u). De standaard bewapening bestond uit een hoofdbewapening van 7x1 14 cm/50 3e Jaar type marine geschut en een secundaire bewapening van 2x1 8 cm/40 3e jaar Type marine geschut. Dit werd aangevuld met twee batterijen van elk vier 610 mm torpedolanceerbuizen voor twaalf type 91 torpedo's. Onder de brug was een hanger gesitueerd en boven het No. 2 geschut was een vliegtuigplatform opgezet.[1]
Na haar in dienststelling werd het schip ingedeeld bij de marinebasis te Port Arthur en werd het ingezet langs de Chinese kust. In 1933 werd de Nagara aanzienlijk verbouwd. De hoofdmast ontving een nieuw platform met een 4,5 meter lange afstandsmeter. Bij de brug werden waarnemingsplatforms gebouwd en het vliegtuigplatform werd verwijderd. Tevens ontving de Nagara boven haar achterste geschut een katapult ter vervanging van het vliegtuigplatform op het voorschip en een viervoudige 13,2 mm / 76 kaliber machinegeweer. Het schip kreeg een nieuw zoeklicht en een grotere marconistenruimte.[2]
Bij het uitbreken van de Tweede Chinees-Japanse oorlog werd de Nagara onder andere ingezet tijdens de slag om Shanghai ter bescherming van de Japanse transportschepen. Ten tijde van de Japanse inval in Indochina nam de Nagara deel aan de invasievloot tussen 30 januari 1941 en 8 april 1941. Van 10 juni tot 9 september 1941 werd het schip weer ingezet bij China.
Tussen december 1941 en februari 1942 werd de Nagara ingezet ter bescherming van de landingsoperaties op en rond de Filippijnen en Celebes. Op 25 januari 1942 raakte het schip licht beschadigd door een aanvaring met de Hatsuharu (Dai-59). Vervolgens begeleidde de Nagara de landingsoperaties in Nederlands-Indië. Op 24 februari 1942 probeerde de Britse onderzeeboot HMS Truant (N68) de Nagara te torpederen maar de twee torpedo's die de Nagara raakten bleken blindgangers te zijn. Vanaf 29 maart 1942 maakte het schip deel uit van de invasievloot voor Christmas Island. In april 1942 ontving de Nagara twee dubbelloops 13,2 mm machinegeweren voor luchtafweer waarna het op 10 april 1942 vlaggenschip werd voor het 10e Torpedobootjagerflottielje. In deze hoedanigheid escorteerde de Nagara de vloot ten behoeve van de invasie van Midway. Toen tijdens de slag om Midway de Akagi (1927) op 4 juni 1942 zwaar werd beschadigd, stapte Gensui-kaigun-taisho (Admiraal) Chuichi Nagumo over op de Nagara. Na de slag om Midway was de Nagara betrokken bij de strijd om Guadalcanal. Het schip escorteerde vliegdekschepen bij de slag bij de Oostelijke Salomonseilanden en de slag bij Santa Cruz in oktober 1942. Tijdens de zeeslag bij Guadalcanal op 13 november werd het schip licht beschadigd door gericht vuur van de USS San Francisco (CA-38).[3]
Vanaf februari 1943 was de Nagara vanuit Truk ingedeeld bij de evacuatievloot voor de Japanse militairen op Guadalcanal. Op 15 juli 1943 werd het schip beschadigd door een mijn die was gelegd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Silversides (SS-236). Tussen augustus en oktober 1943 ging het schip te Maizuru in onderhoud en werd een Type 21 radar en vier stuks 25 mm L/60 Type 96 dubbelloops geschut geïnstalleerd. Op 4 december 1943 werd het schip nabij Kwajelein door een aanval van Amerikaanse bommenwerpers beschadigd Na noodreparaties te Truk vertrok de Nagara naar Japan voor nadere reparaties.[4]
Bij onderhoud in januari 1944, werden twee stuks 140 mm geschut verwijderd en vervangen door een enkel 12,7 cm L/40 Type 89 geschut. De dubbele torpedolanceerinstallaties werden verwijderd en vervangen door twee viervoudige torpedolanceerinstallaties. De katapult werd verwijderd en hiervoor in de plaats werden twee drievoudige 25 mm L/60 Type 96 geschutinstallaties geplaatst. Tevens ontving de Nagara dieptebommenwerpers. In juli 1944 werd het luchtafweer van de Nagara uitgebreid met tien stuks enkelvoudige 25 mm L/60 Type 96 luchtafweergeschut en werd een Type 22 oppervlakteradar geplaatst. Op 7 augustus 1944 werd de Nagara ten zuiden van Nagasaki tot zinken gebracht met een torpedo door de USS Croaker (SS-246)[5][6]
Naam: | Nagara (1922) |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Sasebo kaigun koso (Sasebo
Marine Arsenaal), Nagasaki |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Lichte-kruiser / Nagara-klasse (1921) |
Waterverplaatsing: |
5.170 t (standaard) 5.570 t (normaal) |
Lengte: |
162,15 meter |
Breedte: |
14,17 meter |
Diepgang: |
4,85 meter |
Aandrijving: |
12x Kampon stoomketels 4x Parsons turbines 90.000 Pk (66.195 kW) 4 schachten |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/h) |
Bereik: |
9.300 km bij 36 knopen (67 km/h) |
Bewapening: |
eind 1922: 7x1 Sk 140 mm L/50 Typ 3 geschut 2x1 80 mm L/40 Typ 11 geschut 2x1 6,5 mm Typ 3 machinegeweren 4x2 610 mm torpedolanceerbuizen tot 48 zeemijnen vanaf juli 1944: 5x1 Sk 140 mm L/50 Typ 3 geschut 1x2 127 mm L/40 Typ 89 geschut 2x3 25 mm L/60 Typ 96 luchtafweergeschut 6x2 25 mm L/60 Typ 96 luchtafweergeschut 14x1 25 mm L/60 Typ 96 luchtafweergeschut 2x4 610 mm torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
450 |
Kaigun Daisa Takijiro Kuroda
(Kapitein-ter-Zee) |
15 juni 1921 |
Kaigun Daisa Kensuke Fujii (Kapitein-ter-Zee) | 10 november 1922 |
Kaigun Daisa Minokichi Sato (Kapitein-ter-Zee) | 1 november 1923 |
Kaigun Daisa Teikichi Hori (Kapitein-ter-Zee) | 1 november 1924 |
Kaigun Daisa Junzo Yoshitake (Kapitein-ter-Zee) | 24 oktober 1925 |
Kaigun Daisa Kyosuke Yanagisawa (Kapitein-ter-Zee) | 1 juli 1926 |
Kaigun Daisa Jiro Ban (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1927 |
Kaigun Daisa Tatsuo Sagara (Kapitein-ter-Zee) | 21 december 1927 |
Kaigun Daisa Ichiro Sato (Kapitein-ter-Zee) | 10 december 1927 |
Kaigun Daisa Seizaburo Mitsui (Kapitein-ter-Zee) | 1 mei 1929 |
Kaigun Daisa Sonosuke Kobayashi (Kapitein-ter-Zee) | 30 november 1929 |
Kaigun Daisa Kanae Waki (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1930 |
Kaigun Daisa Saburo Taniike (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1931 |
Kaigun Daisa Tokushiro Watanabe (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1932 |
Kaigun Daisa Tekeo Takagi (Kapitein-ter-Zee) | 15 november 1933 |
Kaigun Daisa Jiro Matsunaga (Kapitein-ter-Zee) | 15 november 1934 |
Kaigun Daisa Sadamichi Kajioka (Kapitein-ter-Zee) | 15 november 1935 |
Kaigun Daisa Mitsuharu Matsuyama (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1936 |
Kaigun Daisa Hachiro Nakao (Kapitein-ter-Zee) | 20 februari 1937 |
Kaigun Daisa Torao Sawada (Kapitein-ter-Zee) | 10 november 1937 |
Kaigun Daisa Shinichi Ichise (Kapitein-ter-Zee) | 15 juli 1938 |
Kaigun Daisa Heitaro Edo (Kapitein-ter-Zee) | 15 december 1938 |
Kaigun Daisa Hideo Yano (Kapitein-ter-Zee) | 1 juli 1939 |
Kaigun Daisa Takaharu Nakazato (Kapitein-ter-Zee) | 1 september 1939 |
Kaigun Daisa Akira Sone (Kapitein-ter-Zee) | 1 november 1940 |
Kaigun Daisa Toshio Naoi (Kapitein-ter-Zee) | 10 september 1941 |
Kaigun Daisa Yoshioki Tawara (Kapitein-ter-Zee) | 10 juli 1942 |
Dai-sa Katsukiyo Shinoda (Kapitein-ter-Zee) | 17 december 1942 |
Kaigun Daisa Masayuki Kitamura (Kapitein-ter-Zee) | 16 augustus 1943 |
Kaigun Daisa Shinichi Kondo (Kapitein-ter-Zee) | 7 april 1944 |
Kaigun Daisa Giichiro Nakahara (Kapitein-ter-Zee) | 8 mei 1944 - 7 augustus 1944
(omgekomen) |