Titel: | De bende van Oldekerk - De verzwegen viervoudige moord door de Sicherheitsdienst op 6 oktober 1944 |
Schrijver: | Jonker, geert |
Uitgever: | Uitgeverij Kleine Uil |
Uitgebracht: | 2020 |
Pagina's: | 231 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789493170254 |
Omschrijving: |
Oldekerk was voor en tijdens de bezetting een kleine maar wel zelfstandige gemeente in het Groningse Zuidelijk Westerkwartier. Op 6 oktober 1944 werden in Faan, gemeente Oldekerk, vier mannen rücksichtslos vermoord door medewerkers van de Sicherheitsdienst van het Groningse Scholtenhuis, het toenmalige hoofdkwartier van de SD. Waarom werden deze mannen doodgeschoten? Door wie? Wat is er precies gebeurd op de avond van die moord? Waarom werden de daders niet bestraft? Waarom werd er na de oorlog zo ongeveer door iedereen gezwegen over deze ingrijpende gebeurtenis? Dat zijn de vragen waarop onderzoeker Geert Jonker een antwoord zoekt in zijn boek ‘De bende van Oldekerk’. Drie van de vier vermoorde mannen hadden voor de Duitsers gewerkt. Piet de Wijer en Reinier de Jong hadden bij de Landstorm gediend en Jochem Schriemer was actief geweest bij de Landwacht. Alle drie waren gedeserteerd en vanaf medio 1944 ondergedoken bij Jan Schriemer, vader van Jochem en de overgrootvader van Geert Jonker. Vanaf augustus 1944 tot begin oktober maakten Piet, Reinier en Jochem de omgeving onveilig door zich als landwachters voor te doen om op die manier boeren en middenstanders te overvallen en te beroven. Dat deden zij vooral omdat zij weinig tot niets te eten hadden, maar de behoefte aan spanning en een zekere mate van hebzucht speelden waarschijnlijk een net zo grote rol. Bij een overval werd één van de drie herkend en aangegeven bij de Sipo/SD van het Scholtenhuis. Er werd een groepje SD’ers, ondersteund door de plaatselijke Landwacht, naar het onderduikadres gestuurd. Daar ontstond een vuurgevecht waarbij Jan Schriemer, de vader van Jochem, dodelijk werd getroffen. De drie jongens hadden eenvoudige wapens en weinig munitie waardoor ze niet lang stand hielden Ze werden opgepakt, oppervlakkig verhoord en ter plekke geëxecuteerd door middel van een nekschot. Het moordcommando ging onmiddellijk terug naar Groningen. De plaatselijke politie en landwacht moesten de zaak verder afhandelen. De lichamen werden begraven op het voor armen gereserveerde gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats. Daarmee is het verhaal niet afgelopen, want Jonker besteedt uitgebreid aandacht aan de toch wel onverkwikkelijke rol die het gemeentebestuur speelde bij de naoorlogse nasleep van de viervoudige moord. Jonker vertelt dit verhaal uitgebreid, maar verliest zich niet in allerlei overbodige details. Hij gaat zeer terecht voorbij de grenzen van het oppervlakkige verhaal over de moorden. Hij schetst namelijk een goed beeld van zowel de betrokken personen als de plaatselijke gemeenschap voor, tijdens en ná de bezetting. Hij staat ook stil bij de rol van de Sipo/SD, de invloed van de vier moorden op de gemeenschap en ook de nasleep van de moordpartij komt uitgebreid aan bod. Van alle betrokkenen presenteert hij uitgebreide portretten. Het boek van Jonkers heeft niet de diepgang van een surfplank. Integendeel, hij graaft tien spaden diep en dat maakt het boek interessant en zorgt ook voor een duidelijke meerwaarde. Dat Jonker de chronologie loslaat en af en toe in herhalingen valt, heb ik niet als hinderlijk ervaren. Sterker, het is een logisch gevolg van het feit dat hij de gebeurtenissen beschrijft aan de hand van de rol die de verschillende betrokkenen speelden. Dat doet hij goeddeels op basis van hun getuigenverklaringen. Herhaling is dan min of meer onvermijdelijk. Jonker heeft dit boek niet uit de losse pols geschreven en zich niet beperkt tot de overlevering. Zeker, hij heeft nabestaanden en streekgenoten gesproken en hun ervaringen, meningen en verhalen verwerkt. Tegelijkertijd heeft hij uitgebreid en grondig literatuur- en archiefonderzoek gedaan, zowel bij de plaatselijke archieven als bij het Nationaal Archief in Den Haag. Het resultaat is een grondige studie naar een voorval dat goeddeels verdwenen was in het grote vergeetboek of hooguit een voetnoot was in de lokale geschiedenis van Groningen tijdens de bezetting. Het is de verdienste van Jonker dat hij die voetnoot heeft opgekrikt naar een hoofdstuk in de geschiedenis van collaboratie en verzet in Nederland. In zijn Inleiding schrijft Jonker dat zijn boek bestemd is ‘voor de afstammelingen van de betrokkenen en voor de inwoners van het Zuidelijk Westerkwartier van toen en nu.’ Dat is mooi, maar zo’n bescheiden uitspraak doet geen recht aan de kwaliteiten van dit boek. Het is microgeschiedenis in optima forma, gebaseerd op deugdelijk bronnenonderzoek en goed geschreven. ‘De Bende van Oldekerk’ is boeiende lectuur voor iedereen met belangstelling voor kleine verhalen over de bezetting van Nederland en eigenlijk ook voor degenen die een spannend boek willen lezen. Dat Jonker geen register in zijn boek heeft opgenomen, vind ik wel jammer. Zo wilde ik op voorhand weten of de gewelddadige collaborateur Pier Nobach en de na de oorlog terechtgestelde Pieter Faber een rol in Oldekerk hebben gespeeld. Uiteraard is dat wel te vinden, maar zonder register is dat nodeloos lastig. Het ontbreken van een register neemt niet weg dat Jonker een goed boek heeft geschreven dat een groot lezerspubliek verdient. |
Beoordeling: | Goed |