Stalin had er sinds zijn aantreden als secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie steeds de voorkeur aan gegeven om het merendeel van de defensiebudgetten te besteden aan de landstrijdkrachten. Daardoor schoot de financiering van de Rode Marine ernstig tekort en er waren sinds de Eerste Wereldoorlog in de Sovjet-Unie geen grootschalige projecten meer ondernomen voor het bouwen van grote oorlogsschepen. De Sovjet-Unie had in tegenstelling tot bijvoorbeeld Groot-Brittannië en Frankrijk geen tot de verbeelding sprekende marinetraditie. Zo werd de Russische marine in de Russisch-Japanse Oorlog van 1905 ondanks een numerieke overmacht zo goed als vernietigd. In de jaren dertig stegen echter de internationale spanningen en Stalin zag het belang in van beter uitgeruste maritieme strijdkrachten in de Oostzee en het Verre Oosten. In het Tweede Vijfjarenplan wees Stalin de Rode Marine dan ook extra financiële middelen toe, zodat er kon worden begonnen met de ontwikkeling van een moderne zware kruiser-klasse.
Het ontbrak de Sovjet-Unie echter aan ervaring met het bouwen van grote oorlogsschepen. De ingenieurs die ten tijde van het regime van de tsaar schepen hadden ontworpen waren allemaal gevlucht naar het westen of waren vermoord door de communisten ten tijde van de revolutie en de burgeroorlog. Daarom werd besloten toenadering te zoeken bij het westen. De Sovjet-Unie had op internationaal niveau in het begin van de jaren dertig een uitermate geïsoleerde positie. Met de fascistische Italiaanse regering waren er echter beperkte diplomatieke betrekkingen. Hieruit kwam dan ook het Sovjet-verzoek voort om samen te werken met de Italiaanse firma Ansaldo, die een scheepswerf had in Genua. Ansaldo had voor de Italiaanse marine de kruiser Raimundo Montecuccoli ontwikkeld. In 1933 werden Italiaanse ingenieurs naar de Sovjet-Unie gestuurd om de Sovjets te ondersteunen bij de ontwikkeling van de Kirov-klasse, die veel kenmerken zou overnemen van de Italiaanse kruiser-klasse.
Het voorlopige ontwerp had een waterverplaatsing van 7.200 ton en was bewapend met zes 152mm kanonnen in drie geschutskoepels. Begin 1934 werd het ontwerp goedgekeurd en er werden twee zware kruisers besteld. De schepen zouden gebouwd gaan worden in de Sovjet-Unie, maar wel worden voorzien van Italiaanse onderdelen, voornamelijk de stoomketels en turbines. De bewapening zou van Sovjetmakelij worden. Kort na het begin van de bouw van de Kirov en de Voroshilov verzochten de Sovjets om een zwaardere bewapening te plaatsen op de schepen. In plaats van de 152mm kanonnen moesten 170mm kanonnen worden geplaatst, net zoals op het verouderde slagschip de Krasnaiia Kavkaz. De Rode Marine verzocht om drie kanonnen in een geschutskoepel te plaatsen, terwijl de koepels oorspronkelijk ontworpen waren voor het dragen van twee kanonnen. Dit gaf behoorlijke problemen, maar deze werden uiteindelijk wel opgelost. Het gevolg was wel dat de bemanning van de geschutskoepels een zeer beperkte bewegingsvrijheid zou hebben. De Sovjets waren bepaald niet tevreden met het Italiaanse lichte ontwerp. Het gevolg was dat door eigen verbeteringen de waterverplaatsing van de zware kruisers werd verhoogd tot 7.700 ton.
Voor de bouw van de Kirov-klasse werd een zeer hoogwaardige staallegering gebruikt. Beter dan elke staalsoort die in het westen werd toegepast voor de bouw van schepen. De pantsergordel was echter nergens dikker dan 50mm. Het dek had een bepantsering van 50mm, de geschutstorens een maximale dikte van 75mm en de commandotoren was uitgerust met 100mm dik staal.
De aandrijving van de zware kruisers werd verzorgd door in Italië gefabriceerde stoomketels en turbines. Voor de Voroshilov werd echter een licentie gekocht om de turbines in de Sovjet-Unie zelf te bouwen. Sovjet-ingenieurs verbeterden het ontwerp waardoor de waterverplaatsing van de Voroshilov groter was dan bij de Kirov.
De bewapening bestond dus uit negen 181mm kanonnen, geplaatst in drie koepels. De 181mm kanonnen hadden een maximaal bereik van 37 kilometer. Verder waren er nog zes 100mm kanonnen, bij de Kirov vier tot zes 45mm kanonnen voor de luchtafweer, bij de Voroshilov een tiental 37mm kanonnen en zes tot twaalf 12,7mm machinegeweren. De Kirov-klasse had zes 530mm torpedobuizen tot zijn beschikking en er waren zeemijnen aan boord.
De twee zware kruisers van de Kirov-klasse die werden voltooid waren de Kirov en de Voroshilov. De Sovjets waren echter niet tevreden over de prestaties van de kruisers. De samenwerking met de Italianen werd opgezegd en er werd begonnen met de start van de ontwikkeling van een verbeterde zware kruiser-klasse. Deze klasse werd bekend als de Maksim Gorki-klasse. In feite leek de Maksim-Gorki-klasse zo veel op zijn voorganger dat de vier schepen (Maksim Gorki, Molotov, Kaganovitsj en Kalinin) vaak ten onrechte worden aangeduid als behorend tot de Kirov-klasse.
Technische gegevens bij bouw:
Klasse: | Kirov | |
Aantal in klasse: | 2 | |
Land: | Sovjet-Unie | |
Type: | Zware kruiser | |
Waterverpl.: | standaard: Kirov: 7.756-7.880 ton Voroshilov: 7.845-7.960 ton volledig beladen: Kirov: 9.287-9.436 ton Voroshilov: 9.973-9.950 | |
Afmetingen: | Lengte over alles: 191,4 meter Breedte: 17,70 meter Diepgang: (volledig beladen) 6,1-6,3 meter | |
Aandrijving: | Vermogen: Kirov 113.000 shp Voroshilov 122.500shp Maximum snelheid: 37 knopen 2 geschakelde schachten, 6 Yarrow Normand turbines | |
Bepantsering: | pantsergordel: 50-70 mm dek: 50mm geschutstorens: 75 mm maximaal commandotoren: 100mm | |
Bewapening: | 9x 181mm 57cal. kanonnen verdeeld over drie geschutskoepels 6x 100mm 50cal. B34 kanonnen Kirov: 6x 45mm 46cal. 21K kanonnen Voroshilov: 10x 37mm kanonnen 6-12x 12,7mm (luchtafweergeschut) 6x - 533 mm torpedobuizen (2x3) 2 vliegtuigen (KOR-1) Kirov: 60 zeemijnen Voroshilov: 164 zeemijnen | |
Bemanning: | 724 man |
Gebouwd door | Kiel gelegd | Te water | Afgebouwd | Einde |
Ordzhonikidze, Leningrad | 22-10-1935 | 30-11-1936 | 23-09-1938 | 12-1974 |
De Kirov werd eind 1938 toegevoegd aan de Baltische Vloot die haar thuisbasis had in Krönstadt. De Kirov nam deel aan de aanval tegen Finland in december 1939, beter bekend als de Winteroorlog. Op 1 december voerde de Kirov, ondersteund door twee torpedobootjagers beschietingen uit op de versterkte Finse kustbatterijen bij Hangö. De actie werd echter een fiasco. Een torpedobootjager ging verloren en de Kirov werd getroffen. De machinekamer was ernstig beschadigd geraakt en de Kirov verloor snelheid. Uiteindelijk moest de Kirov worden teruggesleept naar Krönstadt, waar zij gerepareerd werd en gedurende de Winteroorlog niet meer in actie kwam.
Na de Duitse invasie van de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 was de Kirov betrokken bij het escorteren van torpedobootjagers in de Oostzee die zich bezighielden met het leggen van mijnen. Haar tijdelijke thuisbasis was Ust-Dvinsk in Letland. De Duitse opmars verliep echter zo snel dat de Kirov gedwongen werd zich in noordelijke richting terug te trekken. De Kirov werd meerdere malen aangevallen door de Luftwaffe, maar ze was in staat om posities in te nemen bij de marinehaven Reval, waar zij de Sovjettroepen met haar kanonnen bijstond bij de verdediging van de haven. Eind augustus werd Reval echter ook ontruimd en de Kirov diende als vlaggeschip van het evacuatie-konvooi dat koers zette naar Leningrad. Opnieuw werd de Kirov aangevallen door de Luftwaffe en raakte licht beschadigd. Eind augustus werd de Kirov toegevoegd aan een maritieme gevechtsgroep die bij de kust voor Oranienbaum het Russische bruggehoofd ondersteunde. Mede door het ondersteunende vuur van de Kirov zou het bruggehoofd nooit in Duitse handen vallen.
In 1941 werden de katapults verwijderd waarmee de twee vliegtuigen konden worden gelanceerd. In plaats van de katapults werden twee 100mm kanonnen gemonteerd.
Op 4 april 1942 werd de Kirov ernstig beschadigd door een Duitse luchtaanval. De zware kruiser werd afgesleept naar Leningrad en pas in 1943 was de reparatie voltooid. In het Sovjetoffensief met de bedoeling de Duitsers bij Leningrad te verdrijven eind 1943, begin 1944 was de Kirov zeer succesvol door middel van artillerie-ondersteuning. In juni 1944 was de Kirov voor het laatst actief betrokken bij de strijd in de Tweede Wereldoorlog. Ze ondernam een succesvolle aanval op de Finse havenstad Viipuri (Vyborg). Na de voltooiing van deze missie verbleef de Kirov in Leningrad. Na de oorlog werd de Kirov gebruikt als trainingsschip. In december 1974 werd de Kirov gesloopt. De hoofdkanonnen werden echter bewaard en kunnen nog altijd bezichtigd worden in Sint-Petersburg.
Gebouwd door | Kiel gelegd | Te water | Afgebouwd | Einde |
Marti scheepswerf, Nikolayev | 15-10-1935 | 28-06-1939 | 20-06-1940 | 1970 |
De Voroshilov werd ingedeeld bij de Zwarte-Zeevloot en nam deel aan operaties tegen Duitse en Roemeense strijdkrachten na de lancering van Operatie Barbarossa in juni 1941. Op 25, 26 en 27 juni escorteerde ze een groep torpedojagers bij een gedurfde verrassingsaanval op de Roemeense marinehaven Constanza. In september 1941 was de Voroshilov betrokken bij bombardementen op Roemeense troepen die de havenstad Odessa belegerden. Na de val van Odessa trok de Voroshilov zich terug naar het oosten en kreeg Novorossisk als thuisbasis. Op 2 november werd ze daar zwaar beschadigd bij een Duitse luchtaanval. De Voroshilov werd afgesleept naar Poti, waar zij werd gerepareerd. In februari 1942 was de schade hersteld en nam ze met succes deel aan de Sovjetlandingen op de schiereilanden Kertsj en Taman. Op 27 mei voerde de Voroshilov versterkingen aan in de belegerde havenstad Sebastopol.
Tussen 29 november en 2 december 1942 voerde de Voroshilov enkele succesvolle raids uit tegen vijandelijke koopvaardijschepen voor de Roemeense en Bulgaarse kust. Na een bombardement op Fidonisi liep de Voroshilov echter op een mijnenveld en raakte beschadigd. Opnieuw moest ze afgesleept worden voor reparatie. Nadat de schade weer hersteld was in januari 1943, werd ze opnieuw ingezet bij operaties voor de kust van Novorossisk, waar zij buitengewoon succesvol was. In oktober 1943 raakte de Voroshilov echter opnieuw zwaar beschadigd door vijandelijke luchtbombardementen tijdens een ondersteuningsactie bij amfibische landingen. De Voroshilov raakte voor de vierde keer beschadigd en ditmaal zo hevig dat ze voor de rest van de oorlog teruggetrokken werd van het strijdtoneel. De Voroshilov werd wel opnieuw opgelapt en na de oorlog herbewapend met strategische raketten. De Voroshilov was na de oorlog één van de voornaamste oppervlakteschepen van de Zwarte Zeevloot, die in de Koude Oorlog patrouilles verrichtte in de Zwarte Zee.
In 1970 werd de Voroshilov gesloopt.