De Monitor HMS Erebus was de naamgever van een klasse van twee monitoren uit de Eerste Wereldoorlog. Het schip diende tijdens zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog in haar rol als artillerie platform ter ondersteuning van aan wal opererende troepen. Opererend in Europa nam HMS Erebus onder andere deel aan Operatie Overlord en Operatie Infatuate.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Harland & Wolff, Govan |
12 oktober 1915 | 19 juni 1916 |
2 september 1916 |
juli 1946 (verkocht voor sloop) |
Bouwnummer : 492 |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
2 september 1916 |
augustus 1945 |
Monitor HMS Erebus -
Royal Navy |
||
januari 1918 |
? |
Monitor HMS Erebus
(M02) - Royal Navy |
||
? |
augustus 1945 |
Monitor HMS Erebus (I02) - Royal Navy |
HMS Erebus in september 1915 besteld en gebouwd bij Harland & Wolff in Govan, Schotland. De op 19 juni 1916 tewatergelaten HMS Erebus was bewapend met twee stuks 381 mm/42 geschut, welke konden vuren over een afstand van 36,6 kilometer. Het schip was besteld onder het zogenaamde Emergency War Programme. Het was het vijfde Royal Navy schip dat deze naam droeg.[1]
Na haar indienststelling op 2 september 1916[2], kwam HMS Erebus terecht bij het Monitor Squadron gestationeerd in Dover. Vervolgens werd het schip ingezet voor de door de Duitsers bezette kust van België en bombardeerde de Duitse bases in Oostende en Zeebrugge. Het schip raakte zelf beschadig op 28 oktober 1917 toen het werd aangevallen door een op afstand bestuurde DCB FL- 12 Boote. Hierbij werd één van de anti-torpedo uitstulpingen over een lengte van 15 meter beschadigd.[3] Vanaf januari 1918 ontving het schip het kenteken M02. In 1918 werd het schip heringericht voor de opleiding van kadetten en kreeg daarvoor aanvullende voorzieningen. In deze hoedanigheid deed het schip dienst als Tender voor de Chatham Gunnery School tot juli 1919 toen het naar de Witte Zee werd gezonden.
Onderweg naar de Witte Zee werd HMS Erebus naar Kopenhagen gezonden om operaties in de Golf van Finland te ondersteunen en om toezicht te houden op de vernietiging van een deel van de Duitse vloot in Libau welke in november 1919 plaatsvond.
In 1921 werd het schip in reserve geplaatst, waarbij het deelnam aan schietoefeningen op het Duitse slagschip Baden(1917). Hierna diende het schip als trainingsschip voor geschutsbemanningen. In 1939 werd het schip gemoderniseerd en kwam in augustus 1939 gereed. Hierna werd het aangesteld als bewakingsschip voor Kaapstad. Vanwege de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog kon dit echter geen doorgang vinden.[4]
Erebus diende achtereenvolgens bij de Eastern Fleet en de Mediterranean Fleet. Eind 1941 werd het schip voorzien van de nog experimentele Type 91 radar stoorinstallatie.[5] In de Middellandse Zee werd het schip ingezet als bevoorradingsschip voor de belegerde troepen in Tobroek en bombardeerde het vijandelijke posities in Noord Afrika. In 1943 nam HMS Erebus deel aan de invasie van Sicilië. Hierbij raakte het beschadigd.
Op 6 juni 1944 nam het schip deel aan de beschietingen nabij Utah Beach en met name de Duitse kustbatterijen bij Barfleur en La Pernelle. Hierbij werd één van haar kanonnen beschadigd door een te vroeg geëxplodeerde granaat.[6] Snel gerepareerd kon HMS Erebus op 10 augustus 1944 ingezet worden tegen de Duitse verdediging van Le Havre, waarbij het schip beschadigd werd door treffers van het geschut bij Clos des Ronces. In november kon het schip weer operationeel deelnemen aan Operatie Infatuate, waarbij het de kustbatterijen bij Westkapelle onder vuur nam.[7]
Augustus 1945 werd HMS Erebus buiten dienst genomen en in juli 1946[ verkocht voor sloop.
Naam: | HMS Erebus |
Callsign/Registratie: |
M02 / I02 |
Bouwer: |
Harland & Wolff, Govan |
Bouwnummer: |
492 |
Type/Klasse: |
Monitor / Erebus-klasse |
Waterverplaatsing: |
7.200 lt (7,300 t) |
Lengte: |
123,40 meter |
Breedte: |
26,80 meter |
Diepgang: |
3,56 meter |
Aandrijving |
2 motoren 2 schachten 6.000 ihp (4.500 kW) |
Snelheid: |
12 knopen (22 km/u) |
Bereik: |
? km (bij ? knopen) |
Bepantsering: |
Brug: 15.2 cm Dek: 5,1 - 10,2 cm Schotten 10.2 cm Barbettes: 20.3 cm Geschutstorens: 33.0 cm Magazijnen 10.2 cm |
Bewapening: |
2x 381 mm geschut (1x2) 8x 100 mm geschut (8x1) 2x 76,2 mm luchtafweergeschut 2x 76 mm luchtafweergeschut 2x 40 mm luchtafweergeschut 4x 7.7 mm machinegeweren |
Bemanning |
226 |
Captain Charles Samuel Wills
(Kapitein ter Zee) |
12 augustus 1916 -
juni 1918 |
|
Captain John Alfred Moreton
(Kapitein ter Zee) |
16 juni 1918 - 19
maart 1920 |
|
Captain Claude Alwin
Rombulow-Pearse (Kapitein ter Zee) |
20 maart 1920 - 11
mei 1920 |
|
Captain Apsley Dunbar Maxwell
Cherry (Kapitein ter Zee) |
11 mei 1920 - 3
januari 1922 |
|
Commander Charles Thomas
Alexander Bunbury (Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
25 september 1921 -
25 september 1923 |
|
Commander Charles Geoffrey
Coleridge Sumner (Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
25 september 1932 -
25 september 1925 |
|
Commander Oliver Maurice
Fitz-Gerald Stokes (Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
25 september 1925 -
15 juni 1926 |
|
Commander Patrick Birmingham
Crohan (Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
15 juni 1926 - 1
september 1926 |
|
Captain Hubert Seeds Monroe
(Kapitein ter Zee) |
1 september 1926 - 1
september 1927 |
|
Captain Everard John
Hardman-Jones (Kapitein ter Zee) |
1 september 1927 - 2
september 1929 |
|
Captain Stephen St. Leger Moore
(Kapitein ter Zee) |
2 september 1929 -
13 september 1930 |
|
Captain John Claude Hamilton
(Kapitein ter Zee) |
13 september 1930 -
20 september 1932 |
|
Captain Herbert Acheson Forster
(Kapitein ter Zee) |
20 september 1932 -
16 december 1932 |
|
Commander Arthur Kenneth Gibson
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
16 december 1932 - ? |
|
Commander John Noel Pelly
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
7 maart 1933 - 27
december 1933 |
|
Commander Philip Lloyd Neville
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
27 december 1933 - ? |
|
Commander Henry Neville Lake
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
9 april 1935 - 11
december 1936 |
|
Commander Aubrey Basil Fanshawe
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
17 december 1936 - 1
februari 1938 |
|
Commander Ivan Walter Whitehorn
(Kapitein-Luitenant
ter Zee) |
24 augustus 1939 -
12 oktober 1939 |
|
Lieutenant Commander Noel Hughes
Whatley (Luitenant
ter Zee der 1e Klasse) |
12 oktober 1939 - 11
november 1939 |
|
Captain Richard Shelley
(Kapitein ter Zee) |
11 november 1939 - 3
februari 1940 |
|
Lieutenant Commander Noel Hughes
Whatley (Luitenant
ter Zee der 1e Klasse) |
3 februari 1940 - 1
juli 1940 |
|
Captain Harold Fielding Nalder
(Kapitein ter Zee) |
1 juli 1940 - 2 juni
1942 |
|
acting Commander Hardress Waller
D'Arcy-Evans (waarnemend
Kapitein-Luitenant ter Zee) |
2 juni 1942 - 16
oktober 1943 |
|
acting Captain John Sydney
Plumptre Colquhoun (waarnemend
Kapitein ter Zee) |
16 oktober 1943 - 17
juli 1945 |
|
Lieutenant Commander Francis
Alexander Linley Heron Watson (Luitenant
ter Zee der 1e Klasse) |
1945 - 1946 |