De Kagu Maru was oorspronkelijk in 1936 als vrachtschip gebouwd voor de Kokusai Kisen KK. Het schip heeft in 1937 dienst gedaan als vliegboottender bij de Japanse marine en is in 1939 weer teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar. Vanaf 1941 heeft de Kagu Maru dienst gedaan als transportschip bij de Japanse marine, totdat het op 4 november 1944 tot zinken werd gebracht in de buurt van Luzon door de Amerikaanse onderzeeboten USS Bream (SS-243) en USS Ray (SS-271).
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Harima Zosensho Scheepsbouw & Engineering Co., Ltd., Aioi |
21 november 1935 |
18 april 1936 |
25 augustus 1937 |
4 november 1944[1] |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Data: |
Naam: |
Eigendom: |
|
21 november 1935 |
No. ? |
Kokusai Kisen, K. K. |
||
25 augustus 1937 |
Kagu Maru |
Japanse Keizerlijke Marine |
||
20 april 1939 |
Kagu Maru |
Kokusai Kisen, K. K. |
||
11 november 1941 |
Kagu Maru |
Japanse Keizerlijke Marine |
De Kagu Maru werd aanvankelijk als vrachtschip gebouwd in Aioi en op 18 april 1936 tewatergelaten. Het schip was aanvankelijk bestemd voor de Kokusai Kisen KK. Op 25 augustus 1937 nam de Japanse Keizerlijke Marine het schip echter over om het om te bouwen tot watervliegtuig tender.
Geregistreerd bij het Yokosuka Chinjufu (Yokosuka Marine District) volgde een ombouw tot enkelschroefs watervliegtuigtender, bewapend met zes 120 mm HA geschut. Op 18 september 1937 werd het schip ingedeeld bij de Dai-san Kantai (3e Vloot) en voerde 12 watervliegtuigen met zich mee, mogelijk Type 94 Kawanishi E7K toestellen[2]. Hierbij opereerde het schip voor de kust van Centraal en Zuid China. Op 20 oktober 1936 volgde een indeling bij de Dai-yon Kantai (4e Vloot) waarmee het schip voornamelijk rond Formosa opereerde tot het op 1 december weer terugkeerde bij de Dai-san Kantai (3e Vloot). Hier opereerde het schip wederom nabij de Zuid-Chinese kust.
Op 11 februari 1938 volgde overplaatsing naar de Dai-go Kantai (5e Vloot)[3], waarbij het schip wederom langs de Zuid-Chinese kust opereerde. Dit bleef het schip doen tot het op 15 december 1938 uit dienst werd genomen en terugkeerde als vrachtvaarder. Op 15 januari 1939 kwam het als reparatie- en transportschip alweer in dienst bij de Japanse Keizerlijke Marine. In deze hoedanigheid nam het schip aan diverse operaties rond China deel tot het op 20 april 1939 wederom uit militaire dienst wed onttrokken.
In oktober 1941 kwam het wederom in dienst van de marine als transportschip. In november 1941 werd het schip op de scheepswerf van Mitsubishi als militair transportschip uitgerust. Op 24 november 1941 kwam het weer in de vaart en werd gebruikt voor het transport van militaire voorraden, wapens en munitie. In januari 1942 nam het schip in deze hoedanigheid deel aan de invasie van Nederlands-Indië. De periode hierop volgend, transporteerde het schip voorraden naar diverse uithoeken van het Japanse bezettingsgebied. Op 6 januari 1943 werd het schip bij een Amerikaanse bomaanval door de 43rd Bomb Group, licht beschadigd in de haven van Rabaul[4]. Hiertoe wordt het schip op 19 februari 1943 in Sasebo binnen genomen voor reparaties.
Hierop volgde wederom een periode van vele transporten. In november 1943 werd formeel de eigenaar van het schip, Kokusai Kisen K.K. samengevoegd met de Osaka Shosen Kisen (OSK), waarmee het formele eigendom van het schip eveneens overging naar de nieuwe maatschappij[5]. In de periode hierna werden wederom vele transporten in konvooi verband uitgevoerd. Op 20 september 1944 raakte het schip beschadigd bij een bombardement voor de kust van Formosa. Hierna liep het schip op 8 oktober binnen in Harima voor reparaties waar het op 18 oktober alweer gereed werd gemeld.
Op 4 november 1944 vertrok de Kagu Maru met konvooi TAMA-31A uit de baai van Lapoc richting Manila. Al snel komt het konvooi onder aanval te liggen van een groep Amerikaanse onderzeeboten. USS Raton (SS-270) vuurde als eerste torpedo's af op het schip, die allen misten. Later dezelfde dag lukte het USS Bream (SS-243) om een torpedotreffer te plaatsen. Het schip kan echter doorvaren. In de avond vuurde USS Guitarro (SS-363) torpedo's op de Kagu Maru af. De uitkijken op het schip zagen deze op tijd en het schip week uit. Het schip werd echter toch door een torpedo getroffen. Hierdoor ontstond brand in de machinekamer. Hierop volgend vuurde USS Ray (SS-271) twee torpedo's op het schip die beiden doel raakten. Om 20.10 uur zonk de Kagu Maru op 15-54N, 119-45E. Hierbij kwamen 22 passagiers en 24 bemanningsleden om het leven[6].
Naam: | Kagu Maru |
Callsign/Registratie: |
|
Bouwer: |
Harima Shipbuilding &
Engineering Co., Ltd., Aioi |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Vrachtschip,
Vliegtuigmoederschip, Troepentransportschip / Kashii Maru-klasse |
Waterverplaatsing: |
6.806 BRT[7] / 8.417 BRT (na ombouw 1941) |
Lengte: |
138,17 meter[8] |
Breedte: |
18,59 meter[9] |
Diepgang: |
8,41 meter[10] |
Aandrijving: |
2 Mitsubishi-Sulzer diesels, 2
schachten, 16.600 shp 1 2SCDA Sulzer diesel engine, enkele schacht, 8.350 bhp (bronnen niet eensluidend) |
Snelheid: |
17 knopen |
Bewapening: |
2x 120-mm (4.7-inch)/45 cal. 2x 13-mm MG 8xType 95 Kawanishi E8N 4x Type 0 Aichi E13A |
Bemanning: |
57 (koopvaardij) |
Kaigun-daisa Kira Shunichi
(Kapitein-ter-Zee) |
25 augustus 1937 |
Kaigun-daisa Obayashi Sueo
(Kapitein-ter-Zee) |
15 december 1937 |
Kaigun-daisa Ito Yasunoshin
(Kapitein-ter-Zee) |
16 januari 1939 |
Kaigun-daisa Kimura Masatomi
(Kapitein-ter-Zee) |
28 januari 1939 |
Kaigun-chui Masuda Kinsaku
(Luitenant ter zee 2e klasse) |
31 oktober 1941 |
Kaigun-chui Maeda Kosaku
(Luitenant ter zee 2e klasse) |
26 december 1942 |
Kaigun-daisa Shiraishi Taro
(Kapitein-ter-Zee) |
26 november 1943 - november 1944 |