De S-klasse (I) torpedobootjager HMS Stronghold kwam pas na de Eerste Wereldoorlog in dienst en werd vrijwel gelijk in reserve geplaatst. In de jaren 1920 werd het schip ingezet als testschip voor het lanceren van radiografisch bestuurbare raketten. Eind jaren 1930 werd HMS Stronghold naar het Verre Oosten gezonden en nam deel aan de strijd rond Maleisië en Nederlands-Indië. Hierbij werd het op 2 maart 1942 tot zinken gebracht tijdens een gevecht met de Japanse Zware-kruiser Maya (1930).
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Scotts
Shipbuilding and Engineering Company, Greenock |
maart 1918 |
6 mei 1919 |
2 juli 1919 |
2 maart 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : 494 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
10 juli 1919 |
HMS
Stronghold (FA8), Reserve Fleet |
|||
1924 |
1928 |
HMS Stronghold
(FA8), Testschip |
||
1928 |
HMS Stronghold
(FA8), Reserve Fleet |
|||
1939 |
HMS
Stronghold (H50), Hong Kong Local Flotilla |
|||
maart 1940 |
HMS Stronghold
(H50), Singapore Local Flotilla |
|||
maart 1942 |
HMS Stronghold
(H50), Far Eastern Squadron |
|||
maart 1942 |
HMS Stronghold (H50),
Far Eastern Squadron |
HMS Stronghold werd in juni 1917 besteld als één van de 33 Admiralty S-klasse torpedobootjagers middels het Twelfth War Construction Programme. De kiel werd gelegd in maart 1918 bij de Scotts Shipbuilding and Engineering Company in Greenock. HMS Stronghold werd op 6 mei 1919 te water gelaten en op 2 juli 1919 afgeleverd. De torpedobootjager was het eerste schip dat deze naam kreeg.[1]
Het 84 meter lange schip had een standaard waterverplaatsing van 1.075 lt. Aangedreven door drie Yarrow boilers en twee sets Parsons stoomturbines, kon het schip een snelheid bereiken van 36 knopen (67 km/u) en een afstand afleggen van 5.090 km bij 15 knopen (28 km/u). Standaard was het schip bewapend met drie stuks QF 102 mm Mk IV geschut, één op een verhoogd platform op het voorschip, één tussen de schoorstenen en één op het achterschip. Het luchtafweer bestond uit een enkel 40 mm pom-pom geschut. Twee batterijen van elk twee 533 mm torpedolanceerbuizen waren eveneens op het achterschip gesitueerd. Hoewel bij het ontwerp rekening was gehouden met de installatie van twee enkele 457 mm torpedolanceerbuizen bij de brug, werden deze bij HMS Stronghold niet geplaatst.[2][3]
Al op 10 juli 1919 werd het schip te Portsmouth aan de Reserve Fleet toegevoegd maar op 16 augustus 1920 al weer operationeel gemaakt. in de jaren 1920 en 1930 werd HMS Stronghold indien het niet werd gebruikt voor testen ingezet bij Home Fleet als zoekschip voor vliegdekschepen. Deze zoekschepen werden ingezet om te zoeken naar vliegtuigen en hun bemanning indien deze op zee een noodlanding moesten maken. Hiertoe werd de bewapening verwijderd en een kraan op het voorschip gemonteerd. Vanaf 1924 werd het schip uitgerust met een katapult op haar voordek en gebruikt voor testen met een RAE 1921 Target geleide wapen. Eind jaren 1920 kreeg het schip een geavanceerder katapult voor testen met het RAE Larynx geleide wapen. Maar liefst twintig testen werden vanaf HMS Stronghold uitgevoerd.[4]
Eind jaren 1930 werd besloten HMS Stronghold opnieuw als torpedobootjager uit te rusten en naar het Verre Oosten te zenden. Hier werd het schip ingericht als mijnenlegger, waarbij de torpedolanceerinstallaties en de achterste stukken geschut werden verwijderd ten behoeve van opslag van 40 mijnen. In augustus 1939 vertrok het schip naar het Verre Oosten om toegevoegd te worden aan China Station.[5]
Bij de Japanse aanval in december 1941 was HMS Stronghold gestationeerd in Hong Kong maar werd al snel naar Singapore gezonden. Op 10 december 1941 werd het schip uitgezonden om de Supermarine Walrus afkomstig van de gezonken HMS Repulse (38) te vinden en de bemanning te redden. Zowel vliegtuig als bemanning werden geborgen. Vanaf 16 januari 1942 werd het schip ingedeeld bij het Far Eastern Squadron[6]
Op 1 maart werd de s.s. Zaandam geholpen te ontkomen en nadat het schip veilig op weg was, koerste HMS Stronghold ook richting Australië. Op 2 maart 1942 om 09.00 uur werd het schip ontdekt door een Japans verkenningsvliegtuig. Om 17.05 vielen de eerste vijandelijke granaten rond het schip. Het gerichte vuur, afkomstig van de Japanse Zware-kruiser Maya (1930) legden de Stronghold al snel lam en het schip werd verlaten. Aanvallen van de Japanse torpedobootjagers Arashi (Dai-100) en Nowaki (Dai-99) maakten het karwij af en om 19.00 uur zonk het schip.
Naam: | HMS Stronghold |
Callsign/Registratie: |
FA8, H50 |
Bouwer: |
Scotts Shipbuilding and
Engineering Company, Greenock |
Bouwnummer: |
494 |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / S-klasse (I)
, Admiralty S-klasse |
Waterverplaatsing: |
1.075 t (standaard) 1.220 t (maximaal) |
Lengte: |
84 meter |
Breedte: |
8,15 meter |
Diepgang: |
3,30 meter |
Aandrijving: |
2 Parsons stoomturbines 3 Yarrow boilers 2 schachten 27.000 shp (20.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (66,67 km/u) |
Bereik: |
5.090 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
3x1 QF 101.6 mm Mark IV geschut 1x 40mm Vickers luchtafweer 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
90 |
Lieutenant-Commander Edward S.
Graham (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
18 juni 1919 - 18 augustus 1919 |
Lieutenant-Commander Hugh B.
Wrey (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
21 juni 1920 - 28 september 1920 |
Lieutenant-Commander Cuthbert P.
Blake (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
16 februari 1924 |
Lieutenant-Commander Trevor St.
V. F. Tyler (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
29 augustus 1924 |
Commander Douglas Faviell
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
5 januari 1927 |
Lieutenant-Commander Trevor St.
V. F. Tyler (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
15 juni 1927 |
Lieutenant-Commander Arthur
Evans (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
25 februari 1928 |
Lieutenant-Commander Colin C. L.
Mackenzie (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
26 maart 1931 |
Lieutenant Noel H. Whatley
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
14 april 1931 |
Lieutenant-Commander Richard G.
Stewart (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
11 juni 1932 |
Lieutenant-Commander Charles E.
Glasfurd (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
12 juni 1933 |
Lieutenant Hilary W. Biggs (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | 27 augustus 1934 |
Lieutenant-Commander William D.
G. Weir (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
3 september 1934 |
Lieutenant-Commander Arthur C.
Stanford (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
27 september 1934 |
Lieutenant-Commander Edward
Neville (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
30 december 1936 |
Lieutenant-Commander John F. D.
Bowen (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
13 april 1939 |
Lieutenant-Commander Robert
Alexander (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
16 juli 1939 |
Lieutenant-Commander Giles
Robert Pretor-Pinney (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
18 maart 1941 - 2 maart 1942
(omgekomen) |