De Admiralty S-klasse torpedobootjager HMS Saladin kwam in 1919 in dienst toen de Eerste Wereldoorlog al voorbij was. Nagenoeg gelijk werd het schip in reserve geplaatst. In dienst gekomen bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog heeft HMS Saladin de gehele oorlog als escorteschip gefungeerd voor de Atlantische konvooien. Aan het eind van de oorlog overgeheveld naar opleidingstaken werd het kort na de Tweede Wereldoorlog gesloopt
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Alex Stephens, Govan, Glasgow |
10 september 1917 |
17 februari 1919 |
11 april 1919 |
29 juni 1947 (verkocht voor sloop) |
Bouwnummer : 488 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
||
1919 |
1930 |
HMS Saladin (F0A),
Reserve |
||
10 september 1936 |
1939 |
HMS Saladin (H54),
Portsmouth Local Destroyer Flotilla |
||
1939 |
juni 1940 |
HMS
Saladin (H54), 11th Destroyer Flotilla |
||
juni 1940 |
september 1941 |
HMS
Saladin (H54), 22nd Destroyer Flotilla |
||
september 1941 |
januari 1943 |
HMS Saladin (H54),
2nd Escort Group |
||
januari 1943 |
januari 1944 |
HMS Saladin (H54),
21st Escort Group |
De S-klasse (I), ook wel Admiralty S-klasse, torpedobootjager HMS Saladin werd op 9 april 1917 besteld en de kiel werd op 10 september 1917 gelegd bij Alex. Stephen te Govan. Op 17 februari 1918 werd het schip te water gelaten en op 11 april afgeleverd. He schip was de eerste bij de Royal Navy met deze naam.
Na haar aflevering werd HMS Saladin ingedeeld bij de Grand Fleet maar in 1919 al naar de Reserve vloot verplaatst. Op 16 augustus 1920 lag het schip in reserve te Portsmouth en op 3 oktober 1930 weer in dienst gesteld. Op 10 september 1936 werd HMS Saladin wederom in Reserve geplaatst bij de Portsmouth Local Destroyer Flotilla.
In augustus 1939 werd het schip operationeel voor de Royal Revieuw in Weymouth Bay en bleef vervolgens operationeel. Vanaf oktober 1939 opereerde HMS Saladin als escorteschip voor zowel militaire als civiele konvooien in het Engelse Kanaal.
Deze escortes werden voortgezet in 1940 bij Western Approaches Command tot het schip in april 1940 als escorteschip voor het vliegdekschip HMS Ark Royal (91) werd ingedeeld. In mei 1940 werd HMS Saladin ingezet bij Dover Command voor inzet bij de evacuatie van troepen uit Frankrijk. Hierbij raakte het schip op 30 mei beschadigd door luchtaanvallen. Tot 10 juni lag het schip in reparatie en kon vanaf die dag weer ingezet worden bij evacuaties. Vanaf 13 juni nam het schip de positie als escorteschip bij Western Approaches Command weer op zich. Op 12 juli werd HMS Saladin ingezet bij de mislukte commando operatie op Guernsey. Vanaf augustus werd de Saladin ingezet vanuit Scapa Flow voor konvooidiensten. Van september tot eind 1940 ging HMS Saladin in groot onderhoud.[1]
Vanaf februari werd de torpedobootjager weer ingezet voor escortediensten bij Western Approaches Command. Toen in april 1941 werd gerapporteerd dat de Bismarck uitbrak naar de Atlantische Oceaan, werd HMS Saladin ingedeeld bij de escortegroep voor het slagschip HMS Rodney (29). Na deze opdracht werd het schip weer ingezet als escorteschip voor konvooidiensten op de Northwest Approaches, tot het in september werd overgeplaatst naar de 2nd Escort Group opererend vanuit IJsland.
Haar Atlantische konvooidiensten werden in 1942 voortgezet tot in maart het schip voor de konvooidienst naar Rusland werd aangewezen. In april 1942 werd de Saladin ingedeeld als escorte voor het 1st Minelaying Squadron in de Noordelijke Barrage. De rest van 1942 werden afgewisseld met konvooidiensten voor de mijnenlegoperaties en konvooidiensten op de Noordelijke Atlantische Oceaan.
In januari 1943 werd HMS Saladin ingedeeld bij de 21st Escort Group voor konvooidienst tussen de Britse eilanden en IJsland en in juli werd het schip ingezet in anti-onderzeebootacties vanuit IJsland. Vanaf augustus werden weer met regelmaat escortediensten uitgevoerd met het 1st Minelaying Squadron naast de konvooidiensten.
In januari 1944 werd HMS Saladin teruggetrokken uit de Atlantische konvooidiensten en werd het overgeplaatst naar de bescherming van kustkonvooien in het Engelse Kanaal. In mei 1944 was HMS Saladin ingedeeld als escorteschip voor de landingsschepen tijdens oefenlandingen ter voorbereiding op de landingen in Normandië. Ten tijde van de landingen in Normandië was het echter weer ingedeeld bij kustkonvooi dienst. In augustus 1944 werd HMS Saladin uit operationele dienst teruggetrokken en ingezet voor opleidingsdoeleinden tot het in mei 1945 uit de vaart werd genomen. Op 29 juni 1947 werd het schip verkocht voor sloop.[2]
Naam: | HMS Saladin |
Callsign/Registratie: |
F0A, H54 |
Bouwer: |
Alex Stephens, Govan, Glasgow |
Bouwnummer: |
488 |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / S-klasse (I)
, Admiralty S-klasse |
Waterverplaatsing: |
1.075 t (standaard) |
Lengte: |
84 meter |
Breedte: |
8,15 meter |
Diepgang: |
3,30 meter |
Aandrijving: |
Brown Curtiss stoomturbines 2 schachten 27.000 shp (? kW) |
Snelheid: |
36 knopen (66,67 km/u) |
Bereik: |
? km (bij ? knopen) |
Bewapening: |
3x1 QF 101.6 mm Mark IV geschut 1x QF 40 mm Mark II "pom-pom" 4 × Lewis mitrailleurs 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen 2x1 457 mm torpedolanceerbuizen (later verwijderd) |
Bemanning |
90 |
Commander Geoffrey Corlett
(Kapitein-luitenant ter zee) |
28 maart 1919 - 1 mei 1919 |
Lieutenant Charles L. Evan-Thomas (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | 17 oktober 1919 |
Commander Lionel G. Foote
(Kapitein-luitenant ter zee) |
21 juni 1920 |
Commander Philip G. Wodehouse (Kapitein-luitenant ter zee) | 18 januari 1928 - 28 februari
1928 |
Lieutenant Gerald H. Thompson (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | 28 juli 1930 |
Lieutenant-Commander Norman A. G. Ohlenschlager (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 3 oktober 1930 - 9 december 1930 |
Lieutenant-Commander Edward B. Tancock (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | oktober 1935 |
Commander Robert A. Startin (Kapitein-luitenant ter zee) | 18 maart 1936 - 28 augustus 1936 |
Lieutenant-Commander Laurence
James Dover (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
31 juli 1939 |
Lieutenant-Commander George
Victor Legassick (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
12 december 1941 |
Lieutenant Allen Augustus
Diggens (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
31 januari 1943 |
temporary / Acting
Lieutenant-Commander Philip Geoffrey Colet King (Luitenant ter zee der
1ste klasse) |
20 september 1943 |
Lieutenant John Edwin Dyer
(Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
4 oktober 1944 - januari 1945 |