HMS Oberon werd tussen 1924 en 1926 gebouwd en zou als prototype fungeren voor de later gebouwde O-klasse (I) onderzeeboten. Hoewel in 1937 al naar de reservevloot overgeheveld, werd het schip in 1939 weer geactiveerd en gebruikt voor trainingsdoeleinden. Uiteindelijk werd het schip in 1944 uit de vaart genomen en in 1945 gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Chatham Dockyard, Kent |
22 maart 1924 |
24 september 1926 |
24 augustus 1927 |
5 juli 1944 (uit dienst) 24 augustus 1945 (sloop) |
Bouwnummer : ? |
||||
Data: |
Naam: |
|||
Indeling: |
1927 |
1939 |
HMS Oberon (21P) |
|
1939 |
1940 |
HMS Oberon (21N) |
||
1940 |
1944 |
HMS Oberon (N21) |
De HMS Oberon werd als O 1 besteld om als prototype te dienen voor een nieuwe reeks onderzeeboten van de Britse Royal Navy. In 1924 werd de O1 hernoemd tot HMS Oberon, waarmee het schip de eerste Britse onderzeeboot werd welke een naam kreeg en het vijfde marineschip dat deze naam droeg.[1] De onderzeeboot was ontworpen als patrouille onderzeeboot voor lange afstanden, met name in het Verre Oosten.
De kiel van het schip werd op 24 september 1926 op de marinewerf Chatham gelegd. Het 82 meter lange schip werd aangedreven door twee 4600 pk diesel motoren en werd op 24 augustus 1927 in dienst genomen met codenummer 21P. Het was bij de bouw als eerste onderzeeboot al uitgerust met een ASDIC installatie.[2] Bij de bouw bestond de bewapening uit een QF 102 mm Mk XII dek kanon en acht 533 mm torpedolanceerbuizen (zes in de boeg en twee achter). Ter aanvulling waren twee .303 Lewis machinegeweren aan boord. Later zou dit tijdens de Tweede Wereldoorlog worden uitgebreid met een Oerlikon 20 mm luchtafweerkanon en werd het schip uitgerust met een Type 291W Radar.[3][4]
Hoewel bestemd en ontworpen voor het Verre Oosten, bleef HMS Oberon in thuiswateren. Na tot 1931 als thuishaven Portsmouth te hebben gehad, verbleef het enige jaren in de Middellandse Zee om in 1934 weer in Portsmouth terug te keren. Hier raakte het schip danig beschadigd op 11 oktober 1935 toen het in aanvaring kwam met HMS Thanet (H29). Uit de vaart genomen verbleef HMS Oberon bij de reserve vloot tot het schip op 2 augustus 1939 met codenummer 21N weer operationeel werd.[5]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd HMS Oberon voor trainingsdoeleinden ingezet. In 1940 was het codenummer voor een laatste keer gewijzigd in N21. Op 5 juli 1944 werd het schip definitief uit de vaart genomen en op 24 augustus 1945 werd de HMS Oberon voor schroot overgedragen aan Clayton and Davie in Dunston.[6]
Naam: | HMS Oberon |
Callsign/Registratie: |
21P / 21N / N21 |
Bouwer: |
Chatham Dockyard, Kent |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Onderzeeboot / Prototype
O-klasse (I) |
Waterverplaatsing: |
Bovenwater: 1.332 BRT Onderwater: 1.922 BRT |
Lengte: |
82 m |
Breedte: |
8,50 m |
Diepgang: |
? m |
Aandrijving: |
2 × diesel motoren, 4,600 pk
(3,400 kW) 2 × electro motoren, 350 pk (260 kW) 2 schroeven |
Snelheid: |
15,5 knopen (28,7 km/u)
bovenwater 9 knopen (17 km/u) onderwater |
Maximale duikdiepte: |
91 m |
Bereik: |
15.600 km (bij 10 knopen) |
Bewapening: |
8x 533 mm
torpedolanceerbuizen (6 boeg, 2 achterschip) 16 torpedo's 1x QF 102 mm Mk XII dek geschut 2x Lewis machinegeweren |
Bemanning: |
54 |
Commander Guy D'Oyly-Hughes
(Kapitein-luitenant ter zee) |
13 november 1925 - april 1928 |
Lieutenant Commander Charles
Ralfe Thompson (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
12 januari 1929 - april 1930 |
Lieutenant Commander Henry Carlton Cumberbatch (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 2 augustus 1939 |
Lieutenant Commander James Anthony Surtees Wise (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 20 november 1939 |
Lieutenant Peter Ronald Ward (Luitenant-ter-Zee
2e Klasse) |
16 april 1940 |
Lieutenant Cecil Bernard Crouch (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 8 mei 1940 |
Lieutenant Commander Edward Fowle Pizey (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 19 augustus 1940 |
Lieutenant Peter Robert Helfrich Harrison (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 27 januari 1941 |
Lieutenant Commander Edward Fowle Pizey (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 2 februari 1941 |
Lieutenant Michael Beauchamp St. John (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 22 september 1941 |
Lieutenant Commander George David Archibald Gregory (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 3 november 1941 |
Lieutenant Robert Evelyn Boddington (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 17 november 1941 |
Lieutenant Commander Peter Joseph Howell Bartlett (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 22 november 1941 |
Lieutenant Commander Hugh Patrick de Crery Steel (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 28 december 1941 |
Lieutenant Norman Jack Coe (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 1 januari 1942 |
Lieutenant Commander Peter Joseph Howell Bartlett (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 6 januari 1942 |
temporary Sub-Lieutenant James
Joseph Dymoke-Bryne (tijdelijk Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) |
maart 1942 |
Lieutenant Stephen John Fovargue (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 4 juni 1942 |
Lieutenant Commander John Wentworth McCoy (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 8 september 1942 |
Lieutenant Commander John Bertram de Betham Kershaw (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) | 20 juli 1943 |
Lieutenant Michael Lindsay Coulton Crawford (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 24 maart 1944 - 5 juli 1944 |