Titel: | Door wilskracht zegevieren - Sport in de Tweede Wereldoorlog |
Schrijver: | Vooren van de, Jurryt |
Uitgever: | Balans Uitgeverij |
Uitgebracht: | 2020 |
Pagina's: | 240 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789463820875 |
Omschrijving: | Jurryt van de Vooren is een historicus die zich gespecialiseerd heeft in sportgeschiedenis. Op dat terrein is hij in Nederland zonder twijfel de koning van de nice to know feiten en wetenswaardigheden, die hij dan ook met grote graagte presenteert in prettig leesbare publicaties en met vlot vertelde verhalen. Onlangs publiceerde hij het boek met de prachtige titel Door wilskracht zegevieren. Het boek gaat over de rol van sport tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar Van de Vooren maakt wel regelmatig uitstapjes naar de tijd daarvoor en daarna. Ook dit zeer toegankelijke boek staat bol van de leuke wetenswaardigheden en interessante informatie. Zo beschrijft Van de Vooren dat verschillende sportverenigingen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw zich Swastika noemden of gebruik maakten van het swastika-symbool. Dat geldt bijvoorbeeld voor een voetbalclub uit Groningen met veel Joodse leden. Ook in Haarlem bestond een voetbalclub met die naam. Het clubblad heette de Swastika-Koerier. Op zich is dit niet zo raar, want voor de opkomst van de nazi’s was de swastika al een eeuwenoud symbool dat stond voor geluk, levenskracht en heiligheid. Het boek bevat koffers vol met dit soort feitjes. Wie wist bijvoorbeeld dat Feyenoord in de zomer van 1943 een officiële thuiswedstrijd speelde in het Amsterdamse Ajax-stadion? Voor wie van dit soort wetenswaardigheden houdt, is Door wilskracht zegevieren een snoepwinkel. Van de Vooren presenteert niet alleen kleine wetenswaardigheden. Ook de grotere thema’s geeft hij een plaats in het boek. Zo gaat de schrijver een beschouwing over de rol van sport bij de Nationale Jeugdstorm niet uit de weg. Hij besteedt uitgebreid aandacht aan de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn waarbij hij zich vooral concentreert op protest- en boycotacties. En passant maakt hij duidelijk dat niet Hitler maar Mussolini in de twintigste eeuw als eerste politiek leider sport als propagandamiddel inzette en daarmee sport in de politieke arena bracht. Bijzonder interessant is zijn uitleg over het ontstaan en gebruik van de olympische symbolen en rituelen waaronder een olympische variant van wat later bekend werd als de Hitlergroet. Van de Vooren heeft niet alleen oog voor topsport. Integendeel, hij besteedt juist veel aandacht aan de niveaus daaronder. Zo staat hij uitgebreid stil bij schaatswedstrijden tijdens de bezetting, waarbij vooral de Elfstedentochten veel aandacht krijgen. Ook behandelt hij de rol van sport in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bos. Uiteraard vermeldt hij ook dat die inrichting begin 1943 werd ontruimd waarbij ruim 1300 patiënten en een aantal verzorgers naar Auschwitz werden gedeporteerd. Ook de solidariteit tussen voetbalclubs geeft Van de Vooren de aandacht die het verdient. Vele tientallen Amsterdamse voetballertjes kregen tijdens de hongerwinter door de inzet van Heerenveen een relatief veilig onderkomen in Friesland. In heel Nederland ontstond ook een ruilhandel: voetbalschoenen voor levensmiddelen of warme laarzen. De compositie van het boek en dan vooral de samenhang tussen de verschillende paragrafen is niet altijd logisch en helder. Het ondertussen overbekende verhaal over bokser Bep van Klaveren staat in een hoofdstuk met de titel 'Niet praten over de oorlog'. Waarom dat verhaal juist in dat hoofdstuk staat is onduidelijk. Het heeft in ieder geval weinig met de hoofdstuktitel van doen. In het hoofdstuk met de titel 'Onderduikers in nood' staat een uitgebreide paragraaf over de logistieke problemen waarmee voetbalclubs tijdens de bezetting worstelden. Interessant, maar waarom in dat hoofdstuk? Je krijgt af en toe de indruk dat het boek een bonte verscheidenheid is van interessante, maar tamelijk willekeurig bij elkaar geplaatste verhalen. De kwaliteit van een boek wordt ook bepaald door wat er niet staat. Zo ontbreekt een register waardoor het snel opzoeken van een naam of zaak onmogelijk is. Erger dan jammer is het gebrek aan aandacht voor ‘foute’ sporters. Van de Vooren behandelt wel een licht foute spits van ADO, besteedt uitgebreid aandacht aan de rol van sport bij de Nationale Jeugdstorm en in een paar regels beschrijft hij de roeiprestatie van Meinoud Rost van Tonningen, winnaar van de Varsity in 1914. Ook de naoorlogse zuiveringen in de sportwereld krijgen aandacht, maar hij schrijft bijzonder weinig over sporters die in dienst van de bezetter handelingen uitvoerden die na de oorlog als misdrijf werden gekwalificeerd en bestraft. De Amsterdamse bokser, politieagent en Jodenjager Sam Oly komt aan bod, maar wel heel erg globaal en vrijwel volledig toegespitst op het ondertussen welbekende verhaal over de relatie Oly en diens Joodse collega-bokser Ben Bril. De sprinter Tinus Ossendarp noemt hij wel tweemaal, maar zonder verder iets te vertellen over diens werk voor de Duitsers. Hetzelfde geldt voor de wielrenner Cor Wals. Zelfs een handzaam overzichtje van welke sporters ‘fout’ zijn geweest en waarvan zij werden beschuldigd ontbreekt. Hopelijk schrijft van de Vooren daar nog een apart boek over. Er moeten immers veel meer sporters van de categorie Wals, Oly en Ossendarp zijn geweest. Door wilskracht zegevieren is een leuk, interessant en goed geschreven boek. De erg losse compositie, het ontbreken van een register en een te lange leegte als het gaat om ‘foute’ sporters zorgen ervoor dat Jurryt van de Vooren het niveau van goed niet passeert. |
Beoordeling: | Goed |