Titel: | De lange Tweede Wereldoorlog - Nederland 1940-1949 |
Schrijver: | Romijn, Peter |
Uitgever: | Balans |
Uitgebracht: | 2020 |
Pagina's: | 285 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789463820851 |
Omschrijving: |
Historicus Peter Romijn is als directeur Onderzoek verbonden aan het NIOD en hij werkt als hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft een aantal boeken over Nederland tijdens en na de bezetting op zijn naam staan die allemaal gelabeld kunnen worden met begrippen als zorgvuldig, grondig, diepgaand, gezaghebbend en leesbaar. Romijn is niet iemand die luchtige boeken voor tussendoor schrijft. Integendeel, zijn boeken voegen belangrijke informatie toe aan het kennisbouwwerk van de Tweede Wereldoorlog. Boeken als "Snel, streng en rechtvaardig, de afrekening met foute Nederlanders" en "Burgemeesters in oorlogstijd" zijn toonaangevend en onmisbaar voor degenen die zich met deze onderwerpen willen bezighouden. Kort geleden verscheen de Nederlandse bewerking van een door Romijn eerder (2017) in het Duits gepubliceerde studie, namelijk "De lange Tweede Wereldoorlog". Die titel lijkt op eerste aanblik een tikje eigenaardig. Iedereen weet immers dat de Tweede Wereldoorlog voor Nederland vijf jaar duurde. Of dat kort of lang is, is op zich niet zo’n boeiende vraag en waarschijnlijk ook niet belangrijk genoeg om daar een boek over te schrijven. Romijn bedoelt met deze titel echter iets anders. Hij wil namelijk duidelijk maken dat voor Nederland de oorlog begon met de Duitse inval in mei 1940, maar niet eindigde op 5 mei 1945. Volgens Romijn is er geen sprake van een breuklijn tussen de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog, maar van een continuüm. Zijn stelling is dat voor Nederland de oorlogsjaren voortduurden tot en met de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië (27 december 1949). Van 1940 tot en met 1949 waren de inwoners van Nederland afwisselend getuige, slachtoffer en dader van grove gewelddadigheden, genocide en oorlogsmisdrijven. In die zin is Nederland niet vijf maar tien jaar beïnvloed door de oorlog. De tien oorlogsjaren hebben het leven van vrijwel alle Nederlanders ‘ingrijpend geraakt’ en alleen daarom al is het noodzakelijk om die tien jaren als één geheel te beschouwen. Het is niet zo – zoals in de boekaankondiging en op de achterkant van het boek wordt gesuggereerd - dat Romijn in dit boek vooral uitlegt dat Nederland een onafgebroken periode van 10 jaar oorlog heeft meegemaakt. Die periode begint met de Duitse bezetting van Nederland (1940-1945) met Nederland vooral in een meer passieve oorlogsmodus, vervolgens de Japanse bezetting van de toenmalige kolonie Nederlands-Indië (1942-1945) met Nederland ook hier in een meer passieve modus, en daarna de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië met Nederland in een actieve oorlogsmodus (1945-1949). Het gaat Romijn ook of zelfs vooral om de verbanden en de continuïteit tussen de twee aaneengesloten perioden van oorlog. Hij brengt in kaart, althans hij onderzoekt, hoe de wereld veranderde voor Nederland en haar inwoners ten gevolge van oorlog, onderdrukking en geweld. Het leven van Nederlanders werd immers tien jaar bepaald of in ieder geval sterk beïnvloed door oorlogservaringen. Vanuit het basisidee van de lange Tweede Wereldoorlog onderzoekt Romijn welke verbindingen Nederlanders legden tussen opgedane ervaringen (het verleden), de morele duiding van het heden en de toekomstverwachtingen. Zo gaat het in hoofdstuk één niet alleen om de feitelijke gebeurtenissen, bijvoorbeeld de bezetting in 1940, maar veel meer om de vraag naar de inhoud van de ervaringswereld van Nederlanders en met welke mentale bagage zij het decennium van de lange Tweede Wereldoorlog binnentraden. Romijn behandelt in dit kader het begrippenpaar van de Duitse historicus Kosseleck. Hij gebruikt voor analyse en duiding de begrippen Erfahrungsraum en Erwartungshorizonten. Het eerste begrip gaat ervan uit dat mensen bouwen aan door ervaring opgedane inzichten. Met Erwartungshorizonten bedoelt Kosseleck dat mensen hun handelen mede laten bepalen door hun toekomstverwachtingen. Romijn voegt hier nog het begrip zingeving aan toe. Daarbij gaat het om de vraag welke politieke en morele betekenis mensen willen geven aan de keuzes die zij maken. Dit begrippentrio is bruikbaar en betekenisvol maar je kunt je wel afvragen of er niet te veel wordt uitgegaan van rationaliteit en te weinig van impulsiviteit en het onvermogen om de gevolgen van keuzes en handelingen op langere termijn te overzien? In de eerste vier hoofdstukken behandelt Romijn Nederland vanaf pakweg 1900 tot en met het einde van de lange Tweede Wereldoorlog. Hij besteedt in vijf hoofdstukken aandacht aan thema’s als de bezetting, het proces van radicalisering van het verzet en de bezetters, Nederland en de Shoah, de bevrijding van het Zuiden, de oorlogswinter, de voortdurende oorlog en de definitieve bevrijding. Hoofdstuk vijf is geheel gewijd aan de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië. Hoofdstuk zes is meer een slotbeschouwing over onder meer de omgang met het oorlogsverleden en de gevolgen van de opgedane ervaringen. Veel van wat Romijn beschrijft is natuurlijk al bekend, maar door het te plaatsen in de hierboven geschetste context van de lange Tweede Wereldoorlog en de verbindingen tussen ervaringen, morele duiding en toekomstverwachtingen, voegt Romijn er wel een belangrijke dimensie aan toe. Dat hij het uiterst leesbaar en toegankelijk opschrijft, geeft het boek een boost en die wordt nog eens versterkt door de heldere compositie. Het is wel jammer dat het boek geen register bevat en ook afbeeldingen zult u tevergeefs zoeken. Het nieuwe boek van Romijn is een belangrijk werk dat je zeker niet in één adem uitleest, maar dat wel boeiende thema’s behandelt en wel zodanig dat de uitwerking zowel beklijft als tot nadenken stimuleert. Dat is precies wat een goed boek de lezer schenkt. Kortom, een must read. |
Beoordeling: | Zeer goed |