Ozawa werd, na Jamamoto, gezien als een van de beste Japanse bevelhebbers. Zonder enige voorkennis van het gebruik van vliegtuigen, doorzag hij als één van de eersten het grote voordeel van het gebruik van vliegdekschepen. Hij leidde vele onderdelen van de Japanse keizerlijke marine en werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zelfs haar opperbevelhebber.
Jisaburo Ozawa werd in 1886 geboren in Koyo Gun te Miyazaki. Op zijn twintigste jaar, in november 1906, trad hij toe tot de Japanse Marine Academie, waar hij na drie jaar, in november 1909 afstudeerde. Hierna volgde de hogere marineopleiding, waarvan hij in 1916 afstudeerde en zich ging specialiseren in het torpedowapen. In zijn eerste operationele periode, voerde hij het bevel over een torpedobootjager.
In december 1927 volgde een aanstelling als instructeur voor torpedo- en scheepsgeschutopleidingen. De zee bleef echter aan Ozawa trekken en in 1931 werd hij als kapitein, benoemd tot commandant van de Vierde Torpedobootjager Divisie. In 1934 kreeg hij het commando over zijn eerste grote schip, de kruiser Maya. Al een jaar later volgde echter zijn overplaatsing als commandant van het slagschip de Haruna. In december 1936 volgde zijn bevordering tot schout-bij-nacht.
Zijn capaciteiten als bevelhebber en strateeg bleven niet onopgemerkt en in februari 1937 werd Ozawa benoemd tot Stafchef van het Hoofdkwartier Japanse Gecombineerde Vloot en Stafchef van de Japanse 1e Vloot. In november trok hij echter alweer naar de zee als Commandant van het 8e Eskader. In 1939 verbaasde hij iedereen in zijn omgeving door het commando op zich te nemen van het 1ste Vliegdekschip Eskader. Dit was uitzonderlijk aangezien Ozawa geen enkele ervaring had met gebruik van het luchtwapen in de marine.
In november 1940 werd Ozawa gepromoveerd tot vice-admiraal en kreeg hij het commando over het Derde Eskader. Het daaropvolgende jaar vond er bij de Japanse marine een reorganisatie plaats, waardoor onder andere door samenvoeging van de Japanse 2e Vloot en de Japanse 3e Vloot, de Japanse Zuidelijke Vloot ontstond. Ozawa werd benoemd tot opperbevelhebber van die nieuwe vloot. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific in december 1941 werd deze vloot aangewezen voor de bescherming van de troepen die hun aanvallen gingen uitvoeren op Malakka, Singapore, de Filippijnen en Nederlands-Indië. Tijdens de daaropvolgende raid in de Indische Oceaan in april 1942 vestigde Ozawa voor eens en altijd zijn reputatie als voortreffelijk bevelhebber. Tijdens deze raid wisten zijn zes kruisers 23 vrachtschepen tot zinken te brengen.
De daaropvolgende jaren vervulde Ozawa diverse betrekkingen, tot hij in maart 1944 de plaats van Nagumo innam als opperbevelhebber van de Japanse 1e Lucht- en Zeevloot. Deze vloot was in 1942 ontstaan na afronding van de Grote Oost-Aziatische Oorlog. Hierin waren alle overgebleven Japanse vliegdekschepen ondergebracht.
In juni 1944 voerde Ozawa de Japanse Vliegdekvloot aan die in een wanhoopspoging trachtte om een vernietigende slag toe te brengen aan de veel grotere Amerikaanse vliegdekvloot. Het werd een slag waarin de Japanse Vloot vernederd zou worden. Ozawa nam de verantwoording en bood zijn ontslag aan.
Ondanks zijn aanbod om ontslag te nemen na de smadelijke nederlagen van zijn vloot tegenover de Amerikaanse vliegdekschepen, kreeg hij echter nog een laatste taak toegewezen in oktober 1944 als opperbevelhebber van de Japanse Gecombineerde Vloot. Ozawa was toen de laatste hoogste bevelhebber van de Japanse keizerlijke marine. Deze marine was toen geen schim meer van wat het eens is geweest.
Na de Japanse capitulatie werd Ozawa wonderwel niet veroordeeld tijdens de processen van Tokio. Vanaf dat moment leidde hij een teruggetrokken bestaan en hij stierf op 9 november 1966.
Kaigun shoi kohosei (Adelborst) |
19 november 1909 |
Kaigun-shoi (Luitenant-ter-Zee
3e Klasse) |
15 december 1910 |
Kaigun-chui (Luitenant-ter-Zee
2e Klasse) |
1 december 1912 |
Kaigun-daii (Luitenant-ter-Zee
2e Klasse Oudste Categorie) |
13 december 1915 |
Kaigun-shosa (Luitenant-ter-Zee
1e Klasse) |
1 december 1921 |
Kaigun-chusa (Kapitein-luitenant
ter Zee) |
1 december 1926 |
Kaigun-daisa (Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1930 |
Kaigun-shosho (Schout-bij-nacht) |
1 december 1936 |
Kaigun-chujo (Vice-Admiraal) |
15 novermber 1940 |