Titel: | De mannen van de Overval - Heroïek en tragiek in 26 levensverhalen |
Schrijver: | Walle, H. de |
Uitgever: | Wijdemeer Louw Dijkstra |
Uitgebracht: | 2019 |
Pagina's: | 416 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789492052599 |
Omschrijving: |
De overval op het huis van bewaring in Leeuwarden op 8 december 1944, kan zonder overdrijven een van de meest geroemde verzetsdaden in Nederland worden genoemd. Zonder een schot te lossen werden op die koude decemberavond 50 gevangenen bevrijd. Tevens sloot een van de bewakers, die had geholpen bij de voorbereidingen, zich aan bij de groep gevangenen, waardoor het aantal op 51 kwam. De actie verliep, mede door de perfecte organisatie, precies volgens plan. De Duitsers namen geen represailles en vrijwel alle deelnemers overleefden de oorlog. Deze gebeurtenis vormde dan ook de bron voor meerdere boeken en een film (De Overval uit 1962). Het nieuwste boek over dit onderwerp is ‘De mannen van de Overval’ van Hessel de Walle. In dit boek focust de auteur zich niet op de verzetsdaad op zich, hoewel deze ruim aandacht krijgt, maar gaat hij meer in op de levensverhalen van de deelnemers. Deze multi-biografie biedt een ander perspectief op een vrij bekend verhaal. Hierdoor is er ook aandacht voor minder bekende personen. Een aantal betrokkenen, zoals Piet Oberman en Gerard Reeskamp, zijn door eerdere publicaties al vrij bekend bij een groter publiek. Dit geldt echter niet voor andere deelnemers aan de overval, zoals Jacob Abels, Gerrit Jan Niesing en Tjitze Van ’t Zet. Met dit boek krijgen zij ook de aandacht die zij verdienen. De verschillende biografieën laten goed zien hoe de personen betrokken raakten bij het verzetswerk. Sommigen namen hieraan deel vanwege godsdienstige overtuigingen en/of een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Anderen raakten er puur toevallig bij betrokken. Het verzet begon met kleine ongecoördineerde (sabotage)acties die langzamerhand steeds groter werden. Deelname aan het verzet betekende echter zeker niet een aaneenschakeling van gewelddadige overvallen en liquidaties. Dat blijkt ook wel uit de lotgevallen van de deelnemers na de overval. Sabotagedaden en overvallen op distributiekantoren werden vaak afgewisseld door lange perioden van gedwongen afwachten op een onderduikadres. Toch heeft het Friese verzet behalve de overval nog meer knappe en gedurfde acties op zijn naam staan. Aan een aantal wordt aandacht geschonken in het boek, zoals de twee overvallen op het politiebureau van Sneek op 12 februari en 7 maart 1945, waarbij respectievelijk 21 en acht gevangenen werden bevrijd. Daartegenover staan ook (mislukte) liquidaties die soms gruwelijke Duitse represailles tot gevolg hadden. De Walle beschrijft al deze aspecten, waardoor ‘De mannen van de Overval’ een goede dwarsdoorsnede van het verzet in Friesland geeft. De auteur verdient respect voor het uitgebreide onderzoek dat hij voorafgaand aan dit boek heeft uitgevoerd. Over alle mannen weet hij een boeiend en lezenswaardig verhaal te vertellen. Dit moet niet altijd even makkelijk zijn geweest, want over een aantal van hen is maar weinig informatie overgeleverd. Onder meer door het aanhalen van anekdotes en citaten uit ooggetuigenverslagen, weet hij de verhalen te verlevendigen, waardoor je van de meeste een goed inzicht krijgt in de persoonlijkheid en het karakter. Doordat de deelnemers aan de overval aan meer gezamenlijke acties deelnamen, ligt het gevaar van overlap tussen de verhalen op de loer. De auteur weet dit echter te vermijden, onder meer door een aantal verzetsacties in aparte hoofdstukken te beschrijven. Zo blijft elke biografische schets uniek en gaat het boek nooit vervelen. Na de oorlog hadden veel van de betrokken verzetslieden moeite om hun draai in de maatschappij te vinden. Zij waren teleurgesteld over de situatie In Nederland na de bevrijding. Dit is waarschijnlijk ook een van de redenen dat een aantal emigreerde. De eensgezinde verzetsgeest bleef niet behouden en van hun ideaal om het politieke systeem te vernieuwen kwam niets terecht. Ook stoorden zij zich aan de milde naoorlogse bestraffing van verraders. In het boek is er uitgebreide aandacht voor Tinus Pieters en Gerard Reeskamp. Beide kwamen zij na de oorlog in opspraak wegens een uit de hand gelopen beroving waarbij een onschuldige boer om het leven kwam. Mede hierdoor werden zij uit de kring van oud-verzetsstrijders gestoten. Hierbij speelde waarschijnlijk ook een rol dat zij een buitenechtelijke relatie hadden, terwijl zij nog gehuwd waren. De Walle laat zien dat er meer vergelijkbare incidenten plaatsvonden waarbij onschuldige slachtoffers vielen, met dat verschil dat hier na de oorlog geen veroordeling op volgde. Zo kwam er in september 1944 een Joodse onderduiker om het leven toen het verzet een dorsmachine in brand stak. Verscheidene deelnemers wisten na de oorlog een succesvolle carrière op te bouwen. Anderen ging het echter minder voor de wind, zoals Sijmon Cuiper, die waarschijnlijk als gevolg van de oorlog kampte met gezondheidsklachten en ook financieel in zwaar weer kwam. Een van hen verklaarde dat het wel leek of het voor hen lastiger was om aan werk te komen dan voor anderen die niet in het verzet hadden gezeten. Bij een aantal van hen bleef een grote antipathie bestaan tegenover Duitsers. Taco van der Veen kocht nooit een Duitse auto of tv en een hotel dat adverteerde met "Zimmerfei", zou niets aan hem verdienen. Cuiper weigerde een keer in een bus te stappen, omdat de vervoersmaatschappij "fout" was geweest tijdens de oorlog. Over de overval is veel geschreven en de auteur komt op dat gebied dan ook niet met nieuwe inzichten. Al wijst hij wel op een aantal fouten in eerdere werken. De toegevoegde waarde van het boek zit hem vooral in de biografieën van de verzetslieden. Het betrof alle gewone mannen die door de oorlog in ongewone omstandigheden terecht kwamen en voor zeer moeilijke keuzes werden gesteld. Zij hadden uitgezonderd hun bijdrage aan de illegaliteit, weinig gemeenschappelijke kenmerken. Ze waren afkomstig uit uiteenlopende milieus, van arm tot rijk en van verschillende gezindten. Acht van hen hadden gewerkt bij de politie en/of marechaussee en relatief veel waren gereformeerd, maar dat gold lang niet voor allen. Hoewel de meeste ervaren verzetslieden waren, namen er ook negen personen deel aan de overval, die tot dan toe bij geen of weinig (gewapende) verzetsactiviteiten betrokken waren geweest. Piet Oberman, de leider van de actie, verklaarde later dat de mannen zorgvuldig waren geselecteerd op basis van specifieke kenmerken, zoals hun ervaring, afkomst en het feit of zij al dan niet gehuwd waren. De auteur voert echter aan dat afgaande op de diversiteit binnen de groep, het er waarschijnlijk puur om ging welke mannen het snelst beschikbaar waren in Leeuwarden en omstreken. Verschillende deelnemers aan de overval trokken na hun pensionering langs scholen om te vertellen over hun ervaringen tijdens de oorlog. Zij waarschuwden tijdens deze gesprekken voor de gevaren van extreme opvattingen. Ook wilden zij het ware verhaal over de oorlog vertellen, want de jeugd had daar door de moderne oorlogsfilms een verkeerd beeld van. Dat geldt zeker niet voor dit boek, waarin de lotgevallen van de deelnemers aan de overval op het huis van bewaring in Leeuwarden op goed onderbouwde en lezenswaardige wijze worden weergegeven. ‘De mannen van de Overval’ is een mooie aanvulling op de bestaande werken over het verzet in Nederland en zeker voor de mensen die geïnteresseerd zijn in de overval op het huis van bewaring in Leeuwarden, een aanrader. |
Beoordeling: | Zeer goed |