De industriële revolutie die in Europa rond 1850-1900 op gang kwam zorgde ervoor dat grootschalige mechanisering (ontwikkeling en inzet van machines) in fabrieken plaatsvond. Tientallen jaren later (1930-1950) waren machines ontstaan die het (fysieke) werk van mensen vereenvoudigden. Bijvoorbeeld tractoren die in de landbouwsector op steeds grotere schaal gebruikt werden. De Sovjet-Unie was lange tijd een overwegend agrarisch land waar mechanisering en machines aan het begin van de 20ste eeuw een zeldzaamheid waren. De 'Vijfjarenplannen' van Joseph V. Stalin (1878-1953) zorgden ervoor dat het land voor een groot deel geïndustrialiseerd werd en er op steeds grotere schaal machinebouw plaatsvond. Tractoren en andere machines konden toentertijd, ongeveer vanaf 1930, gebouwd worden door grote staatsfabrieken. Rond 1933 werden de eerste tractoren in de Sovjet-Unie gebouwd. Het eerste model, de S-60, was een tractor met rupsbanden. Dat model werd tussen 1933 en 1937 gefabriceerd. Een ander, nieuwer model was de S-65 (1937-1941). De S-65 Sovjettractor had een vrij krachtige motor en prominente voorkant, rupsbanden en was ook geschikt om artilleriewapens zoals kanonnen of houwitsers (152 mm M1937 (ML-20) voort te slepen. Uiteraard was de tractor geschikt om landarbeid (ploegwerkzaamheden) te verrichten.
In de Sovjet-Unie werd op 1 juni 1933 een grote tractorfabriek opgericht (Chelyabinskii Traktornyi Zavod imeni Stalina (ChTZ). 'Zavod' is het Russische woord voor 'fabriek'. De eerste tractoren die de Sovjet-Unie produceerde waren in feite kopieën van Amerikaanse modellen (Caterpillar Sixty) die met benzinemotoren of dieselmotoren en rupsbanden uitgerust waren. De S-65 tractor (Stalinetz/Stalinets S-65/Сталинец-65) werd tussen 1937 en 1941 gebouwd, woog ongeveer 11,2 tot 12,4 ton en had een M-17 dieselmotor (Stalinetz M-17 18.5 liter 4-cilinder dieselmotor) met een vermogen van 65 tot 75 pk. Die motor werd gestart door een V-20 benzinemotor van 20 pk. Het onderstel van de tractor bestond uit vijf wielen met twee kleinere toprollers onder de rupsbanden (exclusief de grote aandrijfwielen). De rupsbanden waren ongeveer 500mm breed en maakten het mogelijk door onverhard terrein te rijden. De versnellingsbak had drie standen vooruit en één achteruit. De open of gesloten cabine bood plaats aan twee man en het voertuig bereikte een snelheid van 6,95 kilometer per uur. De prominente, rechthoekige voorkant was een opvallend kenmerk van de S-65. Er waren twee koplampen aan de voorkant aanwezig. De S-65 had een trekkracht van 4,1 tot 4,4 ton. In totaal werden 37,626 S-65 tractoren gebouwd. In 1941 stopte de productie van de tractor omdat de fabriek (ChTZ) overschakelde op de productie van tanks en andere pantservoertuigen. Er zouden ongeveer 10,000 S-65 tractoren in 1941 gebruikt worden door het Rode Leger. Een verbeterd model (S-80) werd na de oorlog geproduceerd.
Een aantal S-65 tractoren werd door de Duitse Wehrmacht vanaf 22 juni 1941 veroverd en gebruikt om kanonnen of houwitsers (zoals de 15 cm sFH 18/schwere Feldhaubitze 18) voort te slepen. Ook kleinere Duitse wapens zoals de 10.5 cm leFH 18 (leichte Feldhaubitze 18) zijn op zwart-wit foto's op internet te zien.
Model: | ChTZ S-65 (Stalinets S-65) |
Gewicht: | Plusminus 11,2 ton |
Bemanning: | 2 man |
Motor: | Stalinetz M-17 18.5 liter 4-cilinder dieselmotor (65-75 pk bij 850 omwentelingen per minuut) |
Snelheid: | Maximaal 6,95 km/u |
Bereik: | Maximaal 75 km |
Afmetingen: | Lengte: 4,086 meter, hoogte: 2,151 meter, breedte: 2,416 meter |
Productieaantal: | 37,626 stuks |