Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de rompen van tanks en onderstellen hergebruikt bij de constructie van nieuwe pantservoertuigen. Vaak ging het om verouderde tankmodellen die niet krachtig genoeg (meer) waren om nieuwe generaties vijandelijke tanks en andere pantservoertuigen te vernietigen. De Duitse Panzerkampfwagen I (Panzer I/PzKpfw I) was bewapend met machinegeweren en was licht gepantserd. De tank was over het algemeen te zwak om het op te nemen tegen vijandelijke tanks. Dat werd al in 1940 duidelijk toen de tank eigenlijk al verouderd was. Om het onderstel van de Panzerkampfwagen I te hergebruiken besloten de Duitse legertop en ingenieurs van Alkett om het Panzer I-onderstel met zwaar 15 cm geschut te bewapenen en zodoende nieuw leven in te blazen in de verouderde tank. Zodoende ontstond een nieuw, gemechaniseerd geschut dat in staat was de infanterie van dichtbij te ondersteunen en vuursteun te verlenen.
De 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B (Sd.Kfz. 101) werd ontwikkeld om directe vuursteun aan de infanterie te geven. Het mobiele geschut kon snel verplaatst worden en was zodoende een aanvulling op het bestaande wapenarsenaal. Wat betreft uiterlijke kenmerken werden de koepel en de opbouw van de lichte Panzerkampfwagen I Ausf. B (versie 'B') achterwege gelaten en een groot, vierkant pantserschild werd gemonteerd op de romp die licht gepantserd was. De lichte bepantsering van het voertuig (10-13mm) bood geenszins bescherming tegen antitankmunitie of grote vliegtuigpatronen. De achterkant van het voertuig was niet voorzien van een pantserschild en de bovenkant van het voertuig was open gelaten. De 15 cm sIG (schwere Infanterie Geschütz) werd gekozen als bewapening voor het voertuig. De motor van het voertuig (Maybach NL38TR) leverde 100pk en de versnellingsbak had vijf versnellingen vooruit en één achteruit. Het voertuig werd bediend door vier bemanningsleden. De fabrikant van het voertuig was Alkett.
Grote nadelen van het voertuig waren het feit dat de pantserplaten erg dun waren en dat het schild aan de achterkant en bovenkant open was. Daardoor was de bemanning niet goed beschermd tegen vliegtuigen (jagers, duikbommenwerpers en bommenwerpers). Vijandelijke tanks konden met pantsermunitie de 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B op grote afstand vernietigen. Ook infanteriewapens zoals handgranaten konden in de open cabine worden geworpen.
Het voertuig had een 15 cm (149.1mm) sIG 33 (schweres Infanterie Geschütz 33) dat in staat was brisantmunitie, holle lading en rookgranaten af te vuren. Het maximaal bereik van het geschut bedroeg 4.700 meter. De projectielen van de (brisant) munitie wogen plusminus 38 kilogram, de I Gr 39 Hl/A (holle lading) woog 25 tot 25.5 kilogram en de I Gr 38 Nb (rookgranaat) woog 40 kilogram. De standaard I Gr 39 Hl/A (Gr39 H1/A) had een snelheid van 280 meter per seconde (m/s) en doorboorde ongeveer 160 mm staal tot op een afstand van een kilometer of verder (bij een inslaghoek van dertig graden). Bij een inslaghoek van negentig graden doorboorde die granaat 180 mm staal. De brisant munitie was vooral geschikt tegen gebouwen, vijandelijke infanterie of stellingen. Het richtvizier van het geschut was de Rblf36 en de elevatie van het geschut bedroeg vier graden omlaag en vijfenzeventig graden omhoog (-4° en +75°).
Het voertuig werd gebruikt om de sIG (Sf) Kompanien 701 tot en met 706 uit te rusten die tijdens de campagnes in België, Nederland en Frankrijk in mei en juni 1940 dienst deden. In 1941 deden voertuigen dienst in de Sovjet-Unie. Sommige 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B voertuigen waren nog in dienst in 1943 bij de 704de zware Infanteriegeschütz Abteilung van de 5de Pantserdivisie (Panzer Division) in de Sovjet-Unie.
Op zwart-wit beelden uit de Tweede Wereldoorlog zien we de 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B, ook wel 'Sturmpanzer I' genoemd, in actie waarbij het geschut vuurt op gebouwen. Duidelijk wordt dat het grote silhouet een groot nadeel vormde en de terugslag van het geschut niet onderschat moest worden.
Net zoals de Panzerkampfwagen I Ausf. A en B was de 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B zeer zwak gepantserd (10-13mm). Alle kanten van het voertuig konden door 20mm, 37mm of grotere antitankkanonnen doorboord worden. De open cabine was erg kwetsbaar en bood weinig bescherming voor de bemanning. Het gewicht (8.5 ton) zorgde ervoor dat het onderstel werd overbelast en daardoor schade ontstond. Het hoge silhouet was zeer nadelig: het voertuig was eigenlijk een niet te missen doelwit. Een ander nadeel was het feit dat de munitie met behulp van andere voertuigen aangevoerd moest worden. De trage mondingssnelheid van de granaten maakte het tevens lastig om op snelle, bewegende doelen te schieten. Het voertuig was dus geschikter om te dienen vanaf een afstand, verdekt opgesteld en ondersteund door infanterie en, het liefste, door andere pantservoertuigen. Al met al was het voertuig een improvisatie of poging om directe vuursteun te verlenen voor de infanterie. In totaal werden slechts 38 (chassisnummers 10478-16500) 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B in februari 1940 geproduceerd waarbij Panzer I Ausf. B voertuigen omgebouwd werden.
Model: | 15cm sIG33 (Sf) auf Panzerkampfwagen I Ausf. B |
Gewicht: | Plusminus 8.5 tot 9 ton |
Bemanning: | 4 man |
Motor: | Maybach NL38TR van 100pk |
Snelheid: | 35 tot 40 km/u maximaal op de weg |
Bereik: | 140 km |
Afmetingen: | Lengte: 4.67 meter, hoogte: 2.8 meter, breedte: 2.06 meter |
Bewapening: | 1 x 150mm (15 cm) sIG33 L/11 |
Munitie: | 150mm (15 cm) sIG33 L/11 (onbekend) |
Bepantsering: | Voorkant - 13mm (schild: 10mm), zijkant - 13mm (schild: 10mm), achterkant - 13mm (schild: open), bovenkant - 6mm (romp) |