Frits Herbert Iordens (ook wel geschreven als Jordens) werd geboren op 12 juni 1919 in Arnhem. Hij was de zoon van een Arnhemse bankdirecteur. In 1938 begon hij zijn rechtenstudie aan de Universiteit Utrecht en werd hij ook lid van het Utrechts Studenten Corps (USC).
Het Utrechts Kindercomité werd in de zomer van 1942 opgericht door Jan Meulenbelt en Rut Mathijssen. Het Kindercomité regelde onderdak voor Joodse kinderen en sommige volwassenen. Het Kindercomité groeide enorm en om alles goed bij te kunnen houden, hadden ze een speciaal codeboek. Uit veiligheidsoverwegingen werd het bewaard op een speciale plaats, de kluis van aartsbisschop de Jong aan de Maliebaan. Het Utrechts Kindercomité wist uiteindelijk zo’n 400 Joodse kinderen te redden.
In de nazomer van 1942 werd Frits Iordens gevraagd door Jan Meulenbelt om zich aan te sluiten bij het Kindercomité. Frits zei toe en werd een belangrijk lid van het Kindercomité. Zijn onderduikadressen bevonden zich vooral in de omgeving van Arnhem, zijn geboorteplaats. Ook had hij adressen in en rond Utrecht.
Frits werd verliefd terwijl hij actief was bij het Kindercomité, hij viel op mede verzetsstrijder Anne Maclaine Pont. Samen zouden zij veel verzetswerk gaan doen. Zo haalden zij onder andere veel van de Joodse kinderen (die voornamelijk in Amsterdam woonden) op om ze vervolgens bij hun onderduikadressen te brengen. Ook is er een verhaal bekend waarbij Frits en zijn vriendin Anne drie kinderen hebben teruggehaald. Deze kinderen waren opgepakt bij een adres in Utrecht waar het Kindercomité ze had geplaatst en naar Amsterdam gebracht. Frits (gekleed in een SS-uniform) had ze samen met zijn vriendin Anne weer teruggevorderd en alsnog in veiligheid gebracht.
Op 13 december 1942, vroeg in de ochtend, werd de studentenadministratie van de Universiteit Utrecht in brand gestoken. Secretaris-generaal professor J. van Dam van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Kunsten wilde de namenregisters van alle studenten, zodat deze te werk gesteld konden worden in Duitsland. De vriendin van Frits, Anne, verstopte zich op 12 december, kort voordat de conciërge wegging. Toen de conciërge was vertrokken haalde Anne de sleutels uit zijn kantoor en opende de deur voor Frits en de drie andere studenten. Zij haalden alle kaarten van de ingeschreven studenten uit de bakken en maakten hier een papierberg van. Om 4 uur ’s ochtends (toen de spertijd voorbij was), staken zij deze in brand. Een grote tegenslag voor de Duitsers.
In 1943 zette Frits samen met Anne een vluchtroute uit naar Frankrijk, via deze route werden neergestorte piloten in veiligheid gebracht. Hij bracht onder andere piloten naar Brussel en Frankrijk. In datzelfde jaar, op 2 augustus 1943, trouwden ze in Arnhem.
Op 2 maart 1944 was Frits Iordens met enkele piloten op doorreis naar Frankrijk. Toen ze in het Belgische Hasselt waren werden ze gepakt. Frits en de piloten vluchtten weg. Frits probeerde de aandacht af te leiden zodat de piloten weg konden komen, hierbij vluchtte hij een doodlopende straat in en hij werd neergeschoten door de Duitsers.
Na de oorlog werd op de universiteit van Utrecht zijn naam toegevoegd aan een lijst van studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Twee jaar na zijn dood liet zijn weduwe Anne een grafsteen plaatsen op zijn graf op landgoed Eerde in de gemeente Ommen. Ze kwamen altijd graag op deze plaats en verborgen op het landgoed naar verluidt tijdens de oorlog 40 kinderen.