Titel: | After Stalingrad |
Ondertitel: | Seven Years as a Soviet Prisoner of War |
Auteur: | Adelbert Holl |
Uitgever: | Pen and Sword |
Uitgebracht: | 2016 |
Pagina's: | 223 |
ISBN: | 978-1-47385-611-0 |
Bijzonderheden: | Oorspronkelijke Duitse titel: Was geschah nach Stalingrad? (1965). Vertaald uit het Duits door Tony Le Tissier |
Omschrijving: |
Na de omsingeling van de Duitse en Roemeense troepen bij Stalingrad in november 1942 was een van de grootste problemen van het Duitse opperbevel hoe deze legermacht van bijna 300.000 moest worden bevoorraad. Een ontzettingspoging stuitte op dermate veel Sovjettegenstand dat het omsingelde gebied niet bereikt kon worden. Er werd een ambitieuze luchtbrug op touw gezet, maar als gevolg van een tekort aan transportvliegtuigen en de felle tegenstand van de Rode Luchtmacht kreeg het omsingelde leger bij lange na niet de benodigde hoeveelheid voedsel en munitie. De Sovjetlegers drongen de Duitsers terug op een steeds kleiner wordend gebied en eind januari gaf Friedrich Paulus zich met de restanten van zijn gedecimeerde leger over. In het noorden van Stalingrad hield een legerkorps nog iets langer stand, tot 2 februari. Ongeveer 130.000 Duitse en Roemeense soldaten, ernstig verzwakt door honger, kou en een gebrek aan medicijnen, verdwenen in Sovjetkrijgsgevangenschap. Over het lot van deze krijgsgevangenen is vrij weinig gepubliceerd. Bekend is dat slechts zo'n 6000 van hen naar huis terugkeerden, vaak pas vele jaren na de oorlog. Doordat het Sovjetopperbevel schatte dat er slechts 85-90 duizend Duitsers bij Stalingrad omsingeld waren, was het aantal krijgsgevangen aanmerkelijk groter dan de Russen konden verwerken. De overgrote meerderheid van de gevangenen stierf als gevolg hiervan in de dagen direct na de overgave, waarin hun bewakers hen lange afstanden lieten marcheren op erbarmelijke rantsoenen. Adelbert Holl was een van deze krijgsgevangenen. Hij werd op 2 februari 1943 gevangengenomen en keerde pas zeven jaar later weer terug naar Duitsland. Hij zette zijn herinneringen gelijk op schrift en publiceerde ze in 1965. Ze vormen een van de weinige getuigenissen uit eerste hand over de beproeving die de krijgsgevangenen van het 6. Armee moesten doormaken. Zijn relaas begint op de dag van zijn overgave, beschrijft in detail hoe hij en zijn medeofficieren schier oneindige afstanden moeten marcheren, op weg naar een onzeker onderkomen, en hoe de overlevenden vervolgens van het ene kamp naar het andere worden overgeplaatst. In deze kampen wordt Holl onder meer verplicht dwangarbeid te verrichten – hoewel hij hier als officier vrijgesteld van zou moeten zijn – en krijgt hij te maken met een schijnproces door een Russisch gerechtshof, dat hem veroordeeld vanwege 'sabotage'. Duidelijk merkbaar in Holls verslag zijn zijn afkeer van de Sovjetbewakers, zijn gevoel van algehele onmacht en zijn ergernis vanwege de onzekerheid van zijn toekomst. Le Tissier heeft de oorspronkelijke Duitse tekst zonder enige toelichtingen vertaald. Een voordeel hiervan is dat Holls aangrijpende en meeslepende relaas niet door storende voetnoten wordt onderbroken, maar het gevolg is wel dat her en der de noodzakelijke context ontbreekt. Uit Holls verslag weten we dat hij als jonge kapitein – waarschijnlijk amper twintig jaar oud – ergens in het noordwesten van Stalingrad krijgsgevangen is gemaakt. Ook geeft Holls getuigenis enige inkijk in zijn karakter; hij is duidelijk een ontwikkeld, welgemanierd, altruïstisch officier met plichtsbesef. Zijn dienstvak daarentegen, zijn eenheid, zijn precieze leeftijd, zijn afkomst, zijn ervaringen tijdens de slag om Stalingrad, zijn leven na terugkeer in Duitsland – naar dergelijke niet onbelangrijke details kunnen we slechts gissen. Een inleiding van de hand van de vertaler of een andere historicus, waarin meer over de levensloop van Adelbert Holl wordt verteld, zou een waardevolle toevoeging zijn geweest. After Stalingrad is in zekere zin het vervolg op Infantryman in Stalingrad, dat Holls ervaringen tijdens de slag om Stalingrad beschrijft. Deze vertaling verscheen in 2005 bij Leaping Horseman Books en was voorzien van uitgebreide historische toelichtingen en kaarten. Het is jammer dat in After Stalingrad niet voor deze aanpak is gekozen, niet in de laatste plaats omdat het een vervolgwerk is dat ook begrijpelijk moet zijn voor lezers die onbekend zijn met het eerste deel. In After Stalingrad worden diverse doorvoerkampen in het gebied tussen de Don en de Wolga genoemd, waarbij een kaartje met daarop de locaties erg nuttig zou zijn geweest. Er worden verder meerdere namen van medegevangenen genoemd, waaronder verscheidene hoge officieren, die Holls waarschijnlijk zo goed heeft gekend dat ze naar zijn mening geen toelichting behoefden maar die de vertaler gerust in een korte voetnoot had mogen identificeren. Hetzelfde geldt voor weinig bekende Duitse functie-aanduidingen en afkortingen, die Le Tissier had moeten vertalen of voorzien van een voetnoot. Niet lang na zijn gevangenname stuit Holl op "my last commander, Colonel Reinisch, and his adjutant, Lieutenant Brendgen, as well as the divisional Ia Lieutenant-Colonel Menzel"; Reinisch voerde het bevel over Panzergrenadier-Regiment 79 van de 16. Panzerdivision en Hubert Menzel was de chef-staf van deze divisie, waarmee gelijk duidelijk zou zijn geworden in welke eenheid Holl diende. Holls schrijftalent is onmiskenbaar. Zijn prettig leesbare relaas is meeslepend en bevat opmerkelijk veel details voor een tekst die klaarblijkelijk niet op basis van aantekeningen, maar op basis van zijn geheugen op papier is gezet. Het resultaat is een waardevol ooggetuigenverslag van het weinig belichte Duitse krijgsgevangenschap in de Sovjet-Unie. |
Beoordeling: | Zeer goed |