Titel: | The Defence of Sevastopol 1941-1942 |
Ondertitel: | The Soviet Perspective |
Auteur: | Clayton Donnell |
Uitgever: | Pen & Sword |
Uitgebracht: | 2016 |
Pagina's: | 248 |
ISBN: | 978-1-78346-391-6 |
Omschrijving: |
Het 250 dagen durende beleg van Sebastopol (oktober 1941‒juli 1942) is van oudsher behandeld als een secundaire campagne. Het merendeel van de Krim werd in de herfst van 1941 vrijwel volledig ingenomen als onderdeel van de snelle opmars van Heeresgruppe Süd, maar Sebastopol, de versterkte havenstad aan de zuidwestkust van de Krim, hield nog maanden stand. Het beleg van de stad wordt doorgaans gezien als een nasleep van Operatie Barbarossa of een prelude tot Fall Blau, het grote Duitse offensief van de zomer van 1942. Clayton Donnell, een amateurhistoricus en gepensioneerd militair, heeft aan de rol van het Rode Leger in deze weinig belichte episode een heel boek gewijd. De Krim was van strategisch belang omdat de Rode Luchtmacht vanaf hier aanvallen op de Roemeense olievelden kon ondernemen. Daarnaast was Sebastopol de voornaamste basis van de Zwarte Zeevloot en bood de nauwe Straat van Kerch een alternatieve route naar de Kaukasus. De inname van de Krim werd toegewezen aan het Duitse 11. Armee, dat kort tevoren onder bevel van Generaloberst Erich von Manstein was komen te staan. Medio december 1941 ging Von Mansteins eerste aanval op Sebastopol van start, maar de bestorming liep stuk op de geduchte 19e-eeuwse forten, batterijen en andere vestingwerken. Bovendien ondernamen de Sovjets later die maand een grote landingsoperatie op de zuidoostelijke kustlijn van de Krim, waardoor het 11. Armee zich niet volledig op Sebastopol kon richten. Von Manstein wist de landingstroepen terug te drijven naar de meest oostelijke punt van de Krim, het schiereiland Kerch, maar het Sovjetopperbevel bleef troepen over de zeestraat zetten. Pas in mei 1942 wist Von Manstein de Sovjetlegers bij Kerch een grote nederlaag toe te brengen. Dit gaf hem de vrijheid van handelen om op 7 juni een nieuwe aanval op Sebastopol te lanceren. Met behulp van zwaar spoorweggeschut en enorme mortieren werden de Sovjetstellingen verpulverd. Een maand later gaven de laatste verdedigers zich over. Von Manstein werd als beloning bevorderd tot Generalfeldmarschall. Eerdere boeken van Clayton Donnell gingen allemaal over vestingwerken en dat is duidelijk merkbaar aan zijn boek over Sebastopol. De uiteenzetting van de verdediging van Sebastopol behandelt in overwegende mate de talloze forten en geschutsbatterijen die rondom de baai van Sebastopol waren aangelegd. Het is veelzeggend dat 75 van de 98 afbeeldingen vestingwerken tonen. Een campagneverslag vereist echter meer dan een uitputtend exposé van de aanwezige verdedigingsstellingen en monotone beschrijvingen van hoe elke batterij uiteindelijk bezweek onder de Duitse aanvallen. Eigenlijk had het boek een andere titel verdiend: "De vestingwerken van Sebastopol 1941-1942". De historische context vormt het grootste probleem van het boek. Krijgshistorici hebben weleens de neiging om overdreven veel belang toe te kennen aan de campagne die zij bestuderen. Helaas valt ook Donnell ten prooi aan een dergelijke tunnelvisie. De flaptekst noemt de slag om Sebastopol "one of the most remarkable campaigns in the history of modern warfare", wat helaas niet wordt toegelicht in de hoofdtekst. Maar het is vooral teleurstellend dat de bewering dat "the after-effects of the German victory and its significance in the context of the war on the Eastern Front" worden behandeld, niet wordt waargemaakt. Diverse aan het Oostfront uitgevoerde operaties zijn wereldberoemd, zoals de slagen om Leningrad, Moskou, Stalingrad en Koersk; de gevechten om Sebastopol vormen een wat obscuurder episode, dus een toelichting waarom zij zo'n cruciale plek innemen in de canon van het Oostfront zou zeer wenselijk zijn geweest. Donnell sluit zijn inleiding af met de gedurfde stelling dat Von Manstein's 11. Armee, doordat het pas in de zomer van 1942 de Sebastopol-campagne had afgerond, pas laat de Kaukasus in kon trekken en toen geen invloed meer kon uitoefenen op de operaties aldaar. Het beleg van Sebastopol was volgens Donnell "a Soviet victory because it kept an entire army bogged down for over eight months and it had a direct effect on the greatest Soviet victory of all a few months later at Stalingrad." Nergens in zijn boek komt Donnell hierop terug. Wat betreft Donnell's eerste argument kan net zo goed worden gesteld dat het voor Duitse begrippen relatief kleine 11. Armee in deze periode meer dan vier Sovjetlegers aan zich bond ‒ legers die dus niet elders konden worden ingezet. Het Rode Leger verloor naar schatting 150.000 man in Sebastopol en bijna 240.000 troepen tijdens de landingen op de Krim ‒ een immens verlies aan Sovjetzijde. Wat betreft zijn tweede argument lijkt Donnell zich niet te realiseren dat de slag om Stalingrad pas eind november 1942 een keerpunt bereikte ‒ ruim vier maanden na Von Mansteins moeizaam behaalde zege bij Sebastopol. Een rechtstreeks verband leggen tussen beide operaties is dus nogal gezocht. Er was tijd genoeg om het 11. Armee in te zetten in de Stalingrad-sector, maar Hitler koos ervoor om de meerderheid van het leger ‒ vijf divisies en de zware belegeringsartillerie ‒ over te plaatsen naar Leningrad in het verre noorden. In het slot van zijn conclusie slaat Donnell te ver door in zijn analyse. De overplaatsing van de hoofdmoot van het 11. Armee naar Leningrad "had dire consequences for Germany", zo stelt hij gewichtig. Het Duitse 6. Armee, dat verwikkeld was in hevige straatgevechten in Stalingrad, zou baat hebben gehad bij een paar extra divisies en daarmee de stad volledig hebben kunnen veroveren. Het 11. Armee had volgens Donnell ook als reserve kunnen worden gebruikt en "it could have [...] at least plugged the gap as soon as the Red Army had broken through the Rumanian lines." Het is echter volstrekt onaannemelijk dat het 11. Armee leger de tangbeweging van de zeven Sovjetlegers een halt had kunnen toeroepen of het gapende gat in de frontlinie had kunnen dichten. In feite is deze hele overpeinzing in de context van Sebastopol echter volkomen irrelevant; dat Donnell Hitlers bewuste keuze om het 11. Armee na de zege op de Krim naar Leningrad te sturen negeert, daarna dit leger een grote potentiële rol bij Stalingrad toebedeelt en vervolgens op basis van dit scenario concludeert dat het beleg van Sebastopol tijdens de oorlog een cruciale rol heeft gespeeld, is een ernstige historiografische misstap. Het boek biedt een inkijk in de verdedigingsstellingen in de baai van Sebastopol, maar door de overdadige aandacht voor Donnell's passie, forten en vestingwerken, is het beleg van Sebastopol niet evenwichtig beschreven. Bovenal schiet The Defence of Sevastopol 1941-1942 echter tekort wat betreft historische inkadering. Niet-onderbouwde, ongeloofwaardige en vergezochte beweringen zijn in overvloed aanwezig. De vraag waarom het beleg van Sebastopol meer is dan een voetnoet in de geschiedenis, en hoe de operatie het verloop van verdere campagnes heeft beïnvloed, blijft onbeantwoord. |
Beoordeling: | Redelijk |