De onderstaande tekst is letterlijk, dus inclusief ouderwets taalgebruik, overgenomen van een document dat op 21 mei 1945, op verzoek van het Amerikaanse First Army, opgesteld werd door de Nederlander W.A. Oudshoorn. Het betreft zijn ervaringen als gevangene in het Duitse concentratiekamp Mittelbau-Dora vlakbij Nordhausen, dat op 11 april 1945 door de Amerikanen bevrijd werd.
Military Government
PROVISIONAL DETACHMENT No. 8 – FIRST U.S. ARMY
NORDHAUSEN _ A PO 230
Concentratie Kamp Dora 21/5 1945
Verklaring, afgelegd door
Haftling W.A. Oudshoorn
Dora No. 105 805
Geboren 24/7 1909 te ’s-Gravenhage
Adres Prof. Bolklaan 8 – Rotterdam
Beroep Arts
Gearresteerd in Juni 1943 in verband met de verzetactie der Nederl. Doktoren tegen het invoeren der nazi-methoden onder de Nederl. Artsen.
Na een verblijf van 3 maanden in de gevangenis ’t Haagsche Veer, te Rotterdam op 7 October 1943 gedeporteerd naar Concentratie kamp Amersfoort, vandaar op 18 Febr. 1944 naar het Concentratie kamp Vught. Vandaar op 25 mei 1944 naar het Concentratie kamp Dachau, in Dl. vandaar op 18 September 1944 naar het concentratiekamp Ottobrun, vandaar op 3 Jan. 1945 naar concentratiekamp Dora.
Gaarne voldoe ik aan het verzoek, een indruk te geven, wat zich in het concentratiekamp Dora bij Nordhausen heeft afgespeeld, althans, datgene mede te deelen, wat mij door eigen ervaring, of via mededeeling van betrouwbare getuigen bekend is.
Kamp Dora vormde aanvankelijk een zoogenaamd buitencommando van Buchenwalde. Het werd geopend in den nazomer van 1943, met een transport van enkele honderden gevangenen, die in zeer korten tijd tot vele duizenden aangegroeid zijn. Voor de benoodigde arbeidskrachten werd dus aanvankelijk vanuit Buchenwalde gezorgd.
Ondanks het feit, dat Dora mede tot een der grootste concentratiekampen van Dl. behoorde, was van het bestaan daarvan in de buitenwereld weinig of niets bekend. Iedereen, binnen of buiten Dl. kende namen als Dachau, Buchenwalde, Auschwietz, doch dat zich 7 KM van de in Tühringen gelegen plaats Nordhausen, een kamp bevond, met de geheimen naam Dora en een gevangenen aantal van 45.000 man, heeft slechts een enkele geweten.De Duitschers hebben getracht, tengevolge der geallieerde bombardementen, diverse hunner voor den oorlog belangrijke industrieën in ondergrondsche fabrieken onder te brengen. Het stichten van een dergelijk bedrijf vormde de opzet van het kamp Dora, in record tijd – 2 jaar – is hier een onderaardsch gewelven complex ontstaan, uitgegraven in een bergrug, de z.g. Kohnstein van een dusdanigen omvang, dat slechts hij, die dit met eigen oogen heeft aanschouwd, zich een idee kan vormen van den arbeid, die verricht, en het lijden dat daardoor geleden is.
Zelfs voor Am. Begrippen schijnt het tot stand brengen van dit werk in een dergelijken korten termijn welhaast onmogelijk, zoals men ons na het bezichtigen steeds weer verzekerde. In deze onderaardsche fabriek construeerde men de "V" wapens, niet slechts aan U bekende V I en V 2, doch werkte men koortsachtig aan plannen en uitvoering van een derde lucht torpedo de V 4, met een lengte van 24 M. Deze V 4 zou een explosief radius hebben van 35 KM.
Het ging hier niet om een leege fantasie, doch om een nieuw wapen, waarvan men daadwerkelijk ongev. 1000 exemplaren geconstrueerd heeft dat echter de kinderziekte nog niet te boven was.
Hadden de Duitschers nog de tijd gehad, dan zou de uitwerking van dit wapen, zoo niet beslissend, toch voor de geallieerden een zeer ernstige bedrijging hebben kunnen zijn.
Dl. hoopte op Dora, alle toespelingen op de nieuwe wapens duiden niet op de V I of V 2, maar al te zeer was het den toonaangevenden leiders in Duitschland duidelijk, hoe weinig doeltreffend de uitwerking dezer met duivelsche genialiteit gevonden wapens was. Men hoopte op de V 4, had echter gelukkig geen tijd, dit wapen te vervolmaken.
In dit licht moet men ook de inzet der gevangenen en hun behandeling zien, het ging hier niet om der vernietigingswille, doch om een doelbewuste door voering van een wapenfabricatie, waarvan men alsnog den Endzieg hoopte te kunnen forceren.
"Ohne Rücksicht auf Leben und Gesundheit der Häftlinge", zooals het woordelijk in een Geheimschreiben heette, werden duizenden meerendeels politiek gevangenen aan deze plannen opgeofferd.
In het voorjaar van 1943 werden nog in Buchenwalde de zg. N.N. wil zeggen Nacht en Nevel, en waren de Code letters voor die Haftlinge, die naar het concentratie Kamp Natzweiler/Elsass gestuurd werden om daar letterlijk bij nacht en nevel in de steengroeven te worden omgebracht-later kwamen deze NN Haftlinge rechtstreeks veelal naar Dora omdat men wist dat de aldaar te verrichten arbeid in kortentijd hetzelfde bewerkstelligde, als de sadistische bestialiteit in het genoemde kamp in den Elsass.
Ook vele Hollanders zijn dezen weg gegaan.
Het bovenstaande was begrijpelijkerwijs reden, waarom in elk opzicht de strikste geheimhouding werd betracht.
Zelfs de inwoners van Nordhausen wisten niet, wat er zich in het Kamp Dora afspeelde.
Uit den aard der zaak werkten in den tunnel honderden Duitsche en ook buitenlandsche civilisten, deskundigen, vakarbeiders etc. Hen was kennelijk een dergelijke geheimhouding opgelegd, dat slechts een enkeling van buiten erin slaagde, door dezen nevel van geheimzinnigheid den achtergrond te aanschouwen.
Deze geheimhouding is m.i. den Duitschers voor 100% gelukt, de Geallieerde Inlichtingendienst heeft tot groot geluk van onze gevangenen, de V-werken in Dora niet ontdekt, dagelijks trokken honderden bommenwerpers over onze hoofden naar elders, steeds verwachtten wij, gebombardeerd te zullen worden, een bombardement , een bombardement, dat gezien de ligging der Häftlingsbarakken een ramp zou zijn geworden, en gezien de onderaarsche ligging der fabriek weinig nuttig effect zou hebben gehad.
Er bestond reeds sedert jaren bij Nordhausen een soort steengroeve, die niet meer werd geëxploiteerd. Deze groeve vormde het uitgangspunt voor den bouw van aanvankelijk twee parallel loopende tunnels, met een breedte van +/- 6 M en een lengte van 2 [onleesbaar] KM.
In de zg. B-tunnel alleen bevonden zich 46 in dwarsrichting uitgehouwen hallen. Later ontwierp men nog een derde veel kleinere tunnel.
Het eerste transport gevangenen arriveerde alzoo in den nazomer 1943, er was niets, maar dan ook totaal niets voor de onderbrenging dezer ongelukkige pioniers. Zij werkten 12-14 uur per etmaal aan den tunnelbouw, opgejaagd, mishandeld door hun SS-beulen op een wijze, die door hen, die dit niet persoonlijk ondervonden hebben, nauwelijks zal kunnen worden gerealiseerd. Van barakken, bedden behoorlijke kleeding of enigermate toerijkende voeding was geen sprake. Gedurende 1 uur per etmaal was het hen in theorie toegestaan, het zonlicht te aanschouwen, practisch echter kwam niemand buiten, aangezien in deze "vrijen tijd" het eten werd uitgedeeld. Een ieder drong en wrong in de enge gangen, om zijn karig maal te veroveren.
Vuil, moe, hongerig, verwond en gekneusd, strekte men zich in gezelschap van miljoenen luizen en vlooien op den harden stroozak, om enkele uren te kunnen slapen. De toneelen, die zich destijds in het halfduister hebben afgespeeld onder deze voor hun leven vechtende menschen, zijn daadwerkelijk niet te beschrijven. Moord en dood voor een korst brood of een sigaret waren aan de orde van den dag.
De sterftecijfers waren, zooals in de eerste maanden enorm. Oorzaak hiervan waren in hoofdzaak de onhygienische verhoudingen. De gevangenen verrichten niet alleen de zwaarst denkbare mijnarbeid, doch moesten ook in de door hen gemaakte schachten slapen. Zoo sliepen bv. in een schacht, diep in het binnenste van den berg 3.000 menschen, zonder bedden, ventilatie, waschgelegenheid , of closets, gelegen op stroozakken, welker kwaliteit zich laat denken. Men werkte in dag en nachtploegen, de slaapplaatsen werden practisch nooit koud, de een stond op en de ander viel er uitgeput op neder, en trachtte temidden van het gedreun der boormachines, het gedonder der dynamietexplosies, in een verstikkende atmospheer van gruis, stof en faecalien enkele uren slaap te vinden.
Toiletten waren de eerste maanden niet aanwezig, ieder verrichtte zijn behoeften, daar wij hij stond, slechts een maal in de week kwam een speciaal gevangenencommando en veegde de gangen schoon.
Maanden lang konden de gevangenen zich noch wasschen, noch verschoonen. Er waren er zelfs, die zich bij gebrek aan elke andere vloeistof, waschten met hun eigen urine. Als drinken verschafte men slechts een soort slechte eikel-koffie.
De voeding was in den aanvang totaal ontoereikend. Later zagen de Duitschers in, dat indien men productie wenschte, het noodzakelijk was, den arbider beter te voeden, zoodat de rantsoenen vergeleken met die der burgerbevolking in Duitschland redelijk waren. In werkelijkheid echter kreeg de doorsnee gevangene niet wat hem toekwam, en wol om de volgende redenen.
Zooals in de meeste concentratiekampen het geval was, wisten de Duitschers dat men hun slachtoffers het meeste kon doen lijden, het snelste kon doen vernietigen, door hen te plaatsen onder leiding der zg "groenen", dwz. de Duitse beroepsmisdadigers, die wegens roofmoord, doodslag, inbraak etc. vaak tot levenslange tuchthuisstraf veroordeeld waren. Deze groenen droegen op hun zebrapak een groene driehoek, de politieke gevangenen een roode, de zg. a-socialen een zwarte, de Bijbelvorschers een violette, etc. etc.
Deze zg. groenen fungeerden als Kapos, hadden ieder onder zich een groepsgevangenen. Hun macht in het Lager was absoluut. Zij konden naar willekeur met de vuist, zweep of knuppel hun slachtoffers bewerken, het is wel haast zeker, dat meer gevangenen door deze Kapo’s zijn doodgeknuppeld, dan door de eigenlijke beulen der SS.
Wee dengene, die het waagde, een zelfs meer verdedigende houding aan te nemen, de weg naar het crematorium stond dan voor hem open. Ook de block-hoofden waren meestal groenen.
Hierdoor is het te verklaren, dat enorme kwantiteiten van het voedsel door deze heeren "georganiseerd" – karakteristieke concentratiekamp uitdrukking voor stelen – werden, en bij de civilisten omgeruild voor tabak, drank, kleeren, schoenen, etc. Vandaar de sterke ondervoeding bij vele Häftlinge, die geenszins kregen wat hun toekwam. Voor de bovengenoemde hygienische misstanden was in de eerste plaats verantwoordelijk de toenmalige Lagerarz SS-Hauptsturmführer Dr. Plazza. Dezen man lieten de sanitaire verhoudingen volledig koud. Hij zoop en boerde elke nacht met zijn vriend, den SS-Obersturmführer en den adjudant van den Lagercommandant, SS-Sturmbahnfuhrer Fürsogner, dicteerde overdag brieven vanuit zijn bed, en trok zich van den wantoestand niets aan.
In den tijd van September 1943 tot Januari 1944 stierven dagelijks meerdere honderden gevangenen. Deze waren doorgaans als volwaardige gezonde arbeidskrachten naar Dora gekomen, doch tengevolge der daar heerschende toestanden in korten tijd omgebracht. Dr. Plazza-s standaard diagnose luidde steeds "gestorven ten gevolge van ziekten aan hart en bloedvaten".
Deze dooden, mannen, meestal tusschen twintig en dertig jaar, werden aanvankelijk deseceerd in Buchenwalde, en hadden vrijwel alle geen bijzondere hartafwijkingen, zoals de daar destijds op de Pathologische afdeeling werkzame politieke gevangene Akkermann No. 5975 kan getuigen.
Eerst later is men een aanvang gaan maken met het bouwen van barakken, die tenminste aan de ergste misstanden een einde maakten, doch ook deze barakken, in den loop der maanden uitgegroeid tot een klein dorp, zijn letterlijk ontstaan uit het bloed en zweet van duizenden menschen.
Naar schatting stierven in Dora in 20 maanden tijd 25 à 30000 gevangenen. De Duitschers plachtten alle dooden in hun concentratie kampen te verbranden, zoo was er ook in Dora een crematorium, dat vrijwel constant dag en nacht werkte.
Naar mate het Kamp Dora groeide, verschenen er, zoals bij elk grooter concentratiekamp in de omgeving z.g. buitenkommandos d.w.z. kleinere kampen, die administratief onder het centrale kamp resserteerden. Deze buitencommandos telden een bezetting van 500 tot 12000 man, en werden van het noodige voorzien van uit Dora. Tengevolge der onhygiensche verhoudingen was de toestand in Dora begin Januari 1944 zo catastrofaal geworden, dat er 3000 gevangenen, tot op het skelet vermagerd, niet meer werken konden, en naar het beruchte vernietigingslager Lublin werden afgeschoven. Een groot deel dezer gevangenen stierf tijdens het transport. Een ander deel werd volgens betrouwbare berichten als "niet meer verwertbar" doodgeschoten, en slechts enkelen herstelden aldaar, en kwamen later als levende getuigen van de "goede behandeling" in het kamp Lublin, naar Dora terug.
In den loop van het jaar 1944 werden in de buurt van Dora 22 buitencommandos gesticht. Ook daar weer veelal tunnelbouw. Berucht zijn de commando Ellrich en Harzungen, hier herhaalde zich Dora’s geschiedenis de eerste maanden. Het buitendommando Ellrich, dat spoedig een stand van 12000 gevangenen bereikte, bracht het tot een record in sterftecijfers.
De Lagercommandant aldaar, SS-Haupsturmführer Fritsch was de ergste der SS-bandieten, hij martelde sloeg en trapte persoonlijk de gevangenen, kwelde hen bovendien na het werk met militaire dressuur, en weigerde iets voor het ziekenhuis te doen. Voor de zieken was een oude paardenstal toereikend.
Toen de naar Ellrich gestuurde Lagerarts Stabarz der Luftwaffe Dr. Schneemann om een beter ingerichte ziekenbarak vroeg, verklaarde Fritsch getuige Häftling Usinger woordelijk "waarvoor hebt U een ziekenbarak noodig, hangt U toch eenvoudig deze menschen, die zich ziek melden op.
Tegen den Kapo van de ziekenbarak zei Fritsch op zekeren dag "Wanneer je voortgaat, met dagelijks zooveel zieken te melden, dan maken wij samen een kleine wandeling, waarvan ik alleen zal terugkeren.
Rampzalig waren ook de verhoudingen in het ten slotte opgerichte Buitenkommando Boelcke Kaserne Nordhausen. Daarheen werden vanuit Dora afgeschoven die gevangenen, die of wegens ziekte, of wegens totale ondervoeding niet meer in staat waren te werken.
Van en behoorlijke onderbrenging, ligging, voeding, of medische verzorging was aldaar geen sprake. Men kan zich de uitwerking van een eenigzins langduriger verblijf voor deze sterk verzwakte gevangenen voorstellen. Meerdere malen per week kwamen vrachtauto’s vol opgestapelde geheel naakte lijken uit Nordhausen naar Dora, om gecremeerd te worden, en werden na hun aankomst alhier letterlijk aan armen en beenen van de vrachtauto op den grond gesmeten.
Diegenen, die de sombere stoer van zg. "Leichenträger" een speciaal met dit werk belast commando, bestaande uit Häftlinge naar het op een heuvel gelegen crematorium heeft zien klimmen met hun lugubere last van tot op de botten uitgemergelde dooden, zal dit helaas voor de meeste concentratie kampen karakteristieke beeld niet licht vergeten.
Kan men zich in de buitenwereld voorstellen, dat elke doode voor zijn crematie door een SS-man gecontroleerd werd op het bezit van gouden tanden of kiezen, die indien aanwezig, eenvoudig werden uitgerukt, dat er maanden waren, waarin men op deze wijze 1 a/1/2 pond edelmetaal verzamelde.
Na de controle werden de lichamen voorzien van een stempel "Zahmarzlich geprüft". Het mag onwaarschijnlijk klinken, doch in vele kampen was het bezit van goud in den mond een dikwijls doodelijk gevaar.
Kan men zich voorstellen, dat zooals o.a. in Dachau langen tijd dagelijks gebruik was, de op het lichaam van een doode aanwezige tatouages eenvoudig, werden uitgesneden, en de huid gelooid en tot damestasschen, portefeuilles etc. verwerkt werd? Ja, dat zelfs het bezit van een-in de oogen van een Duitschers of hun "dames" mooie tatouage voor den betreffenden Häftling gevaarlijk kon worden.
De onvoldoende voeding, gepaard, met den zwaren arbeid veroorzaakte zoals te verwachten een zeer sterke toename van tuberculose. Velen onzer zijn aan deze ziekte ten gronde gegaan.
In Dora werden t.b.c. patiënten uitsluitend conservatief behandeld, d.w.z. bedrust en iets betere voeding, dar de resultaten niet schitteren waren, laat zich denken.
Een tweede ziekte, die in elk concentratie kamp, en zeker ook in Dora berucht was, is de zg. phlegmone- etterige ontsteking van onderhuidsch bindweefsel en lymphbanen, overgrijpende op de spieren Deze plegmones zag men in de concentratiekampen in een frequentie, zoals nooit en nergens ter wereld is voorgekomen. Oorzaken waren:
Ook deze phlegmones hebben vele slachtoffers gemaakt, dikwijls na een langdurig lijden, operatieve ingrepen, veelal zonder eenige verdooving, waarbij tien tot 12 incisies verricht moesten worden, waren aan de orde van den dag.
Dat men zich bij deze bezigheden meer slager dan medicus voelde, laat zich denken.Door de geweldige verbandschaarschte was het bv. ook niet mogelijk, deze patienten regelmatig van verband te doen wisselen, vier à vijf dagen verliepen meestal voor opnieuw verbonden kon worden, wat dit beteekent bij dergelijke sterk etterende wonden, zal zelfs elken leek duidelijk zijn. Men kon de plegmone zalen dan ook ruiken. Persoonlijker werkte ik gedurende mijn verblijf in de Duitsche concentratiekampen veelal als medicus. In Dora bestond mijn werk uit de verzorging van een chirurgisch blok, waar vrijwel uitsluitend gevangenen met geïnfecteerde wonden en dus ook met plegmones werden opgenomen. Dat het werk voor ons als medicus noch gemakkelijk, noch aangenaam was, is duidelijk. Wilde men echter de medegevangenen zoo goed als mogelijk helpen, dan was het gezien de ontoerijkende middelen, waarover men beschikte, een vereischte hard te worden, want was men dit niet, dan zou het onmogelijk zijn ingrepen, als boven beschreven, die perse verricht moesten worden om de zieken nog een kans te geven, door te voeren.
De laatste maanden was de verband positie in Dora dusdanig, dat het grootste deel deze verbanden letterlijk met closetpapier gemaakt werden, aangezien zelfs de tot dusver gebruikelijke papieren windsels niet meer voorradig waren. Een derde ziekte die velen in het concentratiekamp het leven kostte waren de diarrheen, al dan niet van specifieken aard. Veelal bleken deze diarrheen, wat men ook probeerde, onstilbaar, en gingen de verzwakte patienten aan algehele uitdroging ten gronde.
Om den lezer nog een staaltje te geven van de praktijken der SS: het volgende: het leven van een gevangene had in een concentratiekamp vrijwel geen waarde, vooral de Russen werden voor betrekkelijk kleine vergrijpen ter dood veroordeeld. De voltrekking deze vonnissen geschiedde bij wijze van preventieve werking meestal in het openbaar, ten aanschouwe van alle andere gevangenen tijdens het avondappel.
Ongeveer 8 weken voor den komst der Amerikanen had men op grootten schaal in het kamp Dora arrestaties verricht, ongeveer 200 man in totaal. Zij werden beschuldigd van sabotage bij en op het werk in den tunnel, wij willen in het midden laten, in hoeverre deze beschuldigingen al dan niet gemotiveerd was. Wij kennen echter allen de Nazi-rechtspleging, vooral in een concentratiekamp.
Wij gevangenen kenden ook de namen dergenen die gearresteerd waren en wij konden bevroeden, waarom deze arrestaties plaats vonden. Er bevond zich in Dora een SS-Oberscharführer, Sander genaamd wiens taak het was, door spionnage in het kamp zich op de hoogte te stellen van al datgene, dat op welke wijze dan ook het bedrijf kon schaden, of- en dit natuurlijk vooral naarmate de datum der onvoorwaardelijke overgave naderde- voor de S.S. gevaarlijk kon worden. In elk kamp vond men onder elke nationaliteit de toonaangevende figuren. Ook Sander wist dit natuurlijk, eveneens vond deze man wederom zooals in elk kamp, onder ons gevangenen die duistere individuen die bereid waren, hun medegevangenen voor een appel en een ei aan hun beulen uit te leveren. Men leefde ook hierdoor in het concentratie kamp op een vulkaan. De grootste voorzichtigheid tegenover elkeen, die men niet zeer goed kende was daarom geboden, bv. bij het verspreiden der ons vrijwel dagelijks bereikende en voor ons moreel onmisbare Radioberichten uit Londen.
Zoo is het een vaststaand feit, dat zich onder deze 200 arrestanten vele leidende figuren bevonden, die door Sander onder een of andere beschuldiging eenvoudig uit den weg geruimd werden.
6 weken voor onze bevrijding was ik persoonlijk getuige, hoe op een middag deze 135 gevangenen werden opgehangen. Steeds in groepen van 6. Alle veroordeelden waren opgesteld met het front naar de galgen. 2 uur lang stond deze steeds kleiner wordende groep te wachten op hun beurt om naar den galg geleid te worden. Tijdens deze beestachtige executie passeerde elders in het Lager een wagen met brood, er was honger in het kamp, een Rus stal in het voorbij gaan van dezen wagen een brood, werd betrapt, en naar voren geleid, 5 minuten later hing hij naast 5 andere kameraden.
Een ander voorbeeld van Duitsche wreedheid, mij uit eigen ervaring, bekend, vormt de zg. Stehbunker. Van September tot Januari ’44 werkte ik als Häftlingsarzt in een klein buitencommando van Dachau, genaamd Ottobrunn. De beide leidende SS-bandieten waren Oberscharführer Drost uit Dachau en Rotten¨fuhrer Kraus. Voor kleine vergrijpen, als bv. rooken onder het werk, of op onvoldoende tempo bij het werk werden gevangenen bestraft met minimaal 4 doch meestal 6 dagen Stehbunker. Deze Stehbunker bestond uit een cementen hok waar men precies in kon staan. Gedurende het verblijf werd noch water, noch voedsel verstrekt, noch gelegenheid gegeven het toilet te bezoeken, de deur van den Bunker werd achter een gevangene gesloten en na 6 dagen weer geopend.
Jonge krachtige kerels zagen er na een dergelijke mishandeling uit als vervallen uitgedroogde Muzelmannen. Velen overleefden een dergelijk verblijf dan ook niet en bleken bij opening der bunker gestorven te zijn.
Veel kan en zal nog geschreven worden over de Duitsche concentratiekampen. Over deze instellingen, doelbewust opgezet om den medemensch, den politieken tegenstander, den Jood met een aan de perfectie grenzende geraffineerdheid, bestialiteit en perversiteit elken denkbaren vorm van menschelijk lijden te doen ondergaan. Geen staat, geen systeem dat zich door de jaren heel wil handhaven zal hierin kunnen slagen, indien men zich bedient van deze methoden. Door de Concentratiekampen alleen reeds was het Nazi-Duitschland van den beginne af veroordeeld.
Velen onzer hebben dit geweten, of intuitief gevoeld en zijn derhalve vol vertrouwen den weg gegaan, die hen tenslotte in het concentratiekamp deden belanden.
Hij, die meent alle wetten der menschelijkheid met voeten te kunnen treden, zal zekeren dag ontdekken, dat tenslotte de mensch niet geschapen is om onder een voortdurende terreur te kunnen leven. Elke dictatuur, hoe onaantastbaar hij ook moge kunnen schijnen zal op den duur ondergraven worden door deze bij elk individu aanwezige drang naar persoonlijke vrijheid en hieraan ten ondergaan. Dit proces heeft zich thans over Nazi-Duitschland voltrokken.
Hoewel het bovenstaande allerminst aanspraak maakt op volledigheid geeft het m.i. een indruk van datgene dat zich in het Concentratiekamp Dora heeft afgespeeld. Tot slot wil ik er nogmaals op wijzen, dat de genoemde feiten op de onaantastbare waarheid berusten en niet zijn voortgesproten uit behoefte aan wraak of sensaties doch slechts uit noodzakelijkheid, hen die hiervoor verantwoordelijk zijn, of hieraan hebben medegewerkt op te sporen en hun snel rechtvaardig en hard vonnis te doen ondergaan.
Concentratiekamp Dora, 21 Mei 1945
Dr. W.A. Oudshoorn.
Een authentieke afdruk van dit verslag werd door de familie Oudshoorn geschonken aan STIWOT.