Aan het einde van de 19e eeuw deden een aantal internationale wapenfabrikanten grote moeite om met hun ontwerpen van semiautomatische pistolen grote legerorders in de wacht te slepen. De tijd was (langzaam) rijp om vervanging te zoeken voor de grootkaliber dienstrevolvers, zoals bijvoorbeeld de Duitse Reichsrevolver M1883 in kaliber 10,6 x 25R of de Britse Webley Mark I t/m VI in het kaliber .455 Webley.
Ontwerpers waren naarstig op zoek naar een geschikt systeem dat als vergrendeling kon gebruikt worden in handvuurwapens. Een systeem dat ervoor zou zorgen dat de gasdruk/terugslag van de afgevuurde patroon gebruikt kon worden om de vergrendeling te openen en daarna automatisch een nieuwe patroon aan te voeren in de loop.
Een van de oudste vergrendelingen voor krachtige patronen is de kniegewrichtvergrendeling. Het is deze vergrendeling die het uiterlijk van de Duitse Luger P08 zo herkenbaar en markant maakt. Een uiterlijk dat veel mensen aanspreekt en snel herkend wordt in afbeeldingen uit de Tweede Wereldoorlog.
De kniegewrichtvergrendeling werd voor het eerst toegepast in het Duitse Borchardt C93 pistool. Hugo Borchardt was een Amerikaanse ontwerper in dienst van de wapenfabrikant Ludwig Loewe & Companie te Berlijn, die dit pistool in 1894 op de civiele markt bracht. Geïnspireerd door de kniegewrichtvergrendeling die werd toegepast in een Maxim mitrailleur wist hij deze vergrendeling om te vormen tot een wat handzamer exemplaar. De Maxim mitrailleur uit 1884 was in feite de eerste volautomatische watergekoelde mitrailleur ter wereld.
Aan het logge formaat te zien van de Borchardt C93 (zie foto 2), was het nog vatbaar voor verbetering. De firma Loewe ging op in de wapenfabrikant Deutsche Waffen- und Munitionsfabriken AG (DWM) te Berlijn. Bij DWM werkte de ontwerper Georg Luger die het Borchardt pistool verder verbeterde. Dit resulteerde in 1898 tot het Borchardt-Luger pistool. In feite het eerste model van de Luger P08 zoals die later genoemd zou worden.
Het Borchardt-Luger pistool werd in 1898 door het Zwitserse leger beproefd en in 1900 in dienst genomen als Ordonnanz Pistole 1900 in het kaliber 7,65 mm Parabellum. De OP1900 was ook voorzien van een extra greepveiligheid en werd vanaf 1917 door de Eidgenössiche Waffenfabrik te Bern in licentie geproduceerd.
Parabellum is overigens een handelsnaam die door DWM werd gebruikt. Het is afgeleid van de Latijnse spreuk Si vis Pacem, Para bellum, hetgeen betekent als je vrede wilt, bereid je voor op oorlog. Het Borchardt-Luger pistool werd dan ook door DWM omgedoopt tot Die Selbstlade-Pistole "Parabellum". Hiermee werd ook meteen de link gelegd naar de door hun ontwikkelde en gefabriceerde patronen zoals de 7,65mm Parabellum en 9mm Parabellum.
De Duitse Reichsmarine kreeg ook interesse in de Parabellum en bestelde in 1904 zo`n 20.000 pistolen in het kaliber 9mm Parabellum. Ook de Duitse Reichswehr raakte overtuigd en bestelde in 1908 zo`n 75.000 Parabellums in het kaliber 9mm Parabellum. Zij verbond meteen de benaming P08 (Pistole 1908) aan het pistool.
DWM hield de productie niet bij en liet de P08 ook maken in de geweerfabriek Erfurt. De P08 werd uiteindelijk aan een groot aantal landen verkocht, waaronder Brazilië, Bulgarije, China, Finland, Letland, Nederland(marine en KNIL), Portugal, Rusland, Turkije en Zweden.
Het pistool werd zelfs getest tijdens Amerikaanse legerbeproevingen en ook uitgevoerd in het kaliber .45 ACP. De Verenigde Staten heeft de P08 afgewezen en koos in 1911 voor de Colt 1911 Government. De Colt was door zijn eenvoudige en betrouwbare constructie veel beter geschikt als militair pistool.
De Luger P.08 werd veel gebruikt in de Eerste Wereldoorlog en bleek door de nauwe passingen van het kniegewrichtsysteem erg gevoelig voor vuil en slechte munitie. Desondanks verwierf de P08 toen al wereldberoemdheid door zijn uiterlijk, zijn precisie en ergonomische handgreep. De greep staat in een zeer gunstige hoek ten opzichte van de loop- of lengterichting. De P08 in de hand genomen vormt samen met een gestrekte onderarm een natuurlijke houding die onmiddellijk richting doel wijst. Net als later in de Tweede Wereldoorlog was de Luger een zeer geliefd buitwapen voor de geallieerden.
De productie van de P08 liep door na de Eerste Wereldoorlog, al dan niet met restricties door het Verdrag van Versailles. Vanaf 1930 nam de Waffenfabrik Mauser AG te Oberndorf de productie over van DWM. De P08 werd vooral hier geproduceerd tot 1942 toen op bevel van de Duitse Wehrmacht overgestapt moest worden op de productie van de Walther P.38. De Luger P08 was te duur door hoge materiaal- en arbeidskosten. De P.38 was degelijker en veiliger in gebruik als militair pistool.
Naast DWM, Erfurt, Mauser en Zwitserland werd de P08 ook geproduceerd door Simson & Co te Suhl, Heinrich Krieghoff Waffenfabrik te Suhl en Vickers Ltd. te Engeland.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Luger nog steeds in gebruik bij diverse onderdelen van de Duitse Wehrmacht. De extreme weersomstandigheden aan het Oostfront maakten opnieuw duidelijk dat de fraaie Luger niet gemaakt was voor alledaags militair gebruik in het veld. Door een chronisch tekort aan andere pistolen bleven ze trouw in dienst als persoonlijke bescherming van soldaat tot officier.
De kniegewrichtvergrendeling is een complex systeem met hoge productiekosten en is storingsgevoelig. De werking berust op een korte terugstoot van loop, afsluiter en kniegewricht. De terugloop van de loop met zijn staartstuk, wordt na enkele millimeters gestopt. De afsluiter met daarin de slagpin loopt samen met het kniegewricht door naar achter. Het middelste scharnier (de knie) wordt vervolgens door de schuin oplopende geleiderail op de kast omhoog gedrukt. Ondertussen wordt de lege huls naar boven uitgeworpen. Door druk van de terugloopveer in het handvat wordt het kniegewricht weer naar voren geschoven en wordt een nieuwe patroon uit het magazijn door de afsluiter meegnomen en in de kamer van de loop geduwd. De P08 heeft geen uitwendige hamer en de slagpin wordt tijdens het repeteren opgespannen en vast gehouden. Door het bedienen van de trekker wordt de slagpin ontspannen en de patroon afgevuurd, waarop de cyclus opnieuw begint.
Door het ontbreken van een uitwendige hamer en het feit dat de Luger gedemonteerd kon worden terwijl de slagpin gespannen stond en er een patroon zich in de kamer van de loop bevond, gebeurden er vele ongelukken door ongewild afgevuurde schoten.
De eerste P08`s verschoten patronen in het kaliber 7,65mm Parabellum. De huls van deze patroon heeft een flessenhalsvorm. Dit in tegenstelling tot de later meer gebruikte patroon in het kaliber 9mm Parabellum. De laatste heeft een rechte cilindrische hulsvorm met een lengte van 19mm. In feite is dit de geboorte (1902) van de nog steeds meest gebruikte pistoolmunitie ter wereld in het kaliber 9 mm. Zie foto 4. Enkele synoniemen van dit kaliber zijn: 9mm Parabellum, 9mm Luger, 9 Para en 9 x 19mm.
De P08 werd in verschillende uitvoeringen gemaakt. Zo zijn er Lugers met looplengtes van 98mm, 100mm, 120mm, 150mm(Marine) en 200mm(Artillerie) en zelfs 300mm als Parabellum Carabiner. Vooral de langere versies werden voorzien van extra ladderviziers, aanslag- of schouderkolven en bij de karabijnversie zelfs een voorhout onder de loop.
In 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er zelfs een proef gedaan met een Luger P08 die automatisch vuur kon afgeven. De vuursnelheid lag echter zo hoog dat het pistool oververhit raakte. Het plan werd aan de kant gezet in afwachting van de eerste pistoolmitrailleurs. Wel werden in die tijd trommelmagazijnen ingezet om de vuurkracht te verhogen bij man tegen man gevechten in de loopgraven.
De totale productie van de Luger van zowel pistolen voor de overheid als voor privégebruik wordt geschat tussen de 3 en 3,5 miljoen stuks. DWM en Erfurt maakten tot 1918 ongeveer 1,5 miljoen stuks. Tussen de twee oorlogen werden ongeveer 100.000 pistolen gemaakt, voornamelijk voor politie en export door DWM, Erfurt en Simson. Mauser maakte tussen 1930 en 1942 meer dan 1 miljoen Luger pistolen.
Na de Tweede Wereldoorlog werden vele Lugers uit legerbestanden bij elkaar geraapt en na revisie weer uitgereikt als dienstpistool voor zowel de Oost- als West-Duitse Politiediensten. Het Franse bezettingsleger nam de machines uit de Mauserfabrieken mee naar huis en produceerden met deels oude onderdelen nog snel wat Lugers en Walthers. Die konden ze goed gebruiken tijdens de oorlog in Indo-China in 1947.
In 1967 kocht de opnieuw opgerichte Mauser Jagdwaffen de oude productielijn van de Zwitsers op. In kleine series werden vanaf 1970 weer nieuwe Lugers gebouwd in vaak exclusieve uitvoeringen. Ook de nieuwe firma Krieghoff maakte een beperkte oplage Lugers voorzien van pittige prijskaartjes.
Pistool : | Luger P08 Parabellum |
Kaliber: | 9mm Parabellum (9 x 19 mm), 7,65 mm Parabellum (7,65 x 22 mm) |
Trekkeractie: | single-action |
Patrooncapaciteit: | 8 schots staafmagazijn, 32 schots trommelmagazijn |
Vergrendeling: | kniegewrichtvergrendeling |
Gewicht: | 900 gram ongeladen |
Lengte: | 215 mm |
Hoogte: | 135 mm |
Looplengte: | 100 mm |
Trekken: | 6, rechtsom |
Vizierlengte: | 195 mm |
Veiligheden: | veiligheidspal op linkerzijde kast, soms greepveiligheid |