HMS Ilex, een torpedobootjager uit de Britse I-klasse (II), opereerde tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Britse Home Fleet, in West Afrika en de Mediterranean Fleet. Het schip overleefde de Tweede Wereldoorlog en werd in 1948 gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
John Brown and Company, Clydebank, Schotland |
10 maart 1936 |
28 januari 1937 |
7 juli 1937 |
22 januari 1946 (sloop) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
7 juli 1937 |
september 1939 |
HMS Ilex (D61), 3rd
Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
september 1939 |
juni 1940 |
HMS Ilex (D61/I61),
3rd Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
juni 1940 |
juni 1941 |
HMS Ilex (I61), 2nd
Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
september 1942 |
juli 1943 |
Freetown,
konvooidienst |
||
juli 1943 |
april 1945 |
HMS Ilex (I61), 8th
Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
april 1945 |
22 januari 1946 |
HMS Ilex (I61),
Reserve Fleet |
HMS Ilex werd op 14 november 1935 besteld bij John Brown in Clydebank en de kiel werd op 16 maart 1936 gelegd. De tewaterlating vond plaats op 7 juli 1937. Na haar indienststelling op 7 juli 1937, volgde operationele inzet vanuit Portsmouth. Eind juli 1937 vertrok het schip naar Malta en in januari 1938 werd het schip toegevoegd aan de 3rd Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet. Het was het eerste schip bij de Royal Navy welke deze naam droeg. Het schip met een standaard waterverplaatsing van 1.390 ton kon met haar 2 Parsons stoomturbines een snelheid genereren van 35,5 knopen (65,7 km/u) Met een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) kon een bereik van 10.200 km worden gehaald. Haar 145 koppige bemanning had de beschikking over vier stuks 120 mm Mark IX geschut in de standaard A, B, X en Y opstelling. Het luchtafweer werd gevormd door twee viervoudige opstelling met 12,7 mm Vickers Mark III machinegeweren. Twee vijfvoudige batterijen met 533 mm torpedolanceerbuizen, een dieptebommenrek en twee dieptebommenwerpers maakten de bewapening af. In vredestijd werden 16 dieptebommen meegevoerd die in oorlogstijd werden uitgebreid naar 35. Een ASDIC installatie was aanwezig voor de opsporing van onderzeeboten.[1][2][3][4]
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, opereerde HMS Ilex nog bij de 3rd Destroyer Flotilla en vertrok op 2 september 1939 van Alexandrië naar Kreta en vervolgens Malta. Op 5 september 1939 werd de torpedobootjager te Gibraltar onder bevel van North Atlantic Command geplaatst voor escortediensten op de western Approaches. In oktober werd HMS Ilex naar Home Fleet teruggeroepen en was op 13 oktober 1939 betrokken bij het tot zinken brengen van de Duitse onderzeeboot U 42. Eind oktober werd HMS Ilex toegevoegd aan de 22nd Destroyer Flotilla in Harwich, maar trok vanaf 3 november 1939 als escorte van het slagschip Warspite naar Gibraltar. Enige dagen later werd het schip weer aan de 3rd Destroyer Flotilla toegevoegd en keerde het naar Groot-Brittannië terug.[5]
HMS Ilex nam deel aan Operatie Wilfred, de mijnenlegoperaties bij de Noorse kust op 8 april 1940 en aan de diverse operaties rond Noorwegen, uitgevoerd door de Royal Navy. Rond deze tijd wijzigde het herkenningsnummer van "D61" in "I61".
In mei 1940 werd de torpedobootjager overgeplaatst naar de 2nd Destroyer Flotilla en kwam hierdoor weer in de Middellandse Zee terecht. Hier was HMS Ilex op 27 juni 1940 betrokken bij het tot zinken brengen van de Italiaanse onderzeeboot Console Generale Liuzzi. Twee dagen later, op 29 juni, bracht hetzelfde smaldeel de Italiaanse onderzeeboot Uebi Scebeli tot zinken. Op 9 juli 1940, nam HMS Ilex deel aan de slag bij Calabria en op 19 juli de slag bij Kaap Spada. In november 1940 nam het schip deel aan de escorte bij de aanval op de Italiaanse vloot in Taranto. Op 20 maart 1941 nam HMS Ilex deel aan de slag bij Kaap Matapan. Op 14 juni 1941 raakte HMS Ilex beschadigd door een aanval met duikbommenwerpers. Na noodreparaties in Haifa, trok het schip naar de Verenigde Staten voor uitgebreidere reparaties en een herindeling. De intensieve reparaties duurden tot september 1942, waarna het schip werd gestationeerd in Freetown, Sierra Leone.[6]
In februari 1943 keerde HMS Ilex terug naar de Middellandse Zee, waar het deelnam aan de landingsoperaties bij Sicilië en Salerno. Op 13 juli 1943, was de torpedobootjager betrokken bij het tot zinken brengen van de Italiaanse onderzeeboot Nereide. Door het intensieve gebruik was HMS Ilex eind 1943 eigenlijk opgebruikt. Het schip werd dan ook in december 1943 uit de vaart genomen en opgelegd in Bizerte, Tunesië. In juni 1944 werd HMS Ilex overgebracht naar Ferryville. HMS Ilex werd in maart 1945 te Malta in reparatie genomen, maar in april op de reservelijst geplaatst. Op 22 januari 1946 werd de torpedobootjager verkocht met als doel te worden gesloopt. Deze sloop vond in 1948 op Sicilië plaats.[7]
Naam: | HMS Ilex |
Callsign/Registratie: |
D61 - I61 |
Bouwer: |
John Brown and Company,
Clydebank, Schotland |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / I-klasse (II) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.370 BRT Maximaal: 1.940 BRT |
Lengte: |
98,50 meter |
Breedte: |
10,10 meter |
Diepgang: |
3,80 meter |
Aandrijving |
2 x Parsons Stoomturbines 3 x Admiralty 3-drum Boilers Vermogen: 34.000 pk 2 schachten |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
10.240 km (bij 15 knopen) |
Bewapening: |
4x 1, QF 120-mm Mk. IX L/45
geschut 2x 4, 12,7 mm machinegeweren 2x 5, 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen |
Bemanning |
145 |
Lieutenant Commander Philip
Lionel Saumarez (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
1 januari 1938 |
Commander Hugh St. Lawrence Nicolson (Kapitein-luitenant ter zee) | 30 december 1940 |
Lieutenant Giles Richard Penn Goodden (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | midden 1941 |
Lieutenant Commander Vere Alison
Wight-Boycott (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
8 juli 1942 - 1944 |