Hoewel er tijdens Weserübung-Süd geen grote veldslagen plaatsvonden en de Duitse inval zonder grote tegenslagen volbracht werd, hebben er tijdens de Duitse opmars een aantal lokale gevechten plaatsgevonden, waarbij de Deense verdedigers de Duitse aanvallers voor kortere of langer tijd wisten te stuiten. Eén van deze gevechten vond in de vroege ochtend van 9 april 1940 plaats in en rond Haderslev.
Te Haderslev was een Deense kazerne gesitueerd. Deze kazerne was de thuisbasis van het 3e Bataljon, onder leiding van Luiteant Kolonel H. Elmgren. De vredessamenstelling bestond uit de 4e Compagnie, onder leiding van Kapitein Otto Olsen, de 5e (Zware) Compagnie, onder leiding van Kapitein P. Bosse, de Anti-Tank Compagnie van het 2. Regiment (Deense 2e Regiment), onder leiding van Kapitein E. Nielsen en de 1e Batterij van het 8e Artillerie Bataljon, onder leiding van Kapitein Kjartan Pedersen. In totaal kon het garnizoen bijna 400 manschappen op de been brengen, bewapend met tien zware machinegeweren, drie lichte machinegeweren, twee mortieren, vier stuks 37 mm anti-tank geschut, vier stuks 20 mm geschut en vier stuk 75 mm geschut.
Toen om 04.15 uur het alarm klonk, namen de infanteristen hun posities in op twee routes in het zuiden van Haderslev, waarbij ze de twee wegen naar het Noorden konden afschermen. De artillerie nam een positie in ten Noorden van de stad. Eén peloton van de 4e Compagnie en een dertigtal aanvullende manschappen, bleven achter in de kazerne voor logistieke taken. Op de twee hoofdwegen werden twee wegblokkades opgeworpen.
Rond 07.30 uur trokken restanten van de 4e Compagnie, zich vanuit het Zuiden terugtrekkend, door de wegblokkades. Zij werden al snel gevolgd door Duitse tanks van de Panzer-Abteilung z.b.V. 40.
De 5e Copagnie, had een stuk antitankgeschut, onder bevel van Cornet Frode Vesterby, gepositioneerd op de straathoek van Hertug Hans straat en Sönderbro straat. Vesterby had een bemanning van vier manschappen tot zijn beschikking. Ten einde een goed schootsveld te krijgen, moest men het stuk geschut volledig in open zicht voor een witte muur plaatsen. Om 07.50 uur reden de eerste Duitse tanks in de richting van het stuk geschut, waarop deze de tanks direct onder vuur nam. Hierbij werden drie schoten afgevuurd die allen doel troffen. De tanks splitsten zich in twee groepen, ieder aan een zijde van de weg en namen het stuk geschut onder vuur. Cornet Frode Vesterby en schutter Soldaat Hans Christian Hansen, werden hierbij gedood. De overige bemanningsleden, de soldaten Bertel Lygum Berthelsen, I. Bonde Christensen en Georg P. Hansen raakten hierbij gewond. Direct daarop vernielden de Duitse tanks het wapen door er overheen te rijden (dit stuk geschut is heden ten dage te bewonderen in het Royal Danish Arsenal Museum in Kopenhagen).
Vervolgens stonden de Duitse troepen tegenover de wegblokkade. Hier hadden de Denen twee stuks 20 mm geschut en een lichte machinegeweer in stelling gebracht. Zij openden direct het vuur op de aankomende Duitse tanks. Bij het vuurgevecht kwamen de Deense korporaal Erik Krogh en soldaten Oluf Arthur Hansen en R. Chistensen om het leven. Om 08.00 uur kwam echter het bevel tot een staakt het vuren van de garnizoenskommandant Kolonel A. Hatrz (bevelhebber 2. Regiment). Hij had op dat moment via de telefoon het bericht ontvangen van de Deense overheid dat alle strijd gestaakt werd. Terwijl hij over de voorwaarden tot overgave onderhandelde, ruimden de Duitse troepen de wegblokkade op en vervolgden hun weg in de richting van de kazerne.
De troepen die bij de kazerne waren achtergebleven, waren echter nog niet op de hoogte van het staakt het vuren en openden het vuur op de Duitse troepen, waarmee ze de Duitse opmars tot een halt riepen. Zij werden hierbij gesteund door troepen die eerder die ochtend op terugtocht waren aangekomen. Dit was een anti-tank peloton van het 2e Bataljon, Fodfolkspionerkommandoet, behorend bij het Lundtoftebjaerg Detachement dat eerder op die dag al slag had gevoerd met de Duitsers bij Aabraa. De verdedigers bij de kazerne, vernielden hierbij een Duitse tank en doodden een Duitse militair op een motor. Om 08.15 uur werd ook hier de overgave bekend en de Denen staakten hun verzet. Bij de korte strijd was de Deense soldaat Niels Möller Schmidt om het leven gekomen.
De naar het Noorden van de stad gezonden artillerie had door slechte communicatie en weersomstandigheden, niet aan de strijd deel kunnen nemen. In plaats van zich bij de overgave aan te sluiten, besloot Kapitein Kjartan Petersen zich met zijn geschut terug te trekken in de richting van Vejle Ä, waarna hij zich om 09.30 uur aansloot bij de rest van het 8e Artillerie Bataljon in Höjen.