TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Na de oorlogsverklaringen van Frankrijk en Groot-Brittannië aan Duitsland vanaf 3 september 1939, was er al snel behoefte om te komen tot een zekere politieke coördinatie voor de gezamenlijke militaire operaties door de Geallieerden. Hiervoor werd de Anglo-French Supreme War Council in het leven geroepen. Dit hoog politiek overleg vond voor het eerst plaats op 12 september 1939. De laatste bespreking van dit orgaan vond plaats op 13 juni 1940.


    Chamberlain en Daladier Bron: Public Domain (onbekend)

    Definitielijst

    Geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.

    Eerste bijeenkomsten

    Op 12 september 1939[1] vond in Abbeville een eerste bijeenkomst plaats tussen politiek leiders van Frankrijk en Groot-Brittannië. Deze samenwerking tussen politiek leiders, met als doel de coördinatie van militaire operaties, zou worden aangeduid als de Anglo-French Supreme War Council.

    De Britten werden tijdens deze bijeenkomst vertegenwoordigd door de Premier Neville Chamberlain en Lord Chatfield. De Fransen lieten zich vertegenwoordigen door Premier Edouard Daladier en General Maurice Gamelin. Opvallend was dat de Britten zich puur politiek lieten vertegenwoordigen, terwijl de Fransen een gecombineerde politiek-militaire afvaardiging stuurden.

    Op 22 september 1939 vond een tweede bijeenkomst plaats in Hove. Zowel de eerste als de Tweede bijeenkomst ging vooral over de vraag op welke wijze het mogelijk zou zijn om Italië bij de oorlog te betrekken. Een directe confrontatie met Duitsland werd nog niet verwacht en de Fransen zochten een mogelijkheid om haar leger in actie te laten komen. Frankrijk worstelde op dat moment met een probleem rond de moraal binnen het leger. Het in actie brengen tegen een zwakker geachte vijand dan Duitsland, zoals Italië werd ingeschat, zou dit moreel kunnen opvijzelen, zo werd gedacht. De Britten hadden weinig trek in een dergelijke operatie. Chamberlain zat op dat moment in het geheel niet te wachten op grote militaire operaties.

    In Hove waren de delegaties aanzienlijk zwaarder dan in Abbeville. Naast Neville Chamberlain, hadden zij Lord Halifax van Buitenlandse Zaken, Sir Alexander Cadogan, de ondersecretaris en Edward Bridges, de kabinetssecretaris afgevaardigd. De Fransen hadden, naast Daladier en Gamelin ook Admiral Francois Darlan, de opperbevelhebber van de Franse vloot, Raoul Dautry, de Minister van Munitie en Jean Monnet, de voorzitter van de Frans-Engels Economische Coördinatiecommissie, afgevaardigd. Dit was gedaan aangezien het onderwerp, de discussie over munitie en militaire versterkingen, op de agenda stond.

    Tijdens de eerste besprekingen en de vervolgafspraken op 17 november 1939 in Parijs en op 19 december 1939, stuurden de Britten aan op bombardementsmissies op Duitse industriële doelen. De Fransen zagen hier geen heil in omdat zij dachten dat dergelijke bombardementen voornamelijk zouden leiden tot tegenbombardementen door de Luftwaffe op Geallieerde doelen, met name in Frankrijk. Wel werd op 17 december besloten de eigen industriële opbouw te coördineren en op dit vlak intensief samen te werken[2].

    Definitielijst

    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.

    Het oorlogsjaar 1940

    Tijdens de bijeenkomst van 20 januari 1940 werd overeen gekomen dat men de Finnen zou steunen in haar strijd tegen de Sovjet-Unie door troepen naar Finland te sturen. Het samenstellen van deze troepen zou echter nog enkele maanden duren en zou door de vredesonderhandelinge tussen Finland en de Sovjet-Unie worden achterhaald.[3]

    Op 5 februari 1940, kwam de Supreme War Council andermaal bijeen. DIt keer had Neville Chamberlain tevens Winston Churchill meegenomen, waarmee voor het eerste de Britten ook een meer militaire leider in haar delegatie had opgenomen. Frankrijk stelde hier voor om een militaire expeditie te zenden naar Petsamo om de Finnen te helpen tijdens hun Winteroorlog tegen de Sovjet-Unie. De Britten verworpen dit met als argument dat dit mogelijk de Sovjet-Unie tot actie tegen de Geallieerden zou stimuleren. Een ander Frans plan, om troepen naar Narvik te zenden, werd wel goedgekeurd, mits Noorwegen en Zweden hierin mee zouden gaan. Beide landen wilden echter hun strikte neutraliteit bewaren en gingen niet akkoord.

    Op 28 maart 1940, kwam de commissie andermaal bijeen, dit keer in Londen. De Britse delegatie, bestaande uit Neville Chamberlain, Winston Churchill, Lord Halifax, Oliver Stanley en Sir Kingsley Wood, kwamen bijeen met de Fransen, bestaande uit Paul Reynaud, de nieuwe Franse Premier, Cesar Campinchi, de Minister voor Marine, Victor Laurent-Eynac, de Minister voor Luchtvaart, Charles Corbin, de Franse Ambassadeur, Alexis Leger, General Maurice Gamelin, Admiral Francois Darlan, General Joseph Vuillemin en General Louis Koeltz. De Fransen stelden hier voor om olievelden in de Kaukasus in de Sovjet-Unie te bombarderen om te voorkomen dat Duitsland door de Molotov-Ribbentrop Overeenkomst, gebruik zou kunnen maken van Russische olie. De Britten zagen niets in dit plan en stelden voor om mijnen te leggen in de Rijn om zo transportroutes en bruggen onbruikbaar te maken. Deze Operatie Royal Marine, werd aanvankelijk door de Fransen goedgekeurd, maar Reynaud kreeg geen goedkeuring van zijn kabinet voor deze operatie. De Britten weigerden vervolgens mee te werken aan een plan om mijnen in Noorse kustwateren bij Narvik te leggen. Het enige resultaat van de bijeenkomst en daarmee het gehele Anglo-French Supreme War Council, was een verklaring dat geen van beide overheden onderhandelingen zou beginnen met Duitsland, zonder toestemming van de ander[4].

    Op 5 april 1940, vond een bespreking tussen politieke leiders plaats van beide landen, welke niet formeel in het kader van de commissie plaatsvond. Churchill probeerde hier nogmaals Operatie Royal Marine door te drukken, maar wederom weigerden de Fransen medewerking te verlenen. Churchill kondigde vervolgens aan dat de Britten op 8 april 1940 een operatie zouden aanvangen, genaamd Operatie Wilfred, waarbij mijnen bij Narvik gelegd zouden worden. Een operatie die de Britten kort daarvoor nog afgewezen hadden. Operatie Wilfred ging door, echter verrasten de Duitsers een ieder door Operatie Weser (Wesrübung) te lanceren. Op 9 april 1940 kwam de Anglo-French Supreme Council in Londen voor een spoedbijeenkomst bijeen. Besloten werd om Operatie Wilfred uit te breiden met Plan R_4, het zenden van troepen naar Noorwegen. Een gedurfd plan, wat uiteindelijk echter zou leiden tot Operatie Alphabet, de evacuatie van Geallieerde troepen uit Noorwegen.

    Op 22 en 23 april 1940 kwam de commissie wederom bijeen, dit keer in Parijs. Hier werd besloten de in Noorwegen aanwezige troepen te handhaven en stand te houden in Narvik en Trondheim. Eveneens werd besloten dat, mochten de Duitsers de landen Nederland of België binnenvallen, de RAF direct doelen in het Roergebied zou bombarderen.

    Tijdens de bijeenkomst op 27 april 1940 lieten de Britten weten voornemens te zijn de troepen in Noorwegen terug te trekken. De Fransen waren hier sterk op tegen en verlieten boos de bijeenkomst. De gebeurtenissen op 10 mei 1940, het aanvangen van Fall Gelb, zorgden voor een totale verandering. Churchill werd premier en de Fransen kwamen in de verdrukking. Op 15 mei 1940 nam Reynaud contact op met Churchill met het verzoek om meer militaire steun. Op 16 mei 1940 kwam de Anglo-French Supreme Council in Parijs bijeen. De Britten stuurden een voornamelijk militaire delegatie met Churchill, Sir John Dill, de stafchef Imperial General Staff, General Hastings Ismay, de Minister van Defensie en Air Marshall Joubert de la Ferté, de Deputy Chief of the Air Staff. Gamelin zette hier de hopeloze Franse militaire situatie uiteen en kwam op de Britten over als een militair leider die het al had opgegeven. De Fransen verzochtten de Britten om zo veel militaire luchtsteun dat dit de Britse eigen verdediging in een treffen met Duitsland, volledig zou lamleggen. Churchill zegde alleen toe dat meer RAF toestellen zouden deelnemen, zonder aantallen te noemen.

    De commissie zelf kwam op 22 mei 1940 nogmaals in Parijs bijeen, gevolgd door een persoonlijke bijeenkomst op 27 mei 1940 tussen Churchill en Reynaud. Hierbij kreeg met name Churchill steeds meer de indruk dat de Fransen de strijd wensten op te geven. Op 31 mei 1940 kwam de commissie andermaal bijeen, dit keer in Parijs. De Fransen spraken hier openlijk over een overgave dan wel wapenstilstand met Duitsland. Churchill liet hier weten dat, ongeacht welke Franse beslissing ook, de Britten de strijd zouden voortzetten.

    Definitielijst

    Geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    neutraliteit
    Onpartijdigheid, onzijdigheid, tussen de partijen instaand, geen partij kiezen.
    Operatie Royal Marine
    Geallieerd plan uit begin 1940 om mijnen te leggen in de Rijn.
    Operatie Wilfred
    Het leggen van mijnen door de Royal Navy in de Noorse kustwateren eind 1939, begin 1940.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Einde aan de samenwerking

    Op 11 en 12 juni 1940 kwam de Anglo-French Supreme War Council bijeen in Chateau du Muguet, bij Briare. Bij deze bijeenkomst was voor het eerst ook de Franse General Charles de Gaulle aanwezig. Gedurende de discussies, ontdekten de Britten dat Frankrijk informeel de strijd al had opgegeven en formeel op zoek waren naar een uitweg uit de situatie.

    Op 13 juni 1940 volgde nogmaals een bijeenkomst, het zou de laatste zijn. De Fransen stelden hier dat, mits de Verenigde Staten de Geallieerden te hulp zouden komen, Frankrijk de strijd zou opgeven. Churchill sprak hier de woorden: "Wij moeten vechten, wij zullen vechten, en daarom moeten wij onze vrienden vragen door te vechten". De Britten verlieten de bijeenkomst in verwarring en met boosheid. Zij voelden zich door de Fransen in de steek gelaten.

    De hierop volgende gebeurtenissen zouden hun angst bevestigen. Frankrijk gaf de strijd op en voegde zich als Vichy-Frankrijk, informeel binnen het Duitse kamp. Alleen de Fransen die zich, onder de leiding van de naar Groot-Brittannië uitgeweken General Charles de Gaulle zouden scharen, bleven een trouwe bondgenoot. Fransen zouden tegenover Fransen komen te staan.

    Noten

    1. Royal Institute of International Affairs, 1990, pag. 10
    2. Royal Institute of International Affairs, 1990, pag. 13
    3. Kennedy, 2007, pag. 76
    4. Sharp, 2002, pag. 223

    Definitielijst

    Geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    05-08-2021
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken