TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Dood van een zoon

    Dit is een op het eerste gezicht gewoon persoonlijk verhaal over vriendschap en verdriet tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog en de reactie van een vader, die na de oorlog hoort hoe zijn zoon tijdens de Slag in de Javazee was omgekomen.

    Door Pieter Robert Boele van Hensbroek

    Gedurende de eerste vijf dagen van de oorlog tegen Duitsland in mei 1940 waren Jhr. Willem van den Bosch en ik als adelborst te werk gesteld bij de sous-chef-staf van de Commandant Marine te Willemsoord. We hadden daar al eerder gewerkt toen in 1939 de oorlog uitbrak en Nederland haar strijdkrachten mobiliseerde. Onze taak was het bijhouden van de kaarten waarop de mijnenvelden stonden aangegeven, orders doorgeven aan schepen en andere eenvoudige bezigheden. Andere collega`s waren bij de codeer- en telexafdeling geplaatst, weer anderen bij de verbindingsdienst. Gedurende deze tijd was er een grote vriendschap tussen ons ontstaan. Wij gingen samen stappen, vertrouwden elkaar onze gevoelens toe en spraken over onze plannen in de marine, over Nederlands Oost-Indië en maakten vooral veel lol. Over en weer hadden wij kennisgemaakt met onze ouders en logeerden bij elkaar gedurende de verlofperioden. Beiden waren wij de enige zoon in het gezin. De familie Van den Bosch was een hecht en gezellig gezin.

    Toen na een aantal dagen oorlog met Duitsland de capitulatie in de lucht hing, kregen Willem en ik de opdracht de geheime papieren van de staf te verbranden, wat we met een bezwaard hart deden bij Fort Oostbatterij in Den Helder, waar de staf gedurende de oorlog ondergebracht was. Wij hadden gehoord dat de Nederlandse torpedoboot Hr. Ms. Z 7, als een van de laatste schepen die ons land zouden verlaten, naar Engeland zou vertrekken. Zelf hadden wij met enige andere collega`s toestemming gevraagd om met een zeilsloep te mogen vertrekken, maar dit werd niet toegestaan. Willem en ik stonden met sombere voorgevoelens de papieren te verbranden toen een ordonnans met de mededeling kwam, dat wij ons onmiddellijk bij onze baas, luitenant-ter-zee Tissot van Patot, moesten melden. Deze vertelde ons dat de Nederlandse strijdkrachten zich over een paar uur officieel zouden overgeven. Hij ontsloeg ons van onze opdracht om de documenten te verbranden en gaf ons de order naar de Z 7 te gaan, die over een half uur naar Engeland zou vertrekken. Er was geen tijd meer om iets van kleren te gaan halen, dus in looppas naar de haven om vooral Hr. Ms. Z 7 niet te missen. Het enige dat ik in mijn binnenzak kon steken was de zeekaart waarop de mijnenvelden voor de kust waren aangegeven. Zo belandden Willem en ik via Engeland samen op Hr. Ms. Sumatra en maakten samen in Nederlands Oost-Indië onze adelborstenstudie af en werden, in juni 1941, gelijktijdig tot officier beëdigd.

    Het is moeilijk precies te omschrijven wat een vriendschap in oorlogsomstandigheden inhoudt. De Amerikanen noemen het "buddy-buddies". Je let op elkaar, je zorgt voor elkaar zodat je niet in moeilijkheden raakt en als er iets gebeurt sta je klaar om je maat eruit te halen en steun te geven.

    Gedurende de eerste jaren van de oorlog, toen de Verenigde Staten nog neutraal waren, kon men uit Indië nog vaak via Amerika naar Nederland schrijven. Aangezien een oom van mij in New York woonde, ging dat tamelijk gemakkelijk. In mijn brieven schreef ik natuurlijk ook over Willem, terwijl hij zelf zijn brieven insloot bij de mijne. Zodoende kwamen onze families nauwer met elkaar in contact. Aangezien het moeilijk was de afstand tussen Velp en Amsterdam te overbruggen, schreven zij elkaar geregeld en wisselden nieuwtjes over hun zonen uit.

    Na onze beëdiging werd Willem op de kruiser Hr. Ms. De Ruyter geplaatst, terwijl ik naar Hr. Ms. Tromp ging. Wij zagen elkaar daardoor minder, maar als de schepen tegelijk in een haven lagen, gingen we samen uit of kwamen elkaar tegen bij vrienden en kennissen. In Soerabaja was de familie Ferwerda een middelpunt voor veel van onze vrienden. Hun oudste zoon Ferdinand, was een jaargenoot van ons terwijl hun jongere zoon Eric bij het volgende jaar adelborsten hoorde en in Engeland zijn opleiding volgde. Hun huis op de Reiniers Boulevard 64 te Soerabaja stond altijd voor ons open, wij konden er zomaar binnenlopen voor een praatje, kregen een borrel of wat te eten. Er stonden voldoende bedden klaar als wij er wilden blijven slapen. Omdat wij zelf geen ouders in Indië hadden en eigenlijk nog maar jongens waren, namen deze twee geweldige mensen min of meer hun taak over. Zij leefden met ons mee en waar nodig gaven zij ons raad. Hun gastvrijheid en hartelijkheid zal ik niet snel vergeten.

    Hr. Ms. Tromp maakte deel uit van het Nederlandse eskader, dat bestond uit drie kruisers. Behalve de Tromp waren er het vlaggenschip Hr. Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Java en ongeveer zes torpedobootjagers. Het eskader had een hoge graad van geoefendheid en op artilleristisch gebied deed het zeker niet onder voor andere marines. Overdag werden wij regelmatig door Japanse bommenwerpers aangevallen, waardoor de schepen bijna constant in alarmtoestand verkeerden. Het gevolg was dat de wachtdivisie, die verondersteld werd te rusten, ook steeds op alarmpost moest staan. Daarbij kwam dat bij de luchtaanvallen een algemeen alarm werd gemaakt, waarbij ook de hoofdbatterij op post moest, hoewel die niet op vliegtuigen kon schieten. Aangezien dit weken achter elkaar zo doorging, duurde het niet lang of de bemanningen kregen tekort aan slaap en werden oververmoeid. Het feit dat de marine desondanks een gedisciplineerde en formidabele macht bleef, kan alleen worden toegeschreven aan het buitengewone hoge moreel van de mensen.

    Op 19 en 20 februari 1942 was Hr. Ms. Tromp in actie geweest bij Bali en had een tiental treffers gekregen, waarbij tien mensen sneuvelden, 28 gewond raakten en grote schade werd opgelopen. Wij trokken ons terug op de marinebasis te Soerabaja, waar het meteen duidelijk werd dat er omvangrijke reparaties nodig waren, die op dat moment niet meer in Indië uitgevoerd konden worden. Het schip zou provisorisch gerepareerd worden en daarna naar Australië gaan. Gedurende deze tijd werd de gehele bemanning twee of drie dagen vrijgegeven om bij te komen van de vermoeienissen, wij waren letterlijk aan het einde van ons Latijn. Ik belde de familie Ferwerda op om te vragen of ik daar kon logeren en ik werd met open armen ontvangen. Bij aankomst viel ik op een bed in een diepe slaap, met als enige onderbreking de gang naar de begraafplaats waar onze gesneuvelde bemanningsleden begraven werden. Wat ik mij nog van die plechtigheid kan herinneren, is dat onze commandant, kapitein-ter-zee Jan de Meester, aan het einde van zijn redevoering zei: "Ik beveel u in Gods handen aan".

    De rest van het eskader was inmiddels ook Soerabaja binnengelopen, maar aangezien deze schepen niet beschadigd waren, liepen de bemanningen de gewone oorlogsreewacht, waardoor driekwart aan wal kon gaan. Het duurde niet lang voordat andere jaargenoten ook bij de Ferwerda’s binnenliepen om ervaringen uit te wisselen over de gevechten bij Bali. Toen ik gedoucht had en in een schoon uniform op het terrasje kwam, waren daar de meeste collega`s van Hr. Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Java al bijeen, waaronder ook Willem. Zoals gebruikelijk verwelkomde mijnheer Ferwerda iedereen met een borrel of een biertje en sprak waar nodig een bemoedigend woord. Hun eigen zoon Richard, die op de Java geplaatst was, was er ook. Dat ook zij natuurlijk onder grote spanning leefden, lieten ze niet merken. Het eskader zou die avond opnieuw uitvaren en daarom was iedereen vrij stil. Omdat de anderen `s avonds om acht uur weer aan boord moesten zijn, werden er om een uur of zeven een paar taxi`s besteld. Wij namen afscheid van elkaar; wij van de Tromp wensten de anderen het beste en veel geluk in de komende dagen op zee; zij wensten ons een goede reis naar Australië. Toen Willem met de taxi wegreed stond hij half op en met een arm zwaaiend riep hij nog: "Robby". Het was de laatste keer dat wij elkaar zagen. Toen wij in Australië aankwamen druppelde het nieuws binnen over de Slag in de Javazee: dat de vloot praktisch vernietigd was en dat er maar weinig overlevenden waren. Omdat Amerika inmiddels ook aan de oorlog deelnam, kon ik niet meer via dat land met mijn ouders corresponderen. Vanaf die tijd liep het schaarse contact via het Rode Kruis. Ik schreef vanuit Sydney aan de ouders van Willem dat ik veilig uit Indië was weggekomen, maar dat ik weinig hoop had dat Willem de slag overleefd had.

    Na de bevrijding in 1945 bracht ik in Nederland zo gauw mogelijk een bezoek aan de familie Van den Bosch. Het was een ontspannen avond. Willems ouders wilden alles weten over hun zoon, wat wij samen gedaan hadden, wie wij ontmoet hadden. Na het eten nam de heer Van den Bosch mij even apart en zei: "Robby, ik ben zo blij dat je hier geweest bent, want nu kunnen wij ons een beetje indenken hoe Willem geweest zou zijn".

    Bij nader inzien is dit een ontroerend verhaal over de schrijnende omstandigheden waarmee bemanningsleden van de Koninklijke Marine en hun thuisfront geconfronteerd werden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Luitenant-ter-zee der 3e klasse Jhr. Willem Joannes Petrus van den Bosch (Ede 15 mei 1921) was één van de 367 bemanningsleden van Hr. Ms. De Ruyter die met de kruiser ten onder gingen in de nacht van 27 op 28 februari 1942. Luitenant-ter-zee der 3e klasse Richard Ferwerda (Batavia 1 juni 1919) sneuvelde samen met 511 opvarenden van Hr. Ms. Java tijdens die noodlottige Slag in de Javazee.

    Definitielijst

    capitulatie
    Overeenkomst tussen strijdende partijen met betrekking tot de overgave van een land of leger.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.

    Afbeeldingen

    De torpedoboot Hr. Ms. Z 7. Bron: P. Kimenai Go2War2.
    De flottieljeleider of lichte kruiser Hr. Ms. Tromp. Bron: P. Kimenai Go2War2.
    De moderne lichte kruiser Hr. Ms. De Ruyter. Bron: P. Kimenai Go2War2.
    De oudere gemoderniseerde lichte kruiser Hr. Ms. Java. Bron: P. Kimenai Gor2War2.

    Informatie

    Geplaatst door:
    Peter Kimenai
    Geplaatst op:
    09-02-2015
    Laatst gewijzigd:
    21-02-2015
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    De Tromp en haar Trompers
    Zij vochten op de zeven zeeën