De Asashio-klasse was in feite een gemoderniseerde versie van de Shiratsuyu-klasse (1935). Bij het ontwerp had de Japanse marine lering getrokken uit fouten die in eerdere ontwerpen waren gemaakt. Daarnaast was, bij aanvang van het ontwerpen in 1934, al afgestapt van het handhaven van de Internationale vlootverdragen en legde Japan zich geen enkele restrictie meer op. Zodoende kon men weer voluit ontwerpen en ontstonden weer grotere "kruiser-type" torpedobootjagers. De Asashio-klasse was de eerste uit een nieuwe reeks torpedobootjagers. Er werden tien schepen gebouwd die allen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gingen.
Asashio (Dai-75) |
7 september 1935:
kiellegging 16 december 1936: tewaterlating 31 augustus 1937: aflevering 3 maart 1943: gezonken (bombardement) 1 april 1943: geschrapt van marinelijst |
Oshio (Dai-76) |
5 augustus 1936:
kiellegging 19 april 1937: tewaterlating 31 oktober 1937: aflevering 20 februari 1943: getorpedeerd (USS Albacore (SS-218)) 1 april 1943: geschrapt van marinelijst |
Michishio (Dai-77) |
5 november 1935:
kiellegging 15 maart 1937: tewaterlating 31 oktober 1937: aflevering 25 oktober 1944: gezonken (USS McDermut (DD-677), USS Hutchins (DD-476))) 10 jauari 1945: geschrapt van marinelijst |
Arashio (Dai-78) |
1 oktober 1935: kiellegging 26 mei 1937: tewaterlating 30 december 1937: aflevering 4 maart 1943: gezonken (bombardement) 1 april 1943: geschrapt van marinelijst |
Yamagumo (Dai-79) |
4 november 1936:
kiellegging 24 juli 1937: tewaterlating 15 januari 1938: aflevering 25 oktober 1944: gezonken (USS McDermut (DD-677)) 10 januari 1945: geschrapt van marinelijst |
Natsugumo (Dai-80) |
1 juli 1936: kiellegging 26 mei 1937: tewaterlating 10 februari 1938: aflevering 12 oktober 1942: gezonken (bombardement) 15 november 1942: geschrapt van marinelijst |
Asagumo (Dai-81) |
23 december 1936:
kiellegging 5 december 1937: tewaterlating 30 maart 1938: aflevering 25 oktober 1944: gezonken (USS McDermut (DD-677)) 10 januari 1945: geschrapt van marinelijst |
Minegumo (Dai-82) |
22 maart 1937: kiellegging 4 november 1937: tewaterlating 4 april 1938: aflevering 5 maart 1943: gezonken (Task Force 68 (TF 68)) 1 april 1943: geschrapt van marinelijst |
Arare (Dai-83) |
5 maart 1937: kiellegging 16 november 1937: tewaterlating 15 april 1939: aflevering 5 juli 1942: getorpedeerd (USS Growler (SS-215)) 31 juli 1942: geschrapt van marinelijst |
Kasumi (Dai-84) |
1 december 1936:
kiellegging 18 november 1937: tewaterlating 28 juni 1939: aflevering 7 april 1945: gezonken (Task Force 58 (TF 58)) 10 mei 1945: geschrapt van marinelijst |
De Asashio-klasse werd gebouwd volgens het 2e aanvullingsprogramma uit 1934. De schepen in deze klasse waren een stuk groter dan hun voorgangers en hierdoor kon men een hoofdbewapening toepassen van zes 127 mm kanonnen in drie dubbelloops koepels en tegelijk een torpedobewapening handhaven van acht torpedolanceerbuizen in twee opstellingen. De gevolgen hiervan waren dat de waterverplaatsing boven de toegestane cijfers van de Internationale vlootverdragen kwamen. Japan had echter rond deze tijd al besloten zich niet meer aan deze verdragen te gaan houden. Naast een grotere waterverplaatsing van 2.500 ton, een lengte van ruim 118 meter, werden de schepen ook breder (ruim 10 meter) en daardoor stabieler.[1][2]
De klasse werd aangedreven door twee stoomturbines die elk een schacht aandreven. Drie boilers leverden de stoom voor de turbines. Hiermee kon een vermogen van 50.000 pk (37.000 kW) worden bereikt, wat een topsnelheid van 35 knopen (65 km/u) opleverde. Met een volledige brandstofvoorraad kon bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) een maximale afstand van 10.600 km worden afgelegd. Ondanks alle goede bedoelingen bij het ontwerp, kwamen er na de eerste proefvaarten toch weer tekortkomingen aan het licht. Het bleek dat de schepen problemen ondervonden met het manoeuvreren en met de aandrijving. Het manoeuvreren werd verbeterd door een ander ontwerp van het roer toe te passen, waardoor wel bij alle schepen het achterschip moest worden aangepast. Bij de meeste schepen werd dit bij de bouw gedaan. De aandrijving werd niet verbeterd omdat dit te veel kosten en inspanning met zich mee bracht.[3][4]
Zoals aangegeven bestond de hoofdbewapening uit drie dubbel uitgevoerde geschutskoepels met elk twee stuks 127 mm / 50 kaliber, Type 3 geschut. Eén koepel was voor de brug gesitueerd en twee op het achterschip. De bewapening was aangevuld met twee viervoudige torpedolanceerinstallaties met 610 mm torpedolanceerbuizen voor Type 93 torpedo's. Daarnaast hadden de schepen in aanvang 16 dieptebommen aan boord. Als luchtafweer hadden de schepen twee dubbele 25 mm Type 96 luchtafweer aangemeten gekregen.[5][6]
De dubbele 25 mm installaties werden in de jaren 1942-1943 vervangen door drievoudige opstellingen. In de jaren 1943 en 1944 werd bij de nog in dienst zijnde schepen het aantal dieptebommen sterk uitgebreid. Hiertoe werden twee extra dieptebommenwerpers geïnstalleerd en ruimte gemaakt voor 36 dieptebommen. Om de dieptebommen te kunnen stouwen, werd de voorraad torpedo's met vier ingeperkt. Het luchtafweer werd drastisch uitgebreid. No. 2 geschutskoepel werd verwijderd en totaal werden drie stuks drievoudige en één stuks enkelvoudige 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweer geplaatst. Aanvullend werden nog vier 13,2 mm mitrailleurs toegevoegd. Hierdoor werd de totale waterverplaatsing verhoogd naar 2.000 ton standaard en 2.635 ton volledig beladen. Uiteindelijk zou in 1944 het luchtafweer nogmaals worden uitgebreid, waardoor in totaal 28 kanonnen van 25 mm en vier mitrailleurs van 13 mm de luchtafweer gingen vormen. Eveneens in 1944 werd Type 2 en Type 3 radar geplaatst.[7][8][9]
De schepen in deze klasse werden intensief ingezet gedurende de oorlog en geen enkele overleefde de oorlog. Twee schepen gingen verloren in 1942, vier schepen in 1943, drie in 1944 en één in 1945.[10][11]
Klasse: | Asashio-klasse |
Aantal in klasse: |
10 |
Land: |
Japan |
Type: |
Torpedobootjagers |
Waterverplaatsing: |
2.370 lt (2.408 ton)
standaard |
Lengte: |
118,30 meter |
Breedte: |
10,30 meter |
Diepgang: |
3,70 meter |
Aandrijving: |
2 geschakelde stoomturbines 3 boilers 50.000 shp (37.285 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
35 knopen (65 km/u) |
Bereik: |
10.600 km bij 15 knopen
(28 km/h) |
Bewapening: |
3x2 127 mm / 50 kaliber
Type 3 geschut maximaal tot 28x 25 mm Type 96 luchtafweer maximaal tot 4x 13,2 mm Type 93 luchtafweer 2x4 610 mm torpedolanceerbuizen maximaal 16 Type 93 torpedo's maximaal 36 dieptebommen |
Bemanning: |
200 |