Titel: | Waalhaven, bevlogen verhalen |
Auteurs: | Frits Gerdessen & Karel Mallan |
Uitgever: | Lanasta |
Uitgebracht: | Juni 2014 |
Pagina's: | 256 |
ISBN: | 9789086161348 |
Omschrijving: |
In 1919 werd besloten een vliegveld aan te leggen bij de nieuw uitgegraven Waalhaven, gelegen in de huidige Rotterdamse deelgemeente IJsselmonde. Vanaf dit vliegveld, dat eveneens de naam Waalhaven kreeg, werd een luchtvrachtdienst met Engeland opgezet. Op 26 juli 1920 landde het eerste vliegtuig uit Londen. Waalhaven werd echter pas op 18 maart 1922 officieel geopend. In de jaren 1930 was het vliegveld een belangrijk knooppunt voor het verkeer van en naar Londen en Parijs. Het vliegveld trok ook veel dagjesmensen, die vanaf 1931 door de bekende varende toeristenonderneming Spido werden vervoerd. In die tijd was op het Rotterdamse vliegveld eveneens de Nationale Vliegtuig Industrie gevestigd en later de Vliegtuigenfabriek Koolhoven. Vanaf de Algemene Mobilisatie, op 29 augustus 1939, werd Waalhaven door het ministerie van Defensie gevorderd waarvoor de gemeente Rotterdam 1.000.000 gulden ontving. De 3e JaVA (3e Jachtvliegtuigenafdeling van de toenmalige Luchtvaartafdeling van de Koninklijke Landmacht) was belast met de verdediging van het vliegveld. Deze afdeling beschikte vanaf de mobilisatie over Fokker D.21 jachtvliegtuigen. Tijdens de Duitse inval van Nederland, op 10 mei 1940, vloog de 3e JaVA echter met gloednieuwe Fokker G.1`s. De vliegafdeling op Waalhaven had de beschikking over twaalf van deze tot de verbeelding sprekende toestellen, waarvan er steeds drie maal drie operationeel waren en er drie in onderhoud waren. Op die 10e mei in 1940 vormde het Rotterdamse vliegveld een belangrijk doel in het Duitse aanvalsplan. Om vier uur in die ochtend werd het vliegveld gebombardeerd, waarbij de gebouwen en de verdedigingsstellingen werden vernietigd. Een uur later volgde de verovering door een 500-tal parachutisten. Het vliegveld was nog niet geheel in Duitse handen toen de eerste vijandelijke toestellen met luchtlandingstroepen probeerden te landen. Acht van de tien gevechtsklare G.1`s konden opstijgen en haalden verschillende vijandelijke vliegtuigen uit de lucht, maar de overmacht was te groot. De Nederlandse verdediging werd snel uitgeschakeld waarna de Duitsers het vliegveld korte tijd in gebruik namen. Na 12 mei was het veld nagenoeg ongeschikt om nog landingen op uit te voeren door de vele bomkraters die veroorzaakt waren door Duitse, maar ook Britse en Nederlandse bommen. De vijand gaf het vliegveld al spoedig op omdat hij het, afgezien van de schade, onpraktisch vond en omdat het te gemakkelijk bereikbaar was voor Britse bommenwerpers. Na de oorlog werd het veld snel opgenomen in de haven- en industriegebieden. "Waalhaven, bevlogen verhalen" bevat de verhalen van de mensen die de Duitse aanval op vliegveld Waalhaven hebben meegemaakt, als vlieger, luchtschutter, grondpersoneel of als burger. Auteurs Frits Gerdessen en Karel Mallan hebben de afgelopen decennia uitgebreid gecorrespondeerd en gesproken met deze ooggetuigen en hun persoonlijke verhalen in chronologische volgorde opgetekend en in boekvorm uitgebracht. Die verhalen gaan niet alleen over de meidagen van 1940, maar gaan ook over de opleidingstijd van de vliegers en telegrafisten/luchtschutters en grondpersoneel. Hierdoor wordt een mooi sfeerbeeld gegeven over de, wat de militaire luchtvaart betreft, bewogen jaren `20 en `30 van de vorige eeuw. De verhalen worden voorafgegaan door korte inleidingen over de geschiedenis van vliegveld Waalhaven, over de ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart, indrukken van de meidagen van 1940 op Waalhaven en over de Luftwaffe-eenheid die de aanval op het Rotterdamse vliegveld uitvoerde. Frits Gerdessen (Asperen, 3 september 1936) was van jongs af geïnteresseerd in geschiedenis en luchtvaart en specialiseerde zich in de Nederlandse militaire luchtvaart tot 1940. Hij schreef artikelen voor verschillende tijdschriften in binnen- en buitenland en werkte mee aan publicaties van anderen. Verder is hij één van de auteurs van "Fokker G-1 ’Le Faucheur’, jachtkruiser – deel 1 & 2". Karel Mallan (Hillegersberg, 23 september 1927 - Zeist, 30 april 2008) was als jeugdige inwoner van de Maasstad zelf getuige van de Duitse aanval op Waalhaven en het bombardement op Rotterdam, vier dagen later. Na de oorlog deed hij onderzoek naar de gebeurtenissen, zoals deze zich op het Rotterdamse vliegveld hadden afgespeeld. Hiervoor schreef hij veel mensen aan om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en legde zo de basis voor "Waalhaven, bevlogen verhalen". "Waalhaven, bevlogen verhalen" is niet alleen een bevlogen boek geworden door de verhalen van de betrokken vliegers, maar ook door de gedrevenheid en de bevlogenheid van de beide auteurs. Zoals gezegd geven de verschillende inleidingen een goed tijdsbeeld van de Nederlandse militaire luchtvaart voor de Tweede Wereldoorlog. De volledigheid van de introductie maakt echter de zeer korte verhalen van de ooggetuigen wat minder interessant. De gebeurtenissen op vliegveld Waalhaven, met slechts tien beschikbare Fokker G.1-toestellen, zijn eenvoudigweg niet veelomvattend genoeg om er in een boek een aantal inleidingshoofdstukken over te schrijven en een serie persoonlijke verhalen over te vertellen. Hierdoor komen dezelfde feiten vaak terug en ontbreekt het in het boek aan spanning. Als voorbeeld wordt het ongeval van vlieger Aspirant Reserve Officier (ARO) Janjaap Clinge Doorenbos, die op 22 november 1939 met een Fokker D.21 neerstortte, zeker tien maal in het boek vernoemd. In bijlage 3 van het boek wordt het gehele ongeval nog eens uitgebreid beschreven. Desondanks is "Waalhaven, bevlogen verhalen" een knap staaltje research en is het boek een waar naslagwerk geworden, zij het over een bescheiden onderwerp en waarschijnlijk voor een kleine doelgroep. |
Beoordeling: | Goed |