Titel: | Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth |
Schrijver: | Brigitte Hamann |
Uitgever: | Piper Verlag GmbH München |
Uitgebracht: | 2002 |
Pagina's: | 688 |
Taal: | Duits |
ISBN: | 3492043003 |
Omschrijving: |
De Duits-Oostenrijkse historica Brigitte Hamann heeft twee monumentale werken over Adolf Hitler op haar naam staan, die om onbegrijpelijke redenen naast de oorspronkelijke Duitse versie aanvankelijk alleen in een Engelse vertaling op de markt zijn gekomen: "Hitlers Wien. Lehrjahre eines Diktators" (1996) en "Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth" (2002). Alleen van "Hitlers Wien" is nu, bijna twintig jaar na de Duitse publicatie van dit baanbrekende werk, eindelijk een Nederlandstalige versie uitgebracht, getiteld "Het Wenen van Hitler". Van Hamann verscheen overigens nog een derde werk dat in verband staat met Adolf Hitler, namelijk "Hitlers Edeljude" (2008), over het leven van de Linzer huisarts Eduard Bloch. Deze laatste en tamelijk recente publicatie is hier al gerecenseerd. Ze gaat over de Joodse huisarts Bloch die Hitlers moeder in haar laatste jaren verzorgde. De manier waarop Bloch voor deze arme vrouw zorgde, maakte een onvergetelijke indruk op de nog jeugdige Adolf Hitler. Toen de jongeman enige maanden later naar Wenen was vertrokken, bleef hij contact houden met huisarts Bloch en stuurde hij hem enige geschilderde ansichtkaarten. Na de Anschluss in 1938 verordonneerde Hitler dat Bloch door de SS en Gestapo met rust gelaten moest worden en in 1943 mochten Bloch en zijn vrouw naar de Verenigde Staten emigreren. Ze waren toen de laatsten van wat niet lang daarvoor een bloeiende Joodse gemeenschap was. In "Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth" is, zoals de titel al aangeeft, Adolf Hitler niet de hoofdpersoon en eigenlijk ook niet eens de tweede persoon. Het boek gaat over Winifred Wagner en de Wagner-dynastie, die na het overlijden van ‘Meister’ Richard Wagner proberen in Bayreuth het levenswerk van de componist overeind te houden. Iets wat aanvankelijk maar moeizaam gaat en waarschijnlijk zonder de bemoeienis vanaf eind twintiger jaren door Adolf Hitler ook nooit zou zijn gelukt. Winifred Wagner (1897-1980) werd als Winifred Marjorie Williams in Engeland geboren. Ze werd al op tweejarige leeftijd wees en verhuisde na talloze omzwervingen in Engelse weeshuizen in 1907 naar Berlijn, waar ze werd opgenomen in het gezin van verre familie van haar moeder, de dan al 77-jarige Karl Klindworth en diens echtgenote, de 70-jarige Henriette Klindworth-Klarop. Karl Klindworth was een levenslange vriend geweest van Richard Wagner en onderhield nog steeds contact met diens weduwe, Cosima Wagner, die als een havik over haar man’s artistieke nalatenschap waakte. Klindworth voedde het jonge kind op tot een echte ‘Wagneriaan’. In 1914 werd Winifred voorgesteld aan Siegfried Wagner, de zoon van de componist en indertijd de verantwoordelijke voor de toen erg noodlijdende Festspiele. Na de eerste Festspiele in 1876, nog door de componist zelf georganiseerd, vond het evenement in de daarop volgende 38 jaar tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog slechts 21 keer plaats doordat men steeds kampten met grote financiële problemen. In de jaren 1914 t/m 1923 konden vanwege de oorlog en om economische redenen ook geen festiviteiten worden gehouden. Al kort na hun kennismaking in 1914 werd het huwelijk gesloten van de jeugdige Winifred met de bijna dertig jaar oudere Siegfried, waarvan angstvallig geheim was gehouden dat hij homoseksueel was. Wat niet verhinderde dat uit het huwelijk vier kinderen werden geboren (Wieland, Friedelind, Wolfgang en Verena), wat later uitmondde in vier afzonderlijke Wagnerdynastieën die elkaar tot op heden op het scherp van de snede bestrijden om de hegemonie van de inmiddels fameuze Festspiele en de enorme prestiges en commerciële belangen die daarmee gemoeid zijn. Dat die Festspiele zo’n reputatie konden verkrijgen is voor de periode 1923-1945 bijna geheel op het conto van Winifred Wagner te schrijven. Na de oorlog bouwden eerst Wieland en na zijn dood Wolfgang de Festspiele in Bayreuth uit tot fenomenale evenementen, die geheel werden ontdaan van de conservatieve opzet waaraan Winifred nog vasthield en die door hen haast avantgardistische bijeenkomsten zijn geworden die nog met regelmaat de kunstwereld weten te schokken. Die naoorlogse ontwikkelingen en familiaire verwikkelingen komen in het laatste hoofdstuk aan bod, maar centraal in het boek staat de rol die Winifred voor de oorlog heeft gespeeld. En natuurlijk Wagnerliefhebber Adolf Hitler, die zodra dat in de mogelijkheid lag alles deed om te zorgen dat de Festspiele gehouden en gefinancierd konden worden en soms het beslissende duwtje gaf om voorzichtige aanpassingen mogelijk te maken. Vanaf 1923 waren Winifred en Hitler zeer nauw met elkaar bevriend. Hitler deed alles wat in zijn vermogen lag om te zorgen dat het werk van Richard Wagner een levend muziekmonument bleef, maar uit het boek komt ook sterk het beeld naar boven dat de Führer een grote platonische liefde moet hebben gehad voor de niet onknappe Winifred. Een gevoel dat wederkerig lijkt te zijn geweest. Hitler kwam tot 1940 veelvuldig in Haus Wahnfried, de door Richard Wagner gebouwde villa in Bayreuth; de kinderen gingen zeer vrij om met ‘Wolf’, zoals zij de dictator mochten noemen. Nog toen de Russen al bijna de Führerbunker genaderd waren, bezochten vooral Wieland en Verena veelvuldig de verder sterk afgezonderde Hitler. Friedelind was toen al lang uit de gratie. Zij was in 1939 naar Zwitserland vertrokken en daarna via Londen naar New York afgereisd, waar ze de rest van haar leven zou blijven wonen. Ze speelde zeker in het begin van de oorlog geen onbelangrijke rol in de propagandaoorlog door compromitterende verhalen over ‘Wolf’ de wereld in te brengen. Friedelinds houding zorgde ervoor dat ook haar moeder Winifred vanaf 1940 bij Hitler uit de gratie raakte en dat hij door Bormann, Goebbels en Himmler vakkundig werd afgeschermd van haar toenaderingen. Tot haar laatste snik bleef Winifred idolaat van Adolf Hitler, die ze niet in staat achtte tot alle misdaden waarvan hij werd beschuldigd. Zoals zijzelf door een vaste kliek rondom Hitler van verder contact met hem werd afgeschermd, veronderstelde ze dat hij ook van alle misdaden en gruwelijkheden niet op de hoogte werd gebracht. Ze bleef hem zien als een Messias die het beste voorhad met het Duitse volk, die anderen geen onnodige schade wilde berokkenen en die zeker had ingegrepen als hij op de hoogte zou zijn gebracht van alle wandaden. Ze bleef vasthouden aan het beeld van een Oostenrijkse charmeur met wie het altijd goed vertoeven was en die altijd zo genereus was voor de vier opgroeiende kinderen die ze in de dertiger jaren had. Ze bleef ook vasthouden aan haar ervaring van Hitler als Wagnerfan, die onmiskenbaar van enorme betekenis is geweest voor de nagedachtenis van Richard Wagner, het voortbestaan van de Festspiele en het welzijn van de Wagnerdynastie. Die twee laatste feiten waren haar enige referentie ten aanzien van Adolf Hitler; alles wat daar buiten stond en waar ze geen directe weet van had, wist ze rigoureus uit haar geheugen te bannen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze door iedereen als een overtuigde nazi werd beschouwd en doordat zij zo lang gezichtsbepalend was voor alles wat met Richard Wagner en Bayreuth te maken had, dat ook de muziek, de stad en haar hele familie gezien werden als een onlosmakelijk onderdeel van nazi-Duitsland. Hamann toont overtuigend aan dat aan dat negatieve beeld van Winifred Wagner nogal wat valt af te dingen. Dezelfde Winifred was namelijk ook een van de zeer weinige personen die in de jaren 1933-1945 met grote regelmaat opkwam voor personen die door het regime in de verdrukking waren gekomen. Een indrukwekkend aantal Joden, streng religieuzen, vrijmetselaars, politiek andersdenkenden, NSDAP-leden die een klacht hadden, homoseksuelen en anderen die op enige wijze in conflict met de staat waren gekomen, wisten haar te vinden om raad te vragen. Zeer velen stond ze bij door direct met Hitler contact op te nemen en een gunst te vragen, in andere gevallen benaderde ze kopstukken als Himmler of Goebbels en als het echt niet anders kon voerde ze zelfs rechtelijke procedures om recht te halen. De scherpzinnig Goebbels liet zich dan ook een keer ontvallen dat Winifred Wagner goed beschouwd geen echte nazi was, omdat haar ideeën, haar hulpverlening en ook de manier waarop ze de kinderen in haar gezin opvoedde op geen enkele manier aansloot op het nationaalsocialistische gedachtengoed. Hamann bevestigt dat beeld, zonder overigens de schaduwkanten van Winifred’s belevingswereld maar enigszins te verdoezelen: "Sie war weder eine Heldin noch eine Verbrecherin, sondern gehörte zur großen Masse der Gutgläubigen, Verblendeten, die dem großen Verführer Hitler erlagen. Dass sie als junge Frau in dem glühenden Wagnerianer den ‘Retter Deutschlands’ wie den "Retter Bayreuths’ sah, stand im Einklang mit dem Geist des Hauses Wahnfried." Jammer dat zo’n werk niet in een Nederlandse vertaling verkrijgbaar is. |
Beoordeling: | Uitstekend |