Titel: | Hitlers Edeljude. Das Leben des Armenartzes Eduard Bloch |
Schrijver: | Brigitte Hamann |
Uitgever: | Piper Verlag GmbH, München |
Uitgebracht: | 2010 |
Pagina's: | 511 |
ISBN: | 9783492258456 |
Omschrijving: |
De Duits-Oostenrijkse historica Brigitte Hamann, die eerder in 1996 het onvolprezen "Hitlers Wien" (in het Nederlands gepubliceerd als "Het Wenen van Hitler") schreef over de armoedige jaren van Hitler in Wenen in de jaren 1908-1913 en de verwoestende invloed die deze toenmalige smeltkroes van volkeren op zijn verwarde geest moet hebben gehad, vertelt nu het ongelofelijke verhaal van de Joodse armenarts Eduard Bloch en zijn gezin. Bloch was de voormalige huisarts van de familie Hitler en was zo zorgzaam en behulpzaam geweest bij de ziekte en het overlijden van Hitlers moeder, dat het een onvergetelijke indruk op de latere Führer maakte. Toen ruim dertig jaar later Oostenrijk door de Anschluss deel ging uitmaken van het grote Duitse Rijk stond de eenvoudige huisarts vanaf dag één onder de uitdrukkelijke bescherming van Adolf Hitler. "Das ist eine Edeljude. Wenn alle Juden so wären, gäbe es keinen Antisemitismus", zou Hitler later over Bloch opmerken. Eduard Bloch (Frauenberg an der Moldau, 30 januari 1872 - New York, 1 juni 1945) werd geboren in de regio Zuid-Bohemen in een pittoreske plaatsje dat gedomineerd werd door kasteel Hluboká dat aan de rand van het dorp lag. Bij een renaissance rond 1840 was vrijwel de gehele oude burcht gesloopt en werd op dezelfde plek een nieuw kasteel in Tudor-gotische stijl gebouwd. Op de plaats van de afgebroken gebouwen en in de aangrenzende weiden werd een grote Engelse tuin aangelegd. Toenmalig eigenaar van het kasteel was de familie Schwarzenberg, een van de rijkste en machtigste families in Bohemen waar ze talrijke kastelen bezat en heerste over uitgestrekte landerijen en bossen. Ze had dan ook behoorlijk veel invloed binnen het Habsburgse rijk. Joachim Bloch, de grootvader van Eduard Bloch, was 'Hofjude' in dienst van de regerende vorsten van het huis Schwarzenberg. Later zou Moritz Bloch, de vader van Eduard Bloch, de functie overnemen. In wezen was het een bescheiden functie, waarmee grootvader en vader Bloch geen macht of grote invloed hadden, noch er enig fortuin mee wisten te vergaren. Desondanks zou Eduard Bloch zijn leven lang met veel trots over die functie van zijn grootvader en vader blijven spreken. Zoals hij ook zijn leven lang sentimenteel zou blijven spreken over zijn geboortegrond, niet alleen vanwege het natuurschoon en het wonderschone kasteel (Bloch noemde het graag na Versailles het mooiste kasteel in Europa), maar ook vanwege het gemoedelijke politieke klimaat. De Joodse bevolking had onder de Schwarzenbergers halverwege de 19e eeuw al privileges, die in andere regionen van het Habsburgse rijk pas veel later werden ingevoerd. Het toenmalige Frauenberg heet nu Hluboká nad Vltavou en ligt in Tsjechië. Toen de nazi's in 1939 Tsjechië onder de voet liepen werd de Joods begraafplaats geruimd en werden alle andere bewijzen van hun eeuwenlange aanwezigheid uitgewist. De Blochs spraken weliswaar perfect Tsjechisch, maar zoals bijna alle Boheemse Joden beschouwden ze zichzelf toch op de eerste plaats "Deutschböhmen". Eduard Bloch ging na de middelbare school medicijnen studeren in Praag en kreeg na zijn militaire diensttijd de gelegenheid om aan de universiteit een mooie wetenschappelijke carrière op te bouwen. Hij besloot echter een geheel andere weg te kiezen. In 1899 aanvaardde hij een baan als huisarts in Linz, in 1901 opende hij in het stadje zijn eigen praktijk als huisarts. Al heel snel heeft huisarts Bloch een voortreffelijke reputatie in Linz, met name onder de lagere sociale klassen, vanwege zijn vriendelijke karakter en omdat hij bereid is op elk moment van de dag of nacht bij zijn patiënten langs te komen. In 1904 was Adolf Hitler de eerste van de familie Hitler die zich als patiënt bij dokter Bloch meldde. Hij zou ernstige longproblemen hebben gehad en om die reden toestemming hebben gekregen vroegtijdig de school te mogen verlaten. Deze officiële versie van de Führer werd echter later door Bloch niet onderschreven. Die heeft altijd volgehouden dat hij Hitler voor slechts wat kleine ongemakken heeft geholpen. De jonge Adolf Hitler zou geen enkele ziekte van betekenis hebben gehad. In 1907 werd bij Klara Hitler, Hitlers moeder, borstkanker geconstateerd. Op 21 december 1907 overleed zij na een zeer pijnlijk sterfbed. Maandenlang kwam dokter Bloch de ernstig zieke vrouw dagelijks verzorgen. Vanwege de zeer slechte financiële situatie waarin de familie Hitler zich bevond, werkte Bloch voor hen voor een sterk gereduceerd tarief en soms zelfs helemaal gratis. De toen achttienjarige Adolf Hitler liet de huisarts weten hem eeuwig dankbaar te zijn voor zijn goede zorgen en hield zich ook zijn gehele leven aan die belofte. In 1908, toen hij inmiddels naar Wenen was verhuisd in de hoop daar een opleiding tot kunstenaar te kunnen volgen, stuurde Hitler een aantal zelfgeschilderde ansichtkaarten naar Eduard Bloch. Blochs dochter Trude sprak zelfs over een grote muurschildering die in de loop der tijd verloren is gegaan. Nog in 1937 laat Hitler via via informeren naar de gezondheid van dr. Bloch. Toen in 1938 Oostenrijk binnen het Duitse Rijk kwam en de situatie voor de Oostenrijkse Joden snel verslechterde, werden alle nationaalsocialistische organisaties en personen in Linz er strikt op gewezen dat dr. Bloch en zijn familie geen haar gekrenkt mochten worden. De praktijk van Eduard Bloch aan de Landstrasse werd voor de SS en Gestapo een absoluut no-go-area, een bizarre situatie in een land waarin geen enkele Jood, ongeacht zijn verdienste en/of reputatie, zijn leven zeker was. Eduard Bloch maakte eigenlijk maar één foutje, waarvan hij de rest van zijn leven spijt bleef houden: in goed vertrouwen gaf hij de ansichtkaarten die hij in 1908 van zijn toenmalige patiënt had ontvangen, in bewaring aan de SS. Hij vertrouwde erop deze snel weer terug te krijgen, maar dat zou niet gebeuren. Waarschijnlijk zijn de kaarten linea recta naar Berlijn gestuurd, want noch de Führer, noch de partij wilde dat de speciale relatie van Hitler met een Jood bekend zou worden. Eduard Bloch stuurde nog een paar keer een persoonlijk bericht naar Hitler met het verzoek de kaarten terug te mogen ontvangen, maar kreeg hierop nooit antwoord. De persoonlijke bescherming op last van de Führer bleef echter onverminderd bestaan. Brigitte Hamann beschrijft in detail het leven van Eduard Bloch en zijn naaste familie, vóór de Anschluss en gedurende hun resterend verblijf in Linz en hoe het hen later in de Verenigde Staten verging. Het grootste deel van het verhaal behandelt de periode maart 1938 - november 1940, waarin aan de hand van lotgevallen van Eduard Bloch vooral op indringende wijze de ondergang van de bloeiende Joodse gemeenschap in Linz wordt beschreven, de stad uit Hitlers jeugd en de stad die ook een levenlang een speciale betekenis voor hem bleef houden. In november 1940 vertrok het gezin Bloch als de allerlaatste Joden uit Linz. In mei 1945 overleed Eduard Bloch in New York aan leverkanker, amper een maand na zijn dubieuze beschermer. Het is een indrukwekkend verhaal, dat een Nederlandse vertaling verdient. |
Beoordeling: | Zeer goed |