De Hindenburg-klasse luchtschepen was de laatste klasse luchtschepen gebouwd door Duitsland, voorafgaan aan de Tweede Wereldoorlog. De klasse bestond uit twee luchtschepen, waarvan de Hindenburg (LZ 129) vanwege de Hindenburg ramp wel de bekendste werd. Het tweede luchtschip uit deze klasse, de Graf Zeppelin II (LZ 130) was voor de Duitse ooglogsvoorbereiding echter belangrijker aangezien dit luchtschip voor de Tweede Wereldoorlog voor spionage doeleinden werd ingezet. Voortbouwend op het concept van de Hindenburg-klasse werd nog de LZ 131 op stapel gezet. Deze was groter, kon meer passagiers vervoeren en zou in 1939 gereed moeten zijn. Tot afbouw van dit luchtschip kwam het niet meer en bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog werden alle nog in Duitsland aanwezige luchtschepen gesloopt.
Hindenburg (LZ 129) |
eind 1931: kiellegging 4 maart 1936: eerste vaart 19 maart 1936: aflevering 6 mei 1936: verongelukt |
Graf Zeppelin II (LZ 130) |
23 juni 1936: kiellegging 14 september 1938: eerste vaart 31 oktober 1938: aflevering 8 april 1940: sloop |
Na het commerciële succes met het luchtschip Graf Zeppelin (LZ 127), besloot Hugo Eckener, de toenmalige baas van Luftschiffbau Zeppelin GmbH tot de bouw van meer grote luchtschepen. Aanvankelijk werd de LZ 128 op stapel gezet, een iets groter zusterschip van de Graf Zeppelin. Toen echter het Britse luchtschip R101 verongelukte, werd de bouw stilgelegd en wat al gebouwd was werd gesloopt. Op basis van de opgedane kennis uit het onderzoek naar de oorzaken van de ramp met de R101, werd een nieuw ontwerp gemaakt, de LZ 129. Later zou de LZ 129 nog een zusterschip krijgen de LZ 130.
Deze twee luchtschepen in de zogenaamde Hindenburg-klasse, het eerste luchtschip zou de naam Hindenburg ontvangen, werden ontworpen voor het gebruik van de legering Duraluminium, een legering van koper, mangaan en magnesium. De leider van het ontwerpteam was Dr. Ludwig Dürr, dezelfde man die verantwoordelijk was voor het ontwerp van alle voorgaande Duitse luchtschepen behalve de LZ 1. De totale leiding over de bouw lag in handen van Dr. Hugo Eckener. Volgens het ontwerp zouden de luchtschepen een lengte krijgen van 245 meter en een doorsnede van 41 meter. Hiermee zouden het de grootste tot op dat moment gebouwde luchtschepen worden. Het ontwerp hield rekening met 40 bemanningsleden en 50 passagiers.
Het Duraluminium frame werd overtrokken met katoen en gevernist met ijzeroxide. Aluminiumpoeder was hieraan toegevoegd om inwerking van ultra violet en infra rood licht te voorkomen. Deze innovatie was voor het eerst toegepast bij het bouwnummer LZ 126 welke als USS Los Angeles (ZR-3) aan de US Navy was geleverd. De gashouders bestonden uit zestien gascellen van katoen met een gas afdichtende coating. Aanvankelijk zouden de luchtschepen worden gevuld met helium. De Verenigde Staten, de enige producent van Helium gas, verbood echter iedere export hiervan. Zeppelin besloot tot het gebruik van waterstofgas, waarmee bij eerdere ontwerpen al goede ervaringen waren opgedaan.
Door het gehele luchtschip waren gangpaden aangebracht voor de bemanning om het onderhoud tijdens de vlucht te kunnen plegen. De luchtschepen zouden worden aangedreven door vier 1.190 pk (890 kW) Daimler Benz dieselmotoren. Hiermee konden de luchtschepen een snelheid van 135 km/u bereiken. Binnen de romp waren twee dekken aangebracht voor de passagiersvoorzieningen. Het bovenste A-dek bevatte de verblijven, openbare ruimten, restaurant, lounge en schrijfkamer. Het lagere B-dek bevatte de wasruimten, restaurant voor de bemanning en een rooklounge. Beide dekken hadden ramen met uitzicht naar buiten. De inrichting voor de Hindenburg en de Graf Zeppelin II verschilden enigszins van elkaar.
De bouw van de Hindenburg (LZ 129) begon in 1931 maar moest gestopt worden toen de firma Luftschiffbau Zeppelin failliet ging. Door een overeenkomst met de NSDAP kon de bouw worden voortgezet in 1935 en kon in 1936 de bouw beginnen van het tweede luchtschip de Graf Zeppelin II (LZ 130). Hoewel dit luchtschip de naam Graf Zeppelin zou dragen werd het aangeduid als Graf Zeppelin II omdat de Graf Zeppelin (LZ 127) nog steeds in gebruik was.
De Hindenburg vloog voor het eerst op 4 mei 1936 en verongelukte op 6 mei 1937 bij de landing op Lakehurst in de Verenigde Staten. De Graf Zeppelin II werd niet meer voor commerciële vluchten ingezet meer werd gebruikt door de Luftwaffe voor testvluchten en voor spionagevluchten. Op 4 april 1940 werd besloten alle nog in Duitsland aanwezige luchtschepen, de Graf Zeppelin (LZ 127), Graf Zeppelin II (LZ 130) en de in aanbouw zijnde LZ 131 te slopen. Hiermee kwam een eind aan een lang tijdperk van Zeppelin als luchtschip fabrikant. De firma zou worden ingezet voor de bouw van vliegtuigen en verdween na de oorlog. In de jaren 1980 werd de firma nieuw leven ingeblazen als ZLT Zeppelin Luftschifftechnik GmbH.
Klasse: | Hindenburg-klasse (Luftschiff) |
Bouwer: |
Luftschiffbau Zeppelin GmbH,
Friedrichshafen |
Aantal: |
2 |
Type: |
Luchtschepen |
Lengte: |
245,30 meter |
Diameter: |
41,20 meter |
Volume: |
198.000 m3 waterstofgas |
Aandrijving: |
4x Daimler-Benz DB 602
16-cilinder dieselmotoren elk 1.100 pk (735 kW) |
Snelheid: |
131 km/u |
Bemanning |
40 |
Passagiers: |
50 |