De Mogami-klasse kruisers werden door toepassing van 155 mm geschut, moderne lastechnieken en compacte bouw gepresenteerd als Lichte-kruiser volgens de gangbare normen van het Washington Naval Treaty. Bij het ontwerp was echter al rekening gehouden met een herbewapening met zwaarder geschut. Toen Japan zich terugtrok uit het verdrag, werd de klasse in 1939 herbewapend met 203 mm geschut waarmee het Zware-kruisers werden.
Mogami (1934) |
27 oktober 1931: kiellegging 14 maart 1934: tewaterlating 28 juli 1935: in dienst gesteld 24 oktober 1944: gezonken |
Mikuma (1934) |
24 december 1931: kiellegging 31 mei 1934: tewaterlating 29 augustus 1935: in dienst gesteld 5 juni 1942: gezonken |
Suzuya (1934) |
11 december 1933: kiellegging 20 november 1934: tewaterlating 31 oktober 1937: in dienst gesteld 25 oktober 1944: gezonken |
Kumano (1936) |
5 april 1934: kiellegging 15 oktober 1936: tewaterlating 31 oktober 1937: in dienst gesteld 25 november 1944: gezonken |
Ten behoeve van het moderniseringsplan voor 1931, liet de Japanse Marine vier kruisers bouwen die voldeden aan de maximaal toegelaten voorwaarden volgens het Washington Naval Treaty uit 1922 en de London Naval Treaty uit 1930. Het volledige ontwerp stond in het teken van gewichtsbeperking, Moderne, gewichtsbesparende lastechnieken, aluminium in de bovenbouw, toepassing van 10 in plaats van de gebruikelijke 12 boilers en het combineren van twee schoorstenen tot één uitlaat, moesten ervoor zorgen dat de maximale tonnage niet werd overschreden.[1]
Qua bewapening werd gekozen voor vijf geschuttorens met elk drie stuks 155 mm/60 kaliber 3e jaars type geschut. Dit geschut had een elevatie van 55 graden waarmee het als luchtafweer kon worden ingezet. Deze hoofdbewapening werd aangevuld met een aanzienlijke hoeveelheid luchtafweergeschut, vier dubbelloops 127 mm geschut en vier drievoudige batterijen 610 mm torpedolanceerbuizen. De belangrijkste bepantsering bedroeg tussen de 100 en 140 mm.[2] Op papier hadden de schepen een waterverplaatsing van 8.500 Brt echter in de praktijk bleek dit 9.500 Brt.[3]
Het Tomozuru incident van 1934 leidde tot het inzicht dat de stabiliteit van de Japanse ontwerpen tot problemen leidde[4], Om dit op te heffen kreeg de gehele klasse ter stabilisatie verbredingen aan de romp. Hiermee werden de schepen breder en de waterverplaatsing liep op tot 11.200 Brt. De Mogami werd direct aangepast en de Mikima werd voor in dienst name alsnog aangepast. De twee andere schepen uit de klasse, de Suzuya en Kumano kregen deze wijziging bij de bouw ingebouwd waarbij alleen de Kumano volledig volgens de nieuwe specificaties kon worden gebouwd.[5] Hierdoor weken twee groepen schepen licht af van elkaar waardoor wel van de Mogami-subklasse (Mogami en Mikuma) en de Suzuya-subklasse (Suzuya en Kumano) wordt gesproken.[6]
Eind jaren 1930 trok Japan zich terug uit alle internationale marineverdragen en werd de Mogami-klasse gemoderniseerd. Het hoofdgeschut werd vervangen door dubbele 203 mm/50 kaliber 3e jaars type 2 geschut, Dit vergde weinig verbouwing aangezien bij het ontwerpen van de schepen al rekening was gehouden met een latere opwaardering van het geschut. De bescherming tegen vijandelijke torpedo's werd verbeterd door het aanbrengen van anti-torpedo domes, De wijzigingen werden tussen september 1939 en april 1940 doorgevoerd.[7] Door al deze wijzigingen steeg de waterverplaatsing naar meer dan 13.000 Brt en liep de snelheid terug tot 34,5 knopen (63,9 km/u).[8]
Alle vier de schepen uit de klasse namen deel aan operaties in de Zuidelijke Pacific en waren ingedeeld als het 7e Kruiser Eskader. De Mikuma zonk tijdens de Slag om Midway op 5 juni 1942. De Mogami raakte ernstig beschadigd tijdens de Slag bij Midway en werd tussen september 1942 en april 1943 gerepareerd en verbouwd tot kruiser voor drijvervliegtuigen. Hiertoe werden de twee achterste geschuttorens verwijderd en werd een katapult dek gecreëerd.[9] De Mogami en Suzuya werden tot zinken gebracht op 25 oktober 1944 en de Kumano op 25 november 1944.
Klasse: | Mogami-klasse |
Aantal in klasse: |
4 |
Land: |
Japan |
Type: |
Zware-kruiser |
Waterverplaatsing: |
tandaard 9500 BRT volledig beladen 12980 BRT |
Lengte: |
200 meter |
Breedte: |
20,50 meter |
Diepgang: |
4,40 meter |
Aandrijving: |
4 schachten geschakelde stoomturbines 10 Kanpon boilers 152000 shp |
Snelheid: |
35 knopen (65 km/u) |
Bereik: |
15.000 km (bij 14 knopen) |
Bepantsering: |
pantsergordel: 25-100 mm dek: 35-60 mm barbettes: 38 mm torens: 25 mm |
Bewapening: |
15x 155 mm/60 M1940 (5x3), later 10x 203 mm/50 (5x2) 8x M1928/M1929/40 (4x2) 8-12x 25mm/60 luchtafweer 8x 13mm/76 luchtafweer 12x 610 mm torpedobuizen (3x4) 3 vliegtuigen (Mogami later 11) |
Bemanning: |
850 |