Air Chief Marshal Sir Edgar Ludlow-Hewitt geniet geen grote bekendheid vanwege zijn rol in de Tweede Wereldoorlog. Sinds 1937 voerde hij het bevel over RAF Bomber Command en hij deed dit ook tijdens de eerste acht maanden van de oorlog. In die periode bracht hij echter een uiterst belangrijke discussie op gang, wat hem later de bewondering van Sir Arthur Harris zou opleveren. Bovendien is Ludlow-Hewitt degene die het langst de rang van Air Chief Marshal droeg in de historie van de Royal Air Force.
Edgar Rainey Ludlow-Hewitt werd op 9 juni 1886 geboren in Cork in Ierland, dat toen nog deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk. Hij volgde onderwijs aan onder andere de Militaire Academie van Sandhurst. Tussen 1905 en 1914 diende hij bij de Royal Irish Rifles. In de tussentijd had hij ook leren vliegen. In augustus 1914 werd hij dan ook ingedeeld bij het Royal Flying Corps, de voorganger van de Royal Air Force, en vloog hij als piloot in No.1 Squadron in Frankrijk. Gedurende de Eerste Wereldoorlog klom hij op tot de rang van Wing Commander en kreeg hij het bevel over No.15 Squadron en No.3 Squadron. Later, in 1916, kreeg hij zelfs het commando over 3rd Wing in de tijdelijke rang van Lieutenant-Colonel. Hij verdiende verschillende onderscheidingen, waaronder een Distinguished Service Order, het Militairy Cross en Chevalier in de Ordre national de la Légion d'honneur. Eind 1917 volgde promotie tot Brigadier-General en benoeming tot Inspector of Training op het hoofdkwartier van de Royal Flying Corps’ Training Division.
Toen in april 1918 de Royal Air Force werd opgericht, werd Ludlow-Hewitt General Officer Commanding (GOC) van de Training Division en enkele maanden later GOC van de 10th Brigade. Dit was het begin van een serie promoties gedurende het Interbellum. In 1922 werd hij benoemd tot Air Secretary, verantwoordelijk voor het personeelsbeleid bij de Royal Air Force. In 1926 werd hij de commandant van het RAF Staff College en in 1930 Air Officer Commanding Iraq Command. In 1933 volgde benoeming tot Director of Operations and Intelligence en Deputy Chief of Staff bij het Air Ministry. In de periode tussen 1935 en 1937 had hij het bevel over de Britse luchtmacht in India. Daarna keerde hij terug naar Groot-Brittannië en werd hij Air Officer Commanding-in-Chief van RAF Bomber Command. Hij kreeg de rang van Air Chief Marshal.
Als leider van Bomber Command had hij de taak de Britse bommenwerpersvloot in hoog tempo verder op te bouwen. In het proces van herbewapening werd ook het budget van Bomber Command verhoogd. Dit stelde Ludlow-Hewitt in staat zijn strijdkracht uit te breiden.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog achtte Ludlow-Hewitt Bomber Command echter nog niet in staat een grote rol te spelen in de strijd tegen Duitsland. De bommenwerpersvloot had een grote groei doorgemaakt, maar het ontbrak met name de nieuwe bemanningen aan de vaardigheden in nachtvliegen en navigeren. Daarnaast bleken zijn vliegtuigen bijzonder kwetsbaar tijdens operaties bij daglicht. Hij herriep zijn standpunt dat bommenwerpers overdag in staat waren zichzelf te verdedigen tegen aanvallen van jachtvliegtuigen. Hij maakte zijn zorgen openbaar en zorgde er hierdoor voor dat men bij het Air Ministry twijfels kreeg over zijn geschiktheid voor de rol van bevelhebber.
Begin 1940 namen de twijfels alsmaar toe als gevolg van een discussie met het Air Ministry. Ludlow-Hewitt pleitte ervoor om meer Operational Training Units (OTU’s) op te zetten om de tekortkomingen op het gebied van nachtvliegen en navigeren aan te pakken. Wanneer men deze problemen niet onderkende zou Bomber Command volgens Ludlow-Hewitt binnen 7,5 week onherstelbare schade oplopen. Een flink aantal bemanningen bij operationele Squadrons zou daarom ook moeten terugkeren naar deze OTU's. Deze maatregel had dus gevolgen voor het aantal beschikbare vliegtuigen en bemanningen voor operaties. Dit bleek in eerste instantie onbespreekbaar voor het Air Ministry en dus werd Ludlow-Hewitt in april 1940 van zijn functie ontheven en werd Air Marshal Sir Charles Portal de nieuwe bevelhebber van Bomber Command.
Later erkende men alsnog de problemen die Ludlow-Hewitt had aangekaart en werd de training geïntensiveerd. Sir Arthur Harris nam het in een later stadium van de oorlog alsnog op voor Ludlow-Hewitt: "zonder zijn beleid zou de hond in enkele weken zijn eigen staart tot voorbij het pijnpunt hebben opgegeten. Na enkele maanden zou er geen hoop meer zijn op herstel van de hond. Ludlow-Hewitt redde de situatie - en de oorlog - ten koste van zichzelf."
De rest van de oorlog bracht Ludlow-Hewitt door in relatieve anonimiteit. Hij diende vanaf 14 april 1940 als Inspector-General in de RAF. In deze rol had hij de taak om de vliegvelden van de Royal Air Force te inspecteren.
Pas in november 1945 verliet hij de Britse luchtmacht. Hij had toen nog altijd de rang van Air Chief Marshal. Tot op heden heeft niemand deze hoge rang langer gedragen dan hij. Ludlow-Hewitt werd voorzitter van de Raad van Bestuur van het College of Aeronautics, een functie die hij tot 1953 bekleedde. Op zijn 67e ging hij met pensioen. Twintig jaar later, op 15 augustus 1973, overleed Ludlow-Hewitt. Hij werd 87 jaar.