TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Vonnis Walter Funk

Funk wordt aangeklaagd op alle Punten van de Aanklacht.(uitleg).
Funk, die voorheen financieel journalist was, sloot zich in 1931 aan bij de Nazipartij en werd kort daarna een van Hitler’s persoonlijke economische adviseurs. Op 30 januari 1933 werd hij aangesteld als perschef van de Reichsregierung en werd op 11 maart 1933 onderminister op het Ministerie van Propaganda; kort daarna werd hij een leidende figuur in de diverse Nazi organisaties die werden gebruikt om de pers, de film, de muziek en de uitgeverijen te controleren. Funk trad begin 1938 aan als Minister van Economische Zaken en Algemeen Gevolmachtigde voor de Oorlogseconomie en in januari 1939 als President van de Reichsbank. Hij volgde in alle drie deze functies Schacht op. Hij werd in augustus 1939 lid van de Reichsverteidigungsrat en in 1943 lid van het Centraal Planbureau.

Misdaden tegen de Vrede

Funk werd actief op economisch gebied nadat de plannen van de Nazis om een aanvalsoorlog te voeren vaste vorm hadden gekregen. Een van zijn vertegenwoordigers woonde op 14 oktober een vergadering bij waarop Göring een enorme toename van de bewapening aankondigde en het Ministerie van Economische Zaken opdracht gaf de export te verhogen om de noodzakelijke geldmiddelen te verkrijgen. Op 28 januari 1939 zond een van zijn ondergeschikten een memorandum aan het OKW over de inzet van krijgsgevangenen om de tekorten aan mankracht op te vangen die in geval van een mobilisatie zouden ontstaan. Op 30 mei 1939 woonde de onderminister van het Ministerie van Economische Zaken een vergadering bij waarop gedetailleerde plannen werden gemaakt voor de financiering van de oorlog.

Op 25 augustus 1939 schreef Funk een brief aan Hitler waarin hij zijn dankbaarheid uitdrukte dat hij in staat was deel te hebben aan dergelijke wereldschokkende gebeurtenissen; dat zijn plannen voor het financieren van de oorlog, voor de controle op lonen en prijzen en voor de versterking van de Reichsbank voltooid waren en dat hij onopvallend alle buitenlandse tegoeden die Duitsland ter beschikking stonden had omgezet in goud. Op 14 oktober 1939, nadat de oorlog was begonnen hield hij een rede waarin hij zei dat de economische en financiële departementen van Duitsland die onder het Vierjarenplan werkten, zich al langer dan een jaar in het geheim hadden bezig gehouden met de voorbereidingen op oorlog.

Funk had deel aan de economische planning die voorafging aan de aanval op de U.S.S.R. Zijn plaatsvervanger voerde dagelijks overleg met Rosenberg over de economische problemen die zouden ontstaan bij de bezetting van Sovjet gebied. Funk nam persoonlijk deel aan de voorbereidingen voor het voorafgaand aan de aanval in Duitsland drukken van roebelbiljetten die moesten worden gebruikt als bezettingsgeld in de U.S.S.R. Na de aanval hield hij een rede waarin hij de plannen omschreef die hij had opgesteld voor de economische uitbuiting van de uitgestrekte gebieden in de Sovjet Unie die moesten worden gebruikt als bron van grondstoffen voor Europa.
Funk behoorde niet tot de leidende figuren die aan de wieg stonden van de plannen van de Nazis voor een aanvalsoorlog. Zijn activiteiten op economisch gebied vielen onder het gezag van Göring als Gevolmachtigde voor het Vierjarenplan. Hij had echter wel deel aan de economische voorbereidingen op bepaalde aanvalsoorlogen, in het bijzonder die tegen Polen en de Sovjet Unie, maar zijn schuld kan voldoende worden behandeld onder Punt Twee van de Aanklacht

Oorlogsmisdaden en Misdaden tegen de Menselijkheid

In zijn hoedanigheid van onderminister op het Ministerie van Propaganda en vice-voorzitter van de Reichskulturkammer heeft Funk deelgenomen aan het eerste Naziprogramma van economische discriminatie tegen de Joden. Op 12 november 1938, na de pogroms van november, woonde hij een vergadering bij onder voorzitterschap van Göring om de oplossing van de Joodse kwestie te bespreken en stelde een richtlijn voor volgens welke de Joden uit alle zakelijke activiteiten werden verbannen; Göring vaardigde die nog dezelfde dag uit onder de bevoegdheid van het Vierjarenplan. Funk heeft getuigd dat hij geschokt was door de rellen van 10 november maar op 15 november hield hij een rede waarin hij deze rellen beschreef als een “gewelddadige explosie van woede van het Duitse volk vanwege een misdadige Joodse aanval op het Duitse volk,” en zei dat de eliminatie van de Joden uit het economische leven logischerwijs volgde op hun eliminatie uit het politieke leven.

In 1942 bereikte Funk een overeenkomst met Himmler waaronder de Reichsbank goud, juwelen en bepaalde valuta van de SS zou ontvangen en gaf zijn ondergeschikten, die de bijzonderheden moesten uitwerken opdracht niet te veel vragen te stellen. Als resultaat van deze overeenkomst stuurde de SS persoonlijke bezittingen naar de Reichsbank die waren afgenomen van de slachtoffers die in de concentratiekampen waren vermoord. De Reichsbank behield de munten en de bankbiljetten en stuurde de juwelen, horloges en overige persoonlijke eigendommen naar de pandhuizen in Berlijn. Het goud van de brilmonturen, gouden tanden en vullingen werden opgeslagen in de kluizen van de Reichsbank. Funk heeft ontkend dat hij wist dat de Reichsbank dergelijke artikelen ontving. Het Tribunaal is van mening dat hij ofwel wist wat er binnenkwam of dat hij opzettelijk zijn ogen sloot voor wat er gebeurde.

Als Reichswirtschaftsminister en President van de Reichsbank had Funk deel aan de ecconomische uitbuiting van bezette gebieden. Hij was President van de Continental Oil Company die tot taak had het winnen van de olievoorraden van de bezette gebieden in het Oosten. Hij was verantwoordelijk voor de in beslagname van de goudreserves van de Nationale Bank van Tsjechoslowakije en voor de liquidatie van de Nationale Bank van Joegoslavië. Op 6 juni 1942 stuurde zijn plaatsvervanger een brief naar het OKW met het verzoek middelen uit het Franse bezettingsfonds ter beschikking te stellen voor aankopen op de zwarte markt. Funk’s kennis van het Duitse bezettingsbeleid wordt aangetoond door zijn aanwezigheid bij een vergadering op 8 augustus 1942, waar Göring zich tot de diverse bezettende bevelhebbers richtte, hen vertelde over de producten die van hun gebieden werden geëist en daaraan toevoegde: “Het maakt mij in dit opzicht niet uit als u zegt dat de bevolking van honger zal omkomen.”

In de herfst van 1943 was Funk lid van het Centraal Planbureau dat het totaal aantal voor de Duitse industrie benodigde arbeiders vaststelde en van Sauckel eiste die te leveren, gewoonlijk door deportatie uit de bezette gebieden. Funk scheen geen bijzonder belang te stellen in dit aspect van het programma van slavenarbeid en stuurde gewoonlijk een plaatsvervanger naar de vergaderingen, vaak was dat SS-Generaal Ohlendorf, het vroegere hoofd van de SD in Duitsland en de voormalige commandant van Einsatzgruppe D. Maar Funk was zich ervan bewust dat de Raad waarvan hij lid was de import van slavenarbeiders eiste en ze toewees aan de diverse ondernemingen die onder de Raad ressorteerden.
Als President van de Reichsbank was Funk ook direct betrokken bij de inzet voor arbeid van gevangen in concentratiekampen. Onder zijn leiding vormde de Reichsbank een fonds van 12 miljoen Reichsmark ten gunste van de SS voor de bouw van fabrieken waar gevangen van concentratiekampen te werk werden gesteld.
Ondanks het feit dat hij belangrijke officiële functies bekleedde was Funk nooit een overheersend figuur in de diverse programma’s waaraan hij deelnam. Dit is een verzachtende omstandigheid waarmee het Tribunaal rekening houdt.

Conclusie

Het Tribunaal acht Funk niet schuldig aan Punt Een. Hij wordt schuldig bevonden aan de Punten Twee, Drie en Vier.

Uitleg van de vier aanklachten:

  1. Samenzwering tot het voeren van een agressieve oorlog ofwel misdaden tegen de vrede
  2. het voeren van een agressieve oorlog
  3. oorlogsmisdaden
  4. misdaden tegen de menselijkheid

Definitielijst

mobilisatie
Een leger in staat van oorlog brengen, dus eigenlijk de overgang van vredestoestand naar oorlogstoestand. Het Nederlandse leger werd gemobiliseerd op 29 augustus 1939.
Nazi
Afkorting voor een nationaal socialist.
oorlogsmisdaden
Misdaden die in oorlogstijd worden begaan. Vaak betreft het hier misdaden van militairen ten opzichte van burgers.
Propaganda
Vaak misleidende informatie die gebruikt wordt om aanhangers / steun te winnen. Vaak gebruikt om ideele en politieke doelen te verwezenlijken.
Vierjarenplan
Duits economisch plan dat gericht was op alle sectoren van de economie waarbij de vastgestelde productiedoelen in 4 jaar gehaald moeten worden.

Afbeeldingen

Walter Funk, Minister van Economische Zaken (1937-1945) en President van de Reichsbank (1939-1945).

Informatie

Vertaald door:
Arnold Palthe
Geplaatst op:
01-10-2009
Laatst gewijzigd:
14-04-2020
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Gerelateerde personen

Bronnen

International Military Tribunal, Nuremberg 1947