Staf De Clercq was de leider van het Vlaams Nationaal Verbond, het V.N.V. Deze Vlaamsgezinde partij die in de jaren dertig was opgericht en enkele serieuze verkiezingsoverwinningen boekte, stapte onder leiding van en op initiatief van De Clercq de collaboratie in.
In deze toespraak maakte De Clercq dat ook officieel bekend. Hij had reeds in juni 1940 aan de Duitse militaire leiding van België duidelijk gemaakt dat hij en zijn partij bereid waren tot samenwerking met de Duitse overheerser. Aanvankelijk koppelde De Clercq bepaalde eisen aan die samenwerking, maar toen duidelijk werd dat die niet zouden ingewilligd worden, stapte hij met deze toespraak onvoorwaardelijk de collaboratie in.
Deze versie is een samenvatting van de meest opvallende delen van zijn toespraak gehouden op zondag 10 november 1940 voor de gewest-, afdelings- en kernleiders van Groot-Brussel, zoals die werd weergegeven in Volk en Staat van 13 november 1940. Aan het toenmalige taalgebruik is niets veranderd.
De Leider van het V.N.V. spreekt over de Werking van het Verbond in het Verleden en over zijne Taak in de Toekomst.
Wij hebben vertrouwen in den Fuehrer
Verwacht van mij niet dat ik hier zal spreken over grenzen. Ieder kent onze opvattingen daaromtrent. Maar grenzen worden vastgelegd door den overwinnaar in dezen oorlog. Die overwinnaar zal Duitschland zijn. Die overwinnaar is Duitschland.
In onzen strijd tegen België moesten wij van grenzen spreken. Wij moesten die grenzen bepalen en er voor vechten. België was trouwens onzen vijand. Duitschland is onzen vijand niet. Wij hebben vertrouwen in den Führer. Wij twijfelen er niet aan of wat hij zal doen, zal goed gedaan zijn. Goed voor ons Volk, voor heel ons Volk.
De bestemming van het Vlaamsche Volk is Nederlandsch, dus Germaansch
Ons Volk heeft zijn bestemming terug gevonden. Die bestemming is niet Latijnsch, zooals men ze in België wou afdwingen. In 1914 – 1918 zei men: “La Belgique sera latine ou elle ne sera pas.” Dat was een uitdaging en een bedreiging voor Vlaanderen.
De Vlaamsch-Nationalisten hebben den handschoen van den strijd opgenomen. Ons antwoord luidde: “De bestemming van het Vlaamsche volk is Nederlandsch, dus Germaansch.” De frontsoldaten van 1914 – 1918, de aktivisten en de na-oorlogsche Vlaams-Nationalisten hebben daar rusteloos voor gevochten, 26 jaar aan een stuk. Vervolgingen, broodroof en kerker werden hun ruimschoots toegemeten.
De Vlamingen zijn Germanen, geen Latijnen. De groote strijd der Vlaamsche-Nationalisten ging tegen de denationalisatie. Denationalisatie beteekent de beslissende stap naar aanhechting. Daarom klonk de strijdkreet der Vlaamsch-Nationalisten tusschen de twee oorlogen: “Los van Wallonië! Los van Frankrijk!”
Geen Vlaamsch bloed voor vreemde belangen
“Los van Frankrijk” konkretiseerde zich op militair gebied in het verbreken van het Fransch-Belgisch militair akkoord. In 1936 was dat een afgedane zaak. Onze tweede strijdkreet was: “Geen Vlaamsch bloed voor vreemde belangen!” Tientallen van malen heb ik gezegd op onze groote Volksvergaderingen of geschreven in onze bladen: “Het Vlaams-Nationaal Verbond zal er voor zorgen dat de Vlaming geen bloed zal vergieten voor vreemde belangen.”
In de konjunktuur waarin wij leefden beteekende zulks: “Geen Vlaamsch bloed voor Fransche of Engelsche belangen.” Die belofte hebben we gehouden. Als er in de maand Mei geen duizenden Vlaamsche en Duitsche soldaten meer zijn gevallen, dan kan het Vlaamsch-Nationaal Verbond zulks gerust op zijn rekening schrijven! Dat kunnen wij ook bewijzen. Doch de tijd is nog niet gekomen om die schitterende bladzijde van Vlaanderen’s Geschiedenis openbaar te maken.
De Vlaamsch-Nationale Beweging was Duitsvriendelijk
De Führer heeft verklaard: “Denemarken, Holland noch België zullen door Duitschland als vijanden worden behandeld.” Voor elk van die landen beteekent zulks de erkenning eener speciale verdienste. In België heeft die verdienste zeker niet gelegen bij de houding der regeering of der partijen voor den oorlog. Andere faktoren zullen daarbij in aanmerking gekomen zijn, en wel het hoofdzakelijk benevens het bestaan van een bewust of onbewust Germaansch gedeelte, de verdiensten der Vlaamsch-Nationale Beweging zelf; die Vlaamsch-Nationale Beweging werd gedragen door groepeeringen die zich nooit vijandig aangesteld hebben tegen Duitschland of zich nooit hebben bezondigd aan hetze. De Vlaamsch-Nationale Beweging was Duitschvriendelijk.
Een vruchtbare taak is voor ons weggelegd
Een nieuwe tijd, waarvoor de bevolking in Vlaanderen hoofdzakelijk werd voorbereid door het Vlaamsch-Nationale Verbond, is gekomen over de lage landen bij zee. Hier is voor ons een vruchtbare taak weggelegd.
Op een oogenblik dat voor eeuwen over de toekomst van ons Volk wordt beslist, dient eenieder zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Misdadig ware het, zich te laten leiden door persoonlijke veeten of ambities; onverantwoordelijk zich te laten afschrikken door woorden. Ieder begrijpe zijn plicht tegenover de Beweging en de grondslagen waarop er dient gebouwd.
Vlaanderen moet inschakelen in de nieuwe orde
Vlaanderen moet inschakelen in de nieuwe orde, geboren uit de nationaal-socialistische revolutie. Het V.N.V. stelt zich ten doel het vestigen van de nieuwe orde in Vlaanderen. Deze orde kan alleen tot stand gebracht worden op den grondslag van een zuiver en waarachtig volksch bewustzijn, hetwelk voor het Volk in Vlaanderen inhoudt: het besef van zijn Nederlandsch karakter en den zin door de Germaansche samenhoorigheid, voor wat Germaansche eer en plicht gebieden.
Daarom bestaat de taak der Beweging in: het opwekken en het versterken van het volksbewustzijn in Vlaanderen; in het opvoeden aller volksgenooten in nationaal-socialistischen geest, tot dienende ondergeschiktheid der persoonlijke belangen en der groepsbelangen, aan het welzijn der Volksgemeenschap; in het omzetten dezer volksverbondenheid in de politieke, kultureele en sociale ekonomische ordening.
Op deze nationale basis moet gezond-politiek en nationaal worden gebouwd. Deze nieuwe politieke orde dient gevestigd te zijn, eensdeels op het beginsel van het leiderschap, andersdeels op het uitschakelen en verwerpen van alle instellingen, groepeeringen of uitingen die de organische eenheid der Volksgemeenschap aantasten of ondermijnen.
Waar de kultureele orde in dienst zal moeten staan van den opbouw eener echt-volksche kultuur, dat wil zeggen van een kultuur die in al haar uitingen de weerspiegeling is van volksche eigenheid en als dusdanig een middel tot handhaving en volmaking daarvan, zal de maatschappelijke orde gevestigd zijn op de erkenning van den arbeid als dienst aan de gemeenschap en als hoogste plicht voor eenieder: de solidariteit der arbeiders van elken aard en van elken rang, van leidenden en dienenden, welker saamenhorigheid gebouwd moet zijn op wederzijdschen eerbied en trouw; de plicht der gemeenschap aan alle arbeidswillige volksgenooten een menschwaardig bestaan te verzekeren. De ekonomische orde zal gericht zijn op de verwezenlijking van het tweevoudig beginsel: eigendom is dienst en gemeenschapsbelang gaat voor het belang van groepen en van enkelingen.
Bij erkenning van het privaat initiatief moet de organisatie van het bedrijfsleven er toe strekken van de volkshuishouding te maken: een geordend, gebonden geheel van het geheele Volk.
Het zal grootendeels van onszelf afhangen of ons Volk mondig genoeg wordt verklaard om uit eigen krachten deze uitbouw te verwezenlijken in het Germaansche komplex. Wanneer ieder zijn plicht begrijpt, groeit uit den huidigen chaos, in de nieuwe orde, onze Vlaamsche, Nederlandsche en Germaansche heropstanding.
De hetze, de woeker , de Joden
Ondertusschen hebben wij nog andere plichten te vervullen:
a) Bekamping der hetze;
b) Bekamping van den woeker;
c) Strijd tegen de Joden.
Hetzers zijn agenten van Engeland. Engeland stelt zich aan als onze vijand. Dus zijn de hetzers onze vijanden. Wij moeten ze afweren. Zeg mij niet: “Het zijn onze landgenooten of volksgenooten.” Als mijn broeder mij naar het leven staat, dan is hij mijn broeder niet meer. Hij is mijn vijand en ik behandel hem als dusdanig.
Woeker is de noodlottige uitlooper van het liberalisme. Hij is tevens zeer schadelijk voor de Volksgemeenschap. In geen geval mag door ons de woeker gedekt of vergoelijkt worden. Woekeraars dienen aangeklaagd.
Joden kunnen geen volksgenooten zijn; kunnen dus niet als volksgenooten behandeld worden. Er werd enkele dagen geleden een statuut voor de Joden opgemaakt. Het heeft in de breede lagen der bevolking een groote opluchting teweeggebracht. Ons volk kan er alleen wel bij varen.
De pro-Engelse propganda
Ik wil ook uwe aandacht vestigen, kameraden, op het volgende feit dat, mijns inziens van zware beteekenis is: ik bedoel de pro-Engelsche propaganda.
Deze propaganda is er vooral op uit de bevolking tegen de Duitsche overheid en tevens het Vlaamsch-Nationaal gedeelte, dat zich bekent tot het nationaal-socialisme, op te hitsen.
Ieder weet dat door een groot gedeelte der bevolking de komst der Duitsche soldaten als een bevrijding tegen de wandaden der Engelschen werd aangevoeld. Hadden de Engelsche soldaten gelegenheid gehad hier nog veertien dagen te verblijven, alles was hier vernield en verwoest geweest. De moorden die door hen werden gepleegd op onze bevolking, vooral te lande, wijzen er op dat de Engelsche aktie hier de uitvoering was van een opgezet plan, waarbij voornamelijk het Vlaamsche land werd aanzien als vijandelijk gebied.
Moesten er monumenten opgericht worden om de Engelsche en Fransche wandaden in dit land te vereeuwigen, zij zouden talrijk zijn. Doch wij willen geen monumenten van den haat oprichten en wij willen ook dat deze die in 1918 werden opgericht tegen de Duitschers, zouden verdwijnen.
Die wandaden nu van België’s zoogezegde bondgenooten, gevoegd bij de korrekte houding der Duitsche soldaten, en rekening houdende met het feit dat de Engelsch-gezinde en Fransch-gezinde ploetokraten en Joden, de profiteurs van het regime, let tienduizenden naar Frankrijk waren gevlucht, bracht mee dat hier rust heerschte, ondanks het feit dat de agenten van het Centraal Gezag zooals vele burgemeesters in stilte de anti-Duitsche aktie voortzetten.
Maar de tienduizenden zijn voor het meerendeel uit Frankrijk terug gekeerd en hebben hun invloed in de weegschaal gelegd op het Justitiepaleis, in den handel, in de nijverheid, op de stadhuizen, in de ministeries.
De oude haat tegen alles wat Germaansch is en meer bepaald tegen alles wat in België Vlaamsch is, is naar boven gekomen. Alles wijst er op dat het Vlaamsche volk, dat gedurende meer dan 100 jaar als Asschepoetster was behandeld geweest in den Belgischen Staat, terug als zelfstandig volk zal behandeld worden en dat op elk gebied in zake Onderwijs, Bestuur, Gerecht en Leger eindelijk een kruis zou gemaakt worden over de Fransche overheersing.
De haat sinds 25 jaar onafgebroken aangekweekt tegen Duitschland door ploetokraten en Joden, en de vrees voor Vlaanderen’s totaal heropstanding, zijn de twee hoofdzakelijke beweegredenen die aanzetten tot de hetze, die een meer doordrijvend en openbaar verzet moet teweeg brengen. En dat verzet krijgt nu vasten vorm.
De bemoeiingen van de HH. Bisschoppen
Van uit de bisschoppelijke paleizen heeft men zich niet kunnen onthouden te wijzen op de verplichtende liefde die Vlamingen en Walen moeten koesteren voor België, het vaderland.
Hun Hoogwaardigheden spelen met vuur!... België is het vaderland der Vlamingen niet, is nooit hun vaderland geweest. Dit zeggen en herhalen wij sinds tientallen jaren. Ons vaderland is het land waar onze eigen voorouders eeuwen lang hebben geleden, gestreden en gewoond. Wij hebben België nooit bemind, omdat wij het niet voelen in ons bloed en zullen het nooit beminnen.
Ons volk heeft België honderd jaar geduld omdat het niet anders kon. Wij beschouwen dus het ongelukkig woord der bisschoppen als een verzameling blazen hoofdzakelijk tegen het V.N.V., uitbouwer van de nieuwe orde in Vlaanderen.
Geheime plakbrieven, sluikblaadjes en sabotage-daden
Van den anderen kant wijzen de geheime plakbrieven en de sluikblaadjes er op , dat er zich een systematische pro-Engelsche aktie ontwikkelt.
Zoo werd een beroep gedaan op de bevolking om op 11 november in groote massa’s de kerkelijke diensten bij te wonen, getooid met de Belgische kleuren, en tevens den wapenstilstand te herdenken, niet in het teeken van den vrede, zoals de V.O.S.sen en Vlaamschgezinden immer deden, maar in het teeken van de Duitsche nederlaag in 1918.
In de steden loopen de snobs op uitdagende wijze met de Engelsche kleuren getooid rond. Sabotage-daden komen meer en meer rond.
Welke moet nu onze houding daar tegenover zijn? De koning heeft gekapituleerd, dus de vijandelijkheden met Duitschland gestaakt. De bisschoppen hebben die daad goedgekeurd. Duitschland heeft verklaard, België niet als vijandig land te beschouwen. De ministerieele departementen funktioneeren op normale wijze.
Alles is dus aanwezig om rust en vrede in het land te hebben. Men kan in zijn hart andere toestanden wenschen en andere opvattingen hebben, doch het land heeft er niets bij te winnen die gevoelens te veruiterlijken en aldus voor het oogenblik onrust te scheppen.
Onderrichtingen worden gestuurd aan de arrondissementsleiders om de pro-Engelsche propaganda te keer te gaan
De bedoeling ligt er vingerdik op. Engelsche agenten en anti-Duitsche propagandisten willen de bevolking doen partij kiezen voor het onder alle opzichten voor ons volk vreemde Engeland. Dat is een nuttelooze vijandige daad tegen de Duitsche overheid. En daarbij een dwaze en onverantwoordelijke daad.
Het V.N.V. neemt stelling daar tegenover. In geen geval wenscht of wil het V.N.V. een Engelsche overwinning. De Germaansche saamenhorigheid is geen ijdel woord. Lang voor den oorlog reeds heeft het V.N.V. partij gekozen.
Doch wij willen ook ons volk behoeden tegen de gevolgen eener ontverantwoordelijke hetze. En daarom hebben wij den plicht hiertegenover de meest scherpe maatregelen te treffen.
Eerstdaags zullen hieromtrent zeer uitvoerige onderrichtingen aan de arrondissementsleiders worden gestuurd om langs de afdeelingsleiders aan de leden te worden medegedeeld.
Vertrouwen!
Kameraden.
Van heden af kunnen wij zeggen dat het gevaar eener Fransche overheersing, waartegen de beste krachten in Vlaanderen gedurende meer dan een eeuw hebben gekampt, voor goed is geweerd. Vlaanderen is op den weg zijner bestemming. Die bestemming is Germaansch.
Toonen wij ons waardig van het grootsche gebeuren dat zich over de lage laden aan de zee aan het ontwikkelen is. Zooals priester Verschaeve het nog enkele dagen geleden zegde: “Hebben wij vertrouwen!” En wij voegen er bij: “Wij zijn er van overtuigd dat het jonge en machtige Duitschland, dat de Führer dat vertrouwen niet zal beschamen!”
Intusschen, blijft trouw aan uw organisatie, aan het V.N.V. Moesten sommige vormen in de toekomst gewijzigd worden, de Leiding van het V.N.V. zal haar verantwoordelijkheid nemen.
Wij zullen uw vertrouwen niet beschamen. De lage verdachtmakingen die men tegen ons heeft uitgespeeld, trappen wij misprijzend met den voet van ons af.
De dag komt – en hij is niet ver meer verwijderd – waarop zal kunnen openbaar worden gemaakt hoe het V.N.V. tijdens de mobilisatie en tijdens den oorlog, een der glansrijkste bladzijden uit de geschiedenis van Vlaanderen heeft geschreven.
In afwachting van dien dag, roep ik u nogmaals toe: “Vertrouwen, kameraden!”
Het V.N.V. Hou zee!