Titel: | Het Derde Rijk - Deel 2: dictatuur |
Auteur: | Richard J. Evans |
Uitgever: | Spectrum Standaard Uitgeverij |
Uitgebracht: | 2006 |
Pagina's: | 1001 |
ISBN: | 90 712 0657 2 |
Omschrijving: |
Richard J. Evans (1947) geldt als een van de grootste autoriteiten op het gebied van de Duitse geschiedenis. Die faam heeft hij alleen maar versterkt met Het Derde Rijk - Deel 1: opkomst, zijn eerste deel van de reeks waarin hij zich aan het ambitieuze project waagde om een allesomvattende geschiedenis van het Derde Rijk te schrijven. Over dat boek waren de commentaren lovend en dat is met het tweede deel, Het Derde Rijk - Dictatuur, niet anders. Het is misschien wel het meest interessante deel van de trilogie, omdat het hier gaat over een periode van amper zes jaar waarin wordt getoond hoe de NSDAP trachtte Duitsland te nazificeren, te zuiveren en te bewapenen. Dit boek vertelt het verhaal van het Derde Rijk, het regime dat in Duitsland werd gevestigd door Adolf Hitler en zijn nationaal-nationalisten, vanaf het moment dat de machtsovername een feit was, in de zomer van 1933, tot het punt waarop Europa in de Tweede Wereldoorlog werd gestort, in het begin van september 1939. Na een proloog waarin Evans de uitgangspunten van deze trilogie nog eens duidelijk maakt in een ongelooflijk beknopte, maar accurate synopsis van zijn eerste boek geeft, begint hij in zijn kenmerkende vlotte schrijfstijl aan een thematische uiteenzetting van de periode 1933-1939. Achtereenvolgens komen de politiestaat en onderdrukking, cultuur en propaganda, godsdienst en onderwijs, economie, maatschappij en het dagelijks leven, rassenpolitiek en antisemitisme en de buitenlandse politiek aan bod. Binnen elk hoofdstuk tracht Evans, net zoals in zijn eerste boek, een chronologische vertelstructuur aan te houden. Door de thematische benadering valt de chronologie tussen de hoofdstukken grotendeels weg. Dat ligt niet aan de opzet van het boek, maar aan de aard van het onderwerp: het Derde Rijk was geen statische, maar een dynamische en snelwijzigende dictatuur. Opvallend is dat in elk van die hoofdstukken veel aandacht gaat naar de irrationaliteit en de vele tegenstrijdigheden van het nationaalsocialistische regime. Hij biedt een diepgaande analyse aan en koppelt die, via brieven en dagboeken, aan de dwingende persoonlijke verhalen van hoogwaardigheidsbekleders, dissidenten en gewone Duitsers. Hierin komt een portret van een staat te voorschijn die elk aspect van het leven in Duitsland doordrong, en toch onsamenhangend en vaak ongeschikt bleef. Het is juist die onsamenhangendheid, het gebrek aan logica dat het zo moeilijk maakt om het nazisme juist te definiëren.Evans laveert ons doorheen die complexiteit op een heldere en duidelijke manier. Doorheen de verschillende hoofdstukken komen verschillende controversiële theses aan bod. De eerste benadrukt dat de nazi's in feite heel wat moderner waren dan tot nu toe werd aangenomen. Het nazisme was veel meer dan alleen een contrarevolutie. De ambities gingen veel verder dan alleen het herstel van het vroegere status-quo. Hun aanspraak om oud en nieuw in de Duitse maatschappij te verenigen viel na 1934-35 weg: de linkse partijen waren opzij geschoven en Hitler viel nu de conservatieve en traditionele machtscentra aan, de kerken, het leger, de zakenwereld. Vooral de relatie met de katholieke en protestantse Kerk was bijzonder beladen. Geen van beide Kerken was volledig genazificeerd, maar veel vooraanstaande kerkleiders onderschreven wel graag het anticommunisme en antisemitisme van de nazi's. Evans schetst het bijzonder interessante geval van de protestantse priester Martin Niemüller, een lutherse predikant die zeer enthousiast de machtsovername van de nazi's begroette. Toen de NSDAP de onafhankelijkheid van zijn Kerk begon in te dammen, ontpopte Niemüller zich paradoxaal genoeg tot een antisemitische beschermer van de joden. Ook toont Evans aan hoe het nazisme niet zozeer een terugkeer was naar barbaarse periodes, maar veeleer een sprong vooruit was naar een moderne, op wetenschappen gebaseerde vorm van barbarisme. Denk daarbij maar aan de eugenetica of de vele wetenschappelijke verwezenlijkingen die we, hoe je het ook draait of keert, te danken hebben aan de nazi's: de atoomsplitsing, de straalmotor en de elektronenmicroscoop, het verband tussen het roken en kanker, het eerste verbod op voedingskleurstoffen,...De lijst waarin de moderniteit in het Derde Rijk gestalte kreeg, lijkt schier eindeloos. De tweede stelling van Evans is dat het onderliggende doel van al wat het nazi-regime deed gericht was op oorlog, wat onlosmakelijk verbonden was met die moderniteit. Evans gaat daarbij uitgebreid in op de herbewapening en hoe die de hele economische planning overheerste. Het is inderdaad opvallend hoe makkelijk de nazi's het enorme deficit van de minister van Economische Zaken, Hjalmar Schacht, opzijschoven om verder te gaan met hun herbewapeningsprogramma via de vierjarenplannen van Hermann Göring. Oorlog met Duitse werelddominatie als uiteindelijke resultaat, zo zegt Evans, was de doelstelling van de nazi-leiders van zodra zij de macht in handen hadden. Eigenaardig genoeg lijkt Evans op die manier zijn eigen stelling dat de meeste Duitsers en zelfs vele nazi's aarzelden om opnieuw in een oorlog verwikkeld te raken onder de mat te vegen. Een stelling die hij die in andere delen van het boek wel benadrukt. Evans heeft desalniettemin met dit boek alweer een pareltje afgeleverd: een zeer uitgebreid, gedetailleerd en vlotgeschreven overzicht van het Derde Rijk in de periode 1933 -1939, waarbij hij geen enkel thema uit de weg gaat. Dankzij een zeer uitgebreide index hoef je deze dikke pil (1001 bladzijden) niet helemaal te lezen, maar kan je zeer gericht zoeken. Dit boek moet je gewoon in je boekenkast staan hebben. |
Beoordeling: | Uitstekend |