Titel: | Een schrijver in oorlog. Vasili Grossman en het Rode Leger 1941 - 1945 | |
Auteur: | Vasili Grossman | |
Uitgever: | Uitgeverij Balans | |
Uitgebracht: | 2006 | |
ISBN: | 90-5018-761 7 | |
Bijzonderheden: | Bezorgd door Anthony Beevor en Loeba Vinogradova | |
Omschrijving: |
Op 22 juni 1941 startte de Operatie Barbarossa, de Duitse aanval op de Sovjet-Unie. Adolf Hitler hoopte het Rode Leger binnen enkele maanden te kunnen verslaan en zo greep te krijgen op de enorme hoeveelheid grondstoffen van het land. In beide legers waren oorlogscorrespondenten actief die verslag deden van de ontwikkelingen aan het front. Hun verslagen dienden als propagandamiddel om de eigen bevolking te overtuigen van de legitimiteit van de oorlog en om het moreel van de soldaten en burgers op te krikken. Een van de correspondenten langs Sovjetzijde was Vasili Grossman. Bij de inval meldde hij zich aan als vrijwilliger, maar hij werd ongeschikt bevonden voor de gewapende strijd. Daarom trad hij in dienst als schrijver voor Krasnaja Zvezda (De Rode Ster), het officiële blad van het Rode Leger dat tijdens de oorlog druk werd gelezen. Grossman was zeer gefascineerd door alles wat met het leger te maken had: hij verdiepte zich in tactiek, uitrusting, wapens én vooral het taalgebruik. Hij hield alles nauwgezet bij in zijn notitieboeken. Zijn aantekeningen startten op 5 augustus 1941, wanneer hij door generaal David Ortenberg, de hoofdredacteur van Krasnaja Zvezda naar het front werd gezonden. Dit boek bestaat uit passages uit die notitieboeken van Grossman, aangevuld met brieffragmenten en artikels. Die losse stukken worden aan elkaar verteld door Anthony Beevor die daarmee zorgt voor de historische achtergrond. Het boek is chronologisch opgebouwd. Zoals gezegd startten Grossmans waarnemingen op 5 augustus 1941 wanneer hij naar het front in Gomel vertrok. Op dat moment had de Wehrmacht al honderden kilometers van het Russische grondgebied ingenomen. Grossman besefte dat de oorlog voor het Rode Leger dramatisch verliep, maar toch was hij nog enorm geschokt door de chaos waarin hij in Gomel terechtkwam. Hij beschreef hoe slecht voorbereid en bewapend de eigen troepen in 1941 waren. De bevelen waren verwarrend, kwamen helemaal niet of werden snel weer ingetrokken. De organisatie was dramatisch. Zo kwam Grossman snel tot de ontdekking dat de grondtroepen gemengde gevoelens hadden over de eigen luchtmacht, die de naam had te schieten op alles wat bewoog. "Van ons? Van ons?" ging de gebruikelijke grap. "Dan kan ik maar beter op zoek gaan naar mijn helm." De snel oprukkende Wehrmacht bracht de schrijver zelf meermaals in het gevaar. Grossman ontsnapte enkele malen maar nipt uit een dreigende omsingeling, o.m. bij Kiëv. Gevangenschap zou voor hem als "Joodse commissaris" een gewisse dood betekend hebben. De situatie werd met de dag hopelozer en de Duitsers drongen in oktober van dat jaar diep door tot voor Leningrad, Moskou en Rostov aan de Don, de poort tot de Kaukasus met zijn belangrijke olievelden. In deze periode voel je zo de wanhoop in de tektsen van Grossman doorklinken. Toch bleef hij tegelijkertijd geloven in het vermogen van het Rode Leger om die militaire klappen te boven komen. Ondanks de verschrikkelijk moeilijke omstandigheden waarin Grossman moest werken, bleef hij aandacht hebben voor kleine menselijke details, ook al hadden die niets met de oorlog te maken. Het is zijn gevoeligheid voor kleine details, voor de gevoelens van de gewone soldaten en burgers die het verhaal zo interessant maken. Zo voelde hij heel goed aan hoe de Russische tegenoffensieven bij Moskou langzaam de stemming in de Sovjetgelederen deden omslaan. En op die manier voelde hij ook goed aan hoe, hoewel op dat moment nog moeilijk te onderkennen, dit een keerpunt in de oorlog was. "De ziel van het leger - een grote subtiele kracht. Je kunt er niet omheen." In januari 1942 vroeg Grossman zelf om de operaties ten zuidoosten van Charkov te verslaan. Op dat moment leek dat een eigenaardige beslissing, omdat iedereen verwachtte dat de belangrijkste strijd op de centrale as geleverd zou worden. Grossman mocht vertrekken en verzamelde er veel informatie uit officiële bronnen, maar maakte ook heel wat karakterschetsen van mensen die zijn pad kruisten en noteerde flarden van soldatengesprekken. Hij slaagde erin het vertrouwen van de gewone soldaat te winnen door in hun midden te vertoeven, hun ontberingen te delen en veel met hen te praten. Pas achteraf noteerde hij dat in zijn notitieboekjes. Dat alles maakte de inhoud van zijn notities gevaarlijk, want hij legde vele gevallen van desertie en subordinatie vast. "Sectiecommandant Martsjenko is niet overtuigd van de overwinning van het Rode Leger. Hij zegt: "Hitler dringt ons terug naar Siberië". Als dergelijke notities in handen waren gekomen van NKVD zou Grossman serieus in de problemen zijn gekomen. Deze manier van noteren zorgde echter voor een waarheidsgetrouw en eerlijk verslag van de gebeurtenissen aan het Oostfront. Begin april 1942 keerde Grossman terug naar Moskou. Daar kreeg hij de toestemming van Ortenberg om aan een roman te beginnen. Enkele maanden later was zijn boek "Het onsterfelijke volk", grotendeels gebaseerd op zijn eigen aantekeningen, klaar. Het verhaal werd in verschillende afleveringen gepubliceerd in Krasnaja Zvezda. Het werd een enorm succes onder de soldaten van het Rode Leger. Grossman had zijn moed bewezen én zijn notities waren waarheidsgetrouw en getuigden van sympathie en respect voor de medemens. Intussen verliep de oorlog voor de Sovjetunie weer een stuk slechter. De winter was voorbij en de Duitse troepen gingen weer in het offensief. De slag om Stalingrad was ophanden. Grossman vertrok op 23 augustus 1942 naar Stalingrad. "Stalingrad is platgebrand. Stalingrad ligt in as. De stad is dood. De mensen zitten in de kelders. Alles is uitgebrand. De hete muren van de gebouwen zijn als de lichamen van de mensen die in de verschrikkelijke hitte zijn omgekomen en nog niet zijn afgekoeld." Nog meer dan elders heeft hij aandacht voor de gruwel van de oorlog. "Een man jammert als een vrouw. De arm van zijn vrouw is afgerukt. Ze praat rustig, met slaperige stem. Een vrouw die aan tyfus lijdt, is in haar buik geraakt door een granaatscherf. Ze is nog niet gestorven. Wagens rijden langs, het bloed druppelt eraf. En het gillen, het huilen over de Wolga." Grossman sloot zich aan bij het 62ste leger van generaal Vasili Tsjoeikov die in de quasi volledig bezette stad een ware guerrilla voerde. De oorlogscorrespondent was gefascineerd door de manier waarop soldaten keken, leerden en nieuwe manieren bedachten om de vijand te doden. Daarbij ging zijn interesse vooral uit naar de scherpschutters. Hij kende Vasili Zajtsev, wiens verhaal verfilmd werd in Enemy at the Gates, en trok een tijdlang op met Anatoli Tsjechov, een andere bekende scherpschutter, om te zien hoe hij als scherpschutter te werk ging. Uiteindelijk moest het omsingelde Duitse Zesde Leger zich overgeven. Het tij keerde definitief in het nadeel van de Duitsers, maar uit de teksten van Grossman bleek hoe hardnekkig en gruwelijk de strijd voor de herovering van ‘het moederland’ bleef verlopen. Hij was aanwezig bij de tankslag bij Koersk en zag hoe een luitenant die een aanval had afgeslagen en daarbij verwond raakte aan zijn been en een hand verloor, zichzelf nadien doodschoot omdat hij niet als invalide door het leven wou gaan. Grossman volgde nadien het Rode Leger in zijn heroveroveringstocht doorheen Oekraïene, Wit-Rusland en Polen waar hij getuigenissen verzamelde van de misdaden van de nazi's, o.m. over de massamoord bij Babi Yar en Berditsjev, waar zijn moeder woonde. Zijn artikels over deze misdaden werden echter gecensureerd en ook zijn poging om de verzamelde getuigenissen te verzamelen in een boek werden gedwarsboomd. De Sovjetautoriteiten wilden vermijden dat de Joden als slachtoffer teveel naar voren kwamen en ze wilden de collaboratie van veel Oekraïners verdoezelen. Grossman bezocht Treblinka, sprak met overlevenden en omwonenden. Op die manier trachtte hij te begrijpen hoe het mogelijk was dat zo weinig bewakers zoveel mensen konden doden. Het verslag werd gepubliceerd en werd zelfs aangehaald tijdens de processen in Neurenberg. Na de confrontatie met de gruwel in de nazi-kampen stortte Grossman op de terugweg naar Moskou in. Pas in januari 1945 keerde hij terug naar het front waar hij de bevrijding van Warschau en de inname van Berlijn meemaakte. Een schrijver in oorlog is niet alleen zeer interessant om te lezen, maar ook historisch belangrijk. De aantekeningen van Grossman geven een verpletterend beeld van de waanzin van de oorlog aan het Oostfront. Zijn beschrijvingen van menselijk leed en moed aan het front zijn zo realistisch dat ze blijven nazinderen in je hoofd. Tegelijk geeft het boek een goed inzicht in de angst van de gewone soldaat, maar ook van de verbetenheid en diepliggende haat waarmee de Russische manschappen de vijand te lijf gingen. Wat hij zag en hoorde van soldaten, officieren en burgers legde hij, eerlijk en nuchter, en met ongewone aandacht voor het lot van het individu, in notitieboekjes vast. Die notities, aangevuld met de toelichting van Beevor, maken het boek een zeer interessante en uitgebreide bron van informatie over het leven aan het Oostfront. | |
Beoordeling: | Zeer goed |