Titel: | Ace - De grootste jachtvliegers van de Tweede Wereldoorlog |
Auteur: | Bart Funnekotter, redacteur NRC Handelsblad |
Uitgever: | Aspekt |
Uitgebracht: | 2006 |
Pagina's | 427 |
ISBN: | 9059113519 |
Bijzonderheden: | Het boek bevat 8 kaarten, 126 foto’s waarvan een groot aantal uit de verzameling van de auteur, een indrukwekkende literatuurlijst en een notenregister per hoofdstuk. In appendix A een tabel met de vergelijkende rangen van de Luftwaffe, de USAAF, de RAF, de VVS (USSR), het USMC en van de Kaigun Koku Hombu (de Keizerlijke Marine Luchtmacht) en in appendix B een lijst met de 94 hoogst scorende jachtvliegers uit de Tweede Wereldoorlog. |
Omschrijving: |
Het 405 bladzijden tellende boek geeft een interessant overzicht van de avontuurlijke biografieën van vijftien hoog scorende jachtvliegers in de Tweede Wereldoorlog in vijftien hoofdstukken. Waaronder bijvoorbeeld het verhaal van Adolf Galland en “Pappy” Boyington, Hans-Joachim Marseille en Francis Gabreski. Daarbij is het rijk geïllustreerde boek een goede leidraad voor de leek die weinig weet heeft van technieken zoals ‘deflexie schieten’ of ‘de finger four formatie’ De belangrijkste eigenschappen van de verschillende jachtvliegtuigen worden in de juiste context aangehaald. Het is duidelijk dat de auteur goed op de hoogte is van de vliegtuigkenmerken van de jagers in de Tweede Wereldoorlog. In de inleiding wordt uiteengezet, dat de ‘strike rate’ van de verschillende piloten uit de diverse luchtmachten zeer wel met elkaar te vergelijken zijn als men het aantal sorties vergelijkt met het aantal overwinningen. Er blijkt uit dat de geallieerde luchtmachten er een ‘tour of duty’ op nahielden, terwijl de Duitse of de Japanse luchtmacht gewoon bleven doorvliegen (vaak dus tot het welhaast onvermijdelijke eind). De Duitse ace Erich Hartmann komt op een strike rate van 4,05 (352 bevestigde overwinningen in 1.405 vluchten), terwijl een Amerikaanse top-ace in het Europese luchtruim, Bob Johnson, 27 zeges behaalt in 91 vluchten (een strike rate van 3,37). Voor het overige is het zeer interessant om over de oorlogscarrières aan de verschillende fronten te vernemen. Het boek is ingedeeld in de activiteiten van de betrokken luchtmachten aan het Westfront, Het Middellandse Zeegebied, het Oostfront en in Zuidoost-Azië. De meeste aces worden overladen met onderscheidingen en bevorderingen. Dat geldt niet voor de Japanse gevechtsvlieger. Zijn grootste eer is zijn postume bevordering, zijn eer bestond er immers uit dat hij zijn leven mocht geven voor de Keizer. Het verhaal over de Japanse oorlog in de lucht is ook bijzonder omdat er weinig in de Westerse literatuur bekend is over de jachtvliegers die na de aanval op Pearl Harbour de bommenwerpervloot van de Amerikaanse luchtmacht bestookten. Bovendien bleek de vlieger in kwestie, Saburo Sakai, te kunnen doorgaan met het uitoefenen van zijn gevechtstaken nadat hij door een hoofdwond aan een kant blind bleef. Maar ook de beroemde piloot met twee kunstbenen, Douglas Bader, komt aan bod en de Rus, Aleksandr Pokrysjkin, die met totaal stukgelopen voeten zijn kist nog weet te besturen. “Ace” is een lezenswaardig boek, dat de vele aspecten van de jachtvliegers in oorlogstijd op een gedegen manier belicht. Een puntje van kritiek is dat de verschillende bronnen niet altijd even vloeiend vertaald zijn, maar desondanks zal dit boek menig geïnteresseerde in de militaire luchtvaart gedurende de Tweede Wereldoorlog aanspreken. |
Beoordeling: | Zeer goed |