Titel: | Nacht |
Auteur: | Elie Wiesel |
Uitgever: | Meulenhof |
Uitgebracht: | 2006 |
Pagina's | 143 |
ISBN: | 9029077832 |
Omschrijving: |
“Er is zoveel onrechtvaardigheid en lijden die om aandacht vragen”, zo vertelde Holocaustoverlevende Elie Wiesel in een toespraak op 10 december 1986 nadat de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo aan hem uitgereikt was, “slachtoffers van hongersnoden, racisme en politieke vervolging […]. De rechten van de mens worden op elk continent met de voeten getreden. Er worden meer mensen onderdrukt dan er in vrijheid leven. Hoe kun je ongevoelig zijn voor hun situatie? Menselijk lijden gaat mannen en vrouwen aan.” In zijn toespraak sprak hij ook zijn begrip uit voor het leed van de Palestijnse bevolking, waarbij hij benadrukte dat geweld en terrorisme niet het antwoord zijn op hun problemen. “Zowel de joodse als de Palestijnse bevolking heeft te veel zonen en dochters verloren en te veel bloed vergoten. Daar moet een einde aan komen, en alle pogingen om dit te stoppen verdienen steun.” Een heel mooie boodschap van Wiesel, maar in de jaren na zijn toespraak is het bloedvergieten niet gestopt en nog altijd lijkt het vooruitzicht op onvoorwaardelijke vrede tussen Israël en Palestina ver weg. Reden te meer om het boek “Nacht” van Wiesel te lezen. Elie Wiesel werd geboren in 1928 in Roemenië. Zijn ouders waren orthodoxe joden van Hongaarse afkomst. Ook voor de jonge Elie speelde het geloof een belangrijke rol in zijn leven. Hij bracht zijn jeugd door in het kleine stadje Sighet in Transsylvanië, maar aan zijn ombekommerde leven kwam een einde toen hij in 1944 naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd werd. Zijn moeder en zusjes werden hier meteen na aankomst vergast, maar Elie en zijn vader overleefden de selectie en maakten kennis met het onmenselijke kampleven. In “Nacht” beschrijft Wiesel zijn ervaringen gedurende zijn gevangenschap. Hij vertelt onder andere over de afschuwelijke levensomstandigheden in de kampen waar hij verbleef en de wijze waarop hij en zijn medegevangenen geterroriseerd werden door SS’ers en medegevangenen. Terwijl in veel andere getuigenissen van de Holocaust vooral de nadruk ligt op gebeurtenissen en feiten, besteedt Wiesel in “Nacht” meer aandacht aan zijn ervaringen en gevoelens. Een belangrijke rol in het verhaal speelt de wijze waarop hij in Auschwitz zijn vertrouwen in God verloor. Toen Gods naam hier tijdens de viering van het Joodse nieuwjaar gezegend werd, vroeg Wiesel zich af hoe hij tegen God kon zeggen: “Gezegend zijt Gij, Almachtige, Heer der Schepping, die ons onder alle volkeren heeft uitverkoren om dag en nacht gemarteld te worden, om onze vaders, onze moeders, onze broers te zien eindigen in het crematorium?” Hij voelde zich verlaten door God en zag zichzelf als de aanklager en God als de aangeklaagde. De enige persoon die hij nog liefhad was zijn vader, maar in de door de nazi’s gecreëerde hel was zelfs die liefde niet onaantastbaar. Toen zijn ernstig verzwakte vader geslagen werd door een SS’er negeerde Wiesel zijn jammerkreten. De volgende dag was hij overleden. Het deed Wiesel pijn dat hij hier niet om kon huilen: “Ik had geen tranen meer. En als ik diep in mezelf, in de verste uithoeken van mijn zwakke geweten had gegraven, had ik misschien zoiets gevonden als: eindelijk vrij…!” “Nacht” laat ons zien dat niks vanzelfsprekend is. Niet alleen vrede en vrijheid zijn breekbaar, maar zelfs geloof en liefde houden geen stand onder de meest afschuwelijke omstandigheden die mensen elkaar aan kunnen doen. Desondanks stemt Wiesels verhaal niet tot wanhoop, want uiteindelijk hebben wij zelf de macht om de gruwelijkheden die zich voordeden in het Derde Rijk te voorkomen. Wiesel hervond na de oorlog zijn geloof in God en zijn vertrouwen in de mensheid en zette zich in voor vrede. Zijn boek wijst ons erop dat we allemaal de verantwoordelijkheid dragen over een betere wereld. “Er is zoveel te doen, er is zoveel dat gedaan kan worden. Eén persoon – een Raoul Wallenberg, een Albert Schweitzer, een Martin Luther King Jr. –, één integer persoon kan het verschil uitmaken, het verschil tussen leven den dood.” Deze woorden van de Nobelprijswinnaar Wiesel stemmen tot hoop. Hoop omdat wij mensen kunnen beletten dat andere mensen door dezelfde ‘nacht’ moeten gaan als Elie Wiesel. |
Beoordeling: | Zeer goed |