Ernst Alexander Alfred Herrmann von Falkenhausen, neef van de gouverneur-generaal in België tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd geboren op 29 oktober 1878 te Blumenthal in Silezië in een familie van Pruisische landadel. Hij bracht zijn jeugd dan ook door in een ruim landhuis, waar hij door de aanwezige knechten en meiden op zijn wenken werd bediend.
Von Falkenhausen doorliep het gymnasium in Breslau, alvorens naar de cadettenschool in Gross-Waldstadt te trekken. Daarmee startte hij op behoorlijk jonge leeftijd zijn militaire loopbaan. In 1897 werd hij reeds onderluitenant in het Infanterie-Regiment 91 in Oldenburg. Drie jaar later nam hij als lid van het internationale expeditiekorps deel aan het neerslaan van de Bokseropstand in China. Daar deed hij zijn belangstelling voor het Verre Oosten op, die hij verder cultiveerde aan het Oosters seminarie van de Berlijnse universiteit, toen hij de krijgsschool volgde. Hij huwde na zijn terugkeer met Paula von Wedderkop en in 1910 werd hij aan de Grosse Generalstab te Berlijn toegevoegd. Daar leerde hij Japans en verzamelde informatie over de uitbreiding van de Japanse invloedssfeer in Azië.
Met zijn kennis van het Japans en de politiek in Azië was het geen toeval dat Von Falkenhausen op 22 maart 1912 in de Duitse ambassade in Tokio als militair attaché werd aangesteld. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar Duitsland. Daarop vocht hij in Vlaanderen, Frankrijk en Rusland en kwam vervolgens in 1916 in Turkije terecht, waar hij eerst stafchef werd van het Turkse Tweede Leger in de Kaukasus en later stafchef van het Zevende Leger. In deze periode krijgt hij het Pruisische Pour le Mérite voor "opmerkelijke leiding en militaire planning" tijdens de succesvolle operaties tegen het Britse leger in mei 1918.
Na de Duitse capitulatie bleef hij bij de 100.000 man sterke Reichswehr en werd commandant van de infanterieschool in Dresden. Daar leek hij zijn militaire carrière in 1930 af te sluiten. In 1934 echter vertrok Von Falkenhausen als militaire adviseur naar het China van Tsjang Kai Tsjek. Hij reorganiseerde er het nationalistische leger. Na het uitbreken van de Chinees-Japanse oorlog werd er door het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken intense druk op hem uitgeoefend. Het paste immers niet dat een Duitse generaal, gepensioneerd of niet, troepen tegen een potentiële bondgenoot opleidde. In 1938 moest Von Falkenhausen naar Duitsland terugkeren.
Een jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit. Dit was voor Von Falkenhausen het signaal om terug in actieve dienst te treden. Tijdens Fall Gelb moest Nederland zich gauw overgeven (15 mei 1940). Generaal Von Falkenhausen werd aangesteld als militaire bevelhebber. Adolf Hitler besliste echter daags nadien al dat Nederland geen Militärverwaltung, maar een Zivilverwaltung zou krijgen. Eind mei 1940 moest Von Falkenhausen zijn civiele en militaire bevoedgheden overdragen aan rijkscommissaris Seyss-Inquart en generaal Christiansen.
Dankzij de snelle opmars van de Duitse troepen in België en Frankrijk was er nood aan een bezettingsbestuur in België en kreeg Von Falkenhausen een nieuwe kans. Op 1 juni werd hij als Militärbefehlshaber fur Belgien und Nordfrankreich benoemd. Hij oefende deze functie uit tot 15 juli 1944. Hij was intussen 62 jaar. Aanvankelijk had hij ook de zeggenschap over het Groothertogdom Luxemburg. Door de aanstelling van Gustav Simon aan het hoofd van een Zivilverwaltung verloor hij er echter snel zijn autoriteit.
Zijn taak bestond erin de rust en orde te handhaven in de bezette gebieden. Tegelijkertijd moesten Von Falkenhausen en zijn staf ervoor zorgen dat het economische leven snel zijn gewone gang van zaken hernam. Op die manier zou niet alleen de bevolking rustig gehouden worden, maar kon het economische potentieel van België in dienst van de Duitse oorlogsvoering worden gesteld. Hij was zeker geen echte nazi en trachtte een gematigd beleid te voeren, maar dat werd hem door de richtlijnen uit Berlijn steeds moeilijker gemaakt.
Op 18 juli 1944 werd de Militärverwaltung (en dus ook Von Falkenhausen) door een Zivilverwaltung onder leiding van Reichskommissar Grohé vervangen. Enkele dagen later werd de generaal aangehouden, verdacht van deelname aan het tegen Hitler gerichte complot, dat leidde tot de bomaanslag op diens leven. Bij gebrek aan bewijzen werd hij niet terechtgesteld, maar hij werd wel gevangen gezet in verschillende concentratiekampen, waaronder Dachau.
Op 4 mei 1945, bij de bevrijding van Dachau, werd hij door de Amerikanen in hechtenis genomen. Tot zijn uitlevering in 1948 aan België werd hij in verschillende gevangenissen en Lagers opgesloten. Vanaf 25 september 1950 vond zijn proces in België plaats. Hij werd er tot twaalf jaar dwangarbeid veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de deportatie van 25.000 Belgische joden en de executie van Belgische gijzelaars. Na drie weken werd hij al vrijgelaten en over de grens gezet. Daar zei hij, overtuigd van de gematigdheid van zijn politiek en het geluk dat de Belgen hadden gehad hem als gouverneur te hebben: "Ingrate Belgique, vous n’aurez pas mes os". Von Falkenhausen overleed op 31 juli 1966 in Nassau (Rheinland-Pfalz).