Vanaf 1943 begon nazi-Duitsland problemen te krijgen: de woestijnoorlog werd door de geallieerden gewonnen, de Sovjet-Unie begon op te rukken in het oosten en de geallieerden landden in Italië. In 1944 ging het verder mis: de geallieerden landden in Normandië en in Zuid-Frankrijk. Om nog enige kans te maken wierp Duitsland nieuwe wapens in de strijd: de V1, de V2 en de nieuwe vliegtuigen met raket- en straalaandrijving. Dit waren de Me 163, de Me 262 en de Arado 234. Vooral dankzij deze nieuwe vorm van straalaandrijving waren deze vliegtuigen qua snelheid in het voordeel. In 1944 werd de Me 262 eindelijk operationeel. Vanwege de aanhoudende geallieerde bombardementen op spoorwegemplacementen en de dringende behoefte aan een goede jager die in veel grotere aantallen beschikbaar was, werd opdracht gegeven aan de grote Duitse vliegtuigontwerpers om de "Volksjäger" te ontwikkelen.