Deze Gedenkstenen (Stolpersteine of Struikelblokken) herdenken:
* Rudolf Schlösser, geboren 1885, gedeporteerd 1941, vermoord in Riga.
* Emmy Schlösser, geboren Pollack, 1898, gedeporteerd 1941, vermoord in Riga.
* Alfred Schlösser, geboren 1925, gedeporteerd 1943, Sobibor, vermoord 7 mei 1943.
* Max Siegfried ‘Friedel’ Schlösser, geboren 1929, gedeporteerd 1941, vermoord in Riga.
* Thea Schlösser, geboren 1924, Kindertransport 1939 naar Engeland, overleefde.
Het verhaal van de Schlössers is een poging om de kinderen te beschermen. Rudolf Schlösser was een succesvolle veehandelaar en hij en zijn vrouw Emmy hadden 3 kinderen - Alfred, Max Siegfried (genaamd Friedel) en Thea. Vanaf het begin van het nazi-bewind werden de Schlössers lastiggevallen als joden en hun inkomen daalde dramatisch als gevolg van de anti-joodse boycot.
Eerst stuurden de ouders hun jongste zoon, Friedel, naar een van zijn moeders familieleden; in 1941 ging hij kort naar school in het joodse weeshuis in Paderborn voordat hij, net voor de deportatie, naar Ahaus terugkeerde.
In mei 1938 werd de 14-jarige Thea naar een tante in Jülich gestuurd. Een jaar later (augustus 1939) werd Thea met een kindertransport naar Engeland gestuurd.
Drie maanden later, tijdens de Kristallnacht (9 november 1938), raakte Rudolf Schlösser ernstig gewond en werd het huis van de familie verwoest. De volgende dag ging zoon Alfred naar Nederland om bij zijn tante Karoline Groenheim te wonen. In 1941 was hij leerling bij een machinebouwbedrijf.
Het Schlösser-huis aan de Wessumer Strasse werd omgevormd tot een Joods gettohuis waar verschillende Ahaus-families gedwongen werden te wonen (zodat hun eigen huizen konden worden ingenomen door de "Ariërs"). In dit huis woonden Rudolf en zijn vrouw Emma, het gezin van 5 kinderen van Moritz Cohen, het gezin van 4 kinderen van Irma Gottschalk en het gezin van 4 kinderen van Moses de Jong.
Thea Schlösser leefde: zij was de enige overlevende van de twee families Schlösser uit Ahaus. Vanuit Engeland emigreerde ze naar Californië en trouwde daar. Studenten van de Anne-Frank-Realschule in Ahaus deden onderzoek naar haar verhaal en konden in de zomer van 2007 contact met haar opnemen.
Stolpersteine voor Rudolfs broers en zussen zijn op [towid] 63106, Wallstraße 3 in Ahaus [/ towid].
Deze messing plaquettes zijn in de stoep te vinden voor de huizen waarvan de voormalige, meestal Joodse, bewoners vervolgd en meestal vermoord zijn door de Nazi’s. In de kleine, messing plaatjes zijn de namen en de datum en plaats (meestal een concentratiekamp) waar zij vermoord zijn ingestanst.
In veel andere steden en dorpen, vooral in Duitsland maar ook in andere Europese landen, komen deze monumentjes ook voor, en hun aantal, nu al vele duizenden, neemt nog steeds toe. Vrijwel alle Stolpersteine zijn gelegd door de Duitse kunstenaar zelf, Gunter Demnig.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!