Dit monument staat op het terrein ‘Tot Vrijheidsbezinning’, waar al vanaf 1931 door de anarchistische jongerenbeweging Pinksterlanddagen worden georganiseerd. In 1946 werd hier dit monument opgericht voor de talloze anarchisten die in de oorlogsjaren zijn gestorven. Het dragen van het antimilitaristische ‘gebroken geweer’ speldje, kon voor de bezetter al aanleiding zijn om de drager ervan aan te houden. Een voorbeeld hiervan is Klaas Drent uit Nieuwe Pekela. Hij werd voor het dragen van het speldje naar concentratiekamp Neuengamme gestuurd, waar hij om het leven kwam.
Anarchisten pleegden vanuit hun overtuiging geweldloos verzet, bijvoorbeeld door hulp te verlenen aan onderduikers, zoals joden en mensen die gedwongen werden om in Duitsland te gaan werken. Ook waren zij betrokken bij het vervalsen of stelen van papieren, het in veiligheid brengen van in direct gevaar verkerende personen, het publiceren en verspreiden van illegale bladen, pamfletten en brieven en het financieren van voornoemde verzetsdaden.
Een bekend voorbeeld hiervan is het christenanarchistisch echtpaar Wil en Joop Westerweel. Zij en hun helpers wisten ruim 300 joden via Frankrijk naar Spanje te smokkelen, waarna de vluchtelingen door konden reizen naar Israël. Joop werd op 10 maart 1944 aangehouden aan de Belgisch-Nederlandse grens, nadat hij terugkwam van een tocht om een groot aantal Joodse jongeren over de Pyreneeën te brengen. Hij werd later in kamp Vucht geëxecuteerd. Wil overleefde het vrouwenkamp Ravensbruck. Beide zijn door Israël geëerd door een park naar hen te vernoemen en beide de Yad Vashem onderscheiding toe te kennen.
Linksonder in het monument staat achter glas de urn van Johan de Haas, die tijdens zijn leven het terrein in Appelscha veelvuldig bezocht. Bij de onthulling van het monument is gesproken over de slachtoffers in het algemeen, maar vooral ook over De Haas en zijn gedachtegoed.
Johan de Haas
Jo de Haas, geboren op 1 september 1897 te De Rijp (NH), was propagandist voor het vrije socialisme. Vrij socialisme streeft naar een autoriteitsloze samenleving met een socialistische, democratische economie. Vrije socialisten werden al vanaf de aanvang van de Tweede Wereldoorlog om hun denkbeelden aangehouden door de bezetter.
Ook de Haas werd aangehouden. Hij werd net als 480 anderen preventief vastgezet, op beschuldiging van communisme, nadat de Duitsers Rusland binnenvielen. Hij zat vanaf juni 1941 tot mei 1942 gevangen in de kampen Schoorl en Amersfoort. Door zijn detentie was De Haas sterk vermagerd, kaalgeschoren en geschokt door de ervaringen in de kampen. Vanaf juni 1942 werkte De Haas op het kantoor van de Giro Crediet-Ring te Den Haag, een coöperatief samenwerkingsverband als alternatief voor het bankwezen. Voor de idealistische leden van De Ring hield hij op woensdagavonden voordrachten.
Tussen 1942 en 1943, wanneer De Haas in Noord Nederland was, zond hij zijn collega’s 28 ‘Woensdagavondbrieven’. Van 1943 tot 12 februari 1945 schreef hij 30 ‘Oorlogsbrieven’, die breder verspreid werden. In de ‘brieven’ schreef De Haas een kritisch en sarcastisch commentaar op de omstandigheden tijdens de Tweede Wereldoorlog en de hypocriete houding van velen. Gedurende de oorlog verzorgde De Haas, die een bekwaam spreker was, ook huiskamerlezingen bij geestverwanten, met name in de drie noordelijke provincies. Hij fietste, ondanks zijn reuma en ischias, enorme afstanden. Tijdens een tocht langs zijn netwerk, werd De Haas begin april 1945 in Drenthe aangehouden en in Assen vastgezet. Twee dagen vóór de bevrijding van Assen, op 10 april 1945, werd De Haas, in het veld nabij het Asserbos, met een nekschot gedood. Het monument aan de Stadsbroek te Assen herinnert aan deze fusillade.
Op het informatiebord bij het monument staat dat het monument ook slachtoffers herdenkt van hedendaags oorlogsgeweld en hen die zich op wat voor manier dan ook hebben ingezet voor vrede.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!