Deze heuvelrug is tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar bevochten. Tegenwoordig kan men hier een groot aantal loopgraven, bunkers en andere sporen van de strijd bezichtigen. De heuvelrug is vooral bekend geworden om de mijnslag die hier heeft plaats gevonden.
De 1400 meter lange heuvelrug van Les Eparges, met zijn hoogte van 348 meter, was voor zowel de Fransen als de Duitsers van groot strategisch belang. Vanaf de top kijkt men uit over vrijwel de gehele Woëvrevlakte ten oosten van de Maas. Elke vijandelijke troepenbeweging kon hier vandaan gezien en eventueel beschoten worden.
Beheersing van Les Eparges in combinatie met het bezit van Vauquois zou de Duitsers zelfs de mogelijkheid geven de uitstulping, die Verdun in de frontlijn vormde, af te snijden. Zou het lukken de lijn tussen Vauquois en Les Eparges in handen te krijgen én te houden dan was de omsingeling van de regio Verdun een feit! Vanaf 1914 zou om het bezit van de heuvels van Les Eparges en Vauquois fel worden gevochten.
Al op 21 september 1914 werd Les Eparges door Duitse troepen bezet die er al snel versterkingen op aanlegden. De heuvel werd van boven tot onder doorsneden door loopgravenlinies, vanuit versterkingen hielden mitrailleurs het terrein onder schot. De heuvel veranderde al snel in een vesting. Op vijfhonderd meter afstand lagen de Franse militairen. Het dorpje Les Eparges en de ongeveer 250 meter hoge heuvel ten noorden van de heuvel van Eparges was hun terrein.
Tot februari 1915 waren er tussen de Duitsers en de Fransen relatief weinig gevechtshandelingen, vanaf die datum zouden de Fransen vrijwel dagelijks, aanvankelijk zonder veel succes, in de aanval gaan. Franse ‘sapeurs’ (geniesoldaten) waren bezig via onderaardse gangen zware mijnen onder de Duitse linies aan te brengen. Pas toen op 17 februari met een enorme knal een groot gedeelte van de westelijke Duitse eerste linie de lucht in ging, slaagden de Fransen erin een stukje van de heuvel te heroveren.
Dagenlang probeerden de Duitsers tevergeefs en ten koste van enorme eigen en Franse verliezen, het bruggehoofd weer in handen te krijgen. Een reeks enorme ontploffingen, veroorzaakt door mijnen van 20 tot 30 ton explosieven was het begin van een verder Frans offensief.
De dreunen waren soms zo enorm dat behalve het doel, de Duitse linies, er ook regelmatig Franse soldaten mee de lucht invlogen. Er werden kraters geslagen met een diepte tot soms wel vijftig meter.
Het zou tot het eind van de eerste week van april duren voordat de Fransen de gehele westkant van de heuvel opnieuw hun eigendom konden noemen.
De Fransen en de Duitsers zouden de rest van de oorlog over en weer aanvallen en tegenaanvallen uit blijven voeren. Ook de Duitsers werden steeds bedrevener in de z.g. mijnenoorlogvoering. Hele stukken heuvel werden op deze manier opgeblazen. Van veel strijders werd nooit meer iets teruggevonden, ze vlogen de lucht in of werden levend begraven onder de grond die na een explosie vrijkwam.
De Franse en Duitse mannen hadden geen moment rust want de stellingen lagen voortdurend onder artillerievuur. Tijdens de man-tot-man gevechten vochten de soldaten, als de munitie van hun geweren op was, verder met messen en spades. Rustige periodes in de strijd waren soms aanleiding tot angstaanvallen. De vraag kwam dan op of de tegenstander misschien bezig was de positie, waar men verbleef, te ondermijnen.
Men luisterde en luisterde… De strijd om de heuvel van Les Eparges ging door tot september 1918 toen Amerikaanse troepen er aan te pas kwamen de Duitsers definitief te verdrijven. Het dorpje Les Eparges was na de oorlog totaal verwoest.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!