Tekst op het monument:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland ruim zesduizend militaire vliegtuigen neergestort. Vier daarvan zijn op het grondgebied van Boerdonk terechtgekomen, waarvan drie in de hier rondom liggende akkers.
Voor de slachtoffers van de drie toestellen is dit monument opgericht, vlakbij de plaats van het onheil ....
Op de plaquettes vindt u de namen van de getroffenen, bemanningsleden en passagiers.
Op 26 februari 1943 stortte om 21.34 uur bij Boerdonk een Vickers Wellington III bommenwerper (Z1599) van het 426 Squadron van de Royal Canadian Air Force neer langs de Cruysstraat/Hondseind, zo'n 200 meter van de boerderij van M. Pennings. De piloot was F/Sgt. Harold Rands (25), een Canadees.
Hij kwam om bij deze crash, net als vier andere leden van zijn bemanning: F/Sgt. William Wilson Cameron (27), radiotelegrafist en boordschutter, Canadees; Sgt. Richard Edward Dean (21), radiotelegrafist en boordschutter; Sgt. Robert Williams (31), boordschutter. Deze vier liggen begraven in Woensel, graven JJB 29-32. De vijfde gesneuvelde, ook weer een Canadees, was F/O John Philip Monckton (23), navigator en bommenrichter. Hij ligt sinds 21-11-1945 begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, graf XVI F 12, na een eerder graf in Woensel gehad te hebben. Eén bemanningslid zou het hebben overleefd en krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers: boordwerktuigkundige F/Sgt. H.E. Vey van de RCAF, die als enige per parachute aan de overzijde (westzijde) van de Zuid-Willemsvaart landde. Hij kwam terecht bij de boerderij van Marinus Penninx, waar hij werd gevonden door een onderduiker op dat adres. Vey werd gearresteerd door de politie/marechaussee uit Beek en Donk en overgebracht naar het krijgsgevangenenkamp Stalag VIII B / 344 bij Lamsdorf, waar hij op 11 mei 1945 werd bevrijd.
Op 17 juni 1943 kwam om 01.41 uur opnieuw in Boerdonk een Avro Lancaster III neer, niet ver van de plaats waar in februari de Wellington was gevallen. Deze bommenwerper was van het 49 Squadron en werd gevlogen door F/Lt. C.W. Dunnet.
Het was een van de 202 bommenwerpers die die nacht een aanval uitvoerden op Keulen.
De Lancaster ED497 van F/Lt. Charles William Dunnet (24) werd neergeschoten door Hptm. Manfred Meurer in zijn nachtjager van I./NJG 1. De bemanning bestond naast de piloot uit Sgt. Reginald Frank Middlebrook (37), boordwerktuigkundige; Sgt. Robert Gordon Smith (21), navigator; Sgt. Michael Frederick Haley (21), radiotelegrafist/boordschutter; P/O Charles Arthur Edwards, boordschutter; Sgt. William Arthur Dutton (24), bommenrichter; Sgt. Richard Montacute William Selby-Lowndes (20), boordschutter. Het vliegtuig kwam in Boerdonk neer vlakbij de boerderij van de familie Penninx.
Geen van de bemanningsleden heeft deze crash overleefd. Het was hun derde operationele vlucht. Hun stoffelijke resten zijn begraven op het oorlogskerkhof van Woensel. Dunnet ligt in graf EE 69, de anderen meer bij elkaar in de graven JJB 99-104. Het stoffelijk overschot van Dunnet werd pas 11 dagen na de crash gevonden. Hij is dan ook pas op 2 juli begraven. Smith ligt in graf JJB 107.
Op 14 juni 2008 is er bij Boerdonk een herdenkingsplaquette onthuld met de namen van de bemanningsleden.
Op zaterdagnamiddag 23 september 1944 moesten een Waco CG-4A zweefvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht een noodlanding maken in Boerdonk. Het vliegtuig maakte deel uit van de laatste, rechtstreekse bevoorradingsvluchten ten behoeve van de para’s van de 82nd US Airborne Division, die in het kader van de Operatie Market Garden op 17 september in de omgeving van Groesbeek geland waren.
De glider met serienummer 43-39695 van 440TCG/98TCS werd boven Schijndel getroffen door Duitse luchtafweer. De gliderpiloot, F/O Herbert J. Wasson, koppelde zijn zwever los van de trekker en maakte een noodlanding in Boerdonk, halverwege tussen de Zuid-Willemsvaart/kanaaldijk en de Boerdonksedijk in een weiland van H. Bekkers.
In Boerdonk werden de glider-piloot Wasson en vier manschappen door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Dat waren Private First Class David C. Bailey, Corporal Henning E. Lindgren, Corporal George W. Simon en Sergeant Delman Whitt.
Private Walter J. Linehan werd later dood gevonden in het toestel met een kogel door keel en hoofd. Waarschijnlijk was hij al tijdens de vlucht door afweervuur geraakt. Op de maandag daarop hebben leden van het Erpse verzet hem begraven op het r.-k. kerkhof. In juli 1945 is hij samen met een aantal andere Amerikaanse militairen overgebracht naar de tijdelijke Amerikaanse begraafplaats te Wolfswinkel, Son en vandaar overgebracht naar de Amerikaanse begraafplaats te Margraten. In september 1948 is hij herbegraven op het Holy Sepulchre Cemetery te Philadelphia, U.S.A.
De twee laatste infanteristen, Staff Sergeant Lois W. Melvin en Captain Shelby L. White waren ernstig gewond geraakt. De terugtrekkende Duitse troepen hebben de twee ’s nachts achtergelaten in de boerderij van A. van de Berg aan de kanaaldijk (Antoniushoeve) te Boerdonk; deze familie was gevlucht. De twee werden daar op zondagmorgen aangetroffen door de buurvrouw Brans. Haar man Frans waarschuwde via omwegen een commandopost van de Amerikaanse parachutisten in Veghel en vandaar uit werden de twee met ambulances opgehaald en naar een verbandpost/hospitaal overgebracht; zij waren al na korte tijd terug in Amerika.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!