Dit monument herdenkt de omgekomen soldaten en oudstrijders uit Esneux uit de eerste en tweede wereldoorlog.
Tijdens de eerste wereldoorlog kwamen 15 soldaten niet meer terug uit de loopgraven en het slagveld.
BOHON Camille, 21 jaar, soldaat bij het 4e regiment Chasseurs (jagers), overleden aan de gevolgen van granaatscherven te Kaaskerke (West-Vlaanderen) op 14 augustus 1915.
CARA Auguste, 25 jaar, oorlogsvrijwilliger, onderscheiden o.a. met de medaille Ridder in de orde van Léopold II met palmtak, medaille Oorlogskruis met palmtak, sergeant bij het 4e regiment Chasseurs (jagers), overleden aan de gevolgen van granaatscherven te Kaaskerke (West-Vlaanderen) op 18 januari 1918.
CHARPENTIER Jean, 24 jaar, soldaat bij het 6e linieregiment, gesneuveld op 21 oktober 1914 te Lombardsijde (West-Vlaanderen), sindsdien vermist of rust in een onbekend graf.
CHENOT Emile, 28 jaar, soldaat bij de artillerie van de forten van Luik, overleden op 1 april 1919 te Diest (Vlaams Brabant) door een ongeval (onder de trein gekomen), sindsdien vermist of rust in een onbekend graf. NB: Op 1 april 1919 is er nog steeds geen definitief vredesverdrag gesloten. De wapenstilstand van 11 november 1918 wordt pas op 28 juni 1919 met het Verdrag van Versailles bekrachtigd in een officieel einde van de oorlog.
COUNE Felix, 26 jaar, oorlogsvrijwilliger, soldaat bij TASI (brancadierdrager), overleden aan ziekte in het King Albert’s hospital nr. 3 te Londen op 19 oktober 1918.
CREPIN Robert, 25 jaar, soldaat bij het 15e artillerie regiment, overleden aan waarschijnlijk de Spaanse griep in combinatie met longontsteking op 20 september 1918 in hospitaal Cabour te Adinkerke (West-Vlaanderen).
GERADON de Georges, 21 jaar, oorlogsvrijwilliger, soldaat bij het 1e regiment zware artillerie, gesneuveld door granaatscherven op 18 maart 1918 te Pervijze (West-Vlaanderen).
DEMOULIN Charles, 20 jaar, soldaat bij de 3e divisie, gesneuveld te Le Mans (F) op 27 maart 1915.
DORY Armand, 27 jaar, korporaal bij de artillerie van de forten van Luik, overleden tijdens internering in het militair hospitaal te Den Haag, Nederland op 30 augustus 1917 aan longtuberculose. Soldaten (zowel Belgen, Duitsers, Fransen en Britten) die om aan de vijand te ontkomen, of deserteerden, de grens met Nederland passeerden, werden geïnterneerd. Nederland handhaafde hiermee haar volstrekte neutraliteit.
GARSOU A (Hubert), 26 jaar, soldaat bij het 1e regiment Carabiniers , overleden op 29 april 1915 in Instituut Sint Thomas te Leuven aan opgelopen verwondingen op 12 september 1914.
LOMBA Edouard, 25 jaar, korporaal bij het 24e linieregiment, gesneuveld door een schot in het hoofd op 28 september 1918 in de bossen bij Houthulst.
TASSIN Leopold Jean, 29 jaar, soldaat bij de artillerie van fort Embourg (Luik), overleden aan opgelopen ziekte (tering) in een lager (barak) te Münster (D) op 6 mei 1915.
TROUPIN Oscar, 27 jaar, soldaat bij het 14e linieregiment, gesneuveld door een schot in het hoofd op 13 september 1915 te Stuivekenskerke (West-Vlaanderen).
VOS Omer, 49 jaar !, Eerste wachtmeester bij de Gendarmerie, overleden op 31 juli 1917 aan de gevolgen van opgelopen ziekte (paralactische cachexie, vermagering), in het militair hospitaal voor psychiatrie van Dury (F).
Hier is mogelijk sprake van wat tijdens de 1e wereldoorlog bekend is geworden als shellshock, Kriegsneurose, of choque de geurre. Door constante maandenlange blootstelling aan het front aan dood, gewonde en dode of in ontbinding verkerende kameraden, uren- en zelfs dagenlang krijsende kameraden in het niemandsland die om hulp riepen na een mislukte aanval, verminkingen, gewonde en dode of in ontbinding verkerende paarden, ziektes, weinig slaap en eten, eindeloze strijd, de onmogelijkheden om bevelen tegen te spreken, strijdgassen, stank en vliegen konden soldaten op enig moment mentaal breken. Dit kon verschillende uitwerkingen hebben. Van complete hysterie tot stomheid, tics, zelfmutilatie en zelfs zelfmoord in de loopgraven door zichzelf door het hoofd te schieten. Ook zelfmoord tijdens een aanval kwam voor door te opzichtig op de vijand af te lopen. In alle gevallen echter warden de soldaten zo in psychische nood geraakt, door mentale en lichamelijke uitputting dat totaal apathisch werden. Bij officieren werd dit meestal gunstig beoordeeld als gevolg van de strijd. Bij de gewone soldaten werd dit echter toegeschreven aan karakterzwakte en lafheid !
Tijdens de tweede wereldoorlog kwamen 7 soldaten uit Esneux om het leven.
FERETTE Henri, 26 jaar, wachtmeester bij het 1e regiment Lanciers , overleden in militair hospitaal nr. 44 te Tielt (West-Vlaanderen) op 23 mei 1940 aan opgelopen verwondingen.
EVRARD René, 31 jaar, soldaat bij het Regiment de Fortifiée de Liège, fort van Battice, gesneuveld op 21 mei 1940.
SURSON René, 35 jaar, soldaat bij de telegrafie-dienst te Luik, gesneuveld op 21 mei 1940 te Lumbres
HEUSE van de Karel, 21 jaar, soldaat bij het 12e linieregiment, gesneuveld te 24 mei 1940 te Kuurne (West-Vlaanderen).
FAYS Ernest, na terugkeer uit Frankrijk gestorven aan een opgelopen ziekte tijdens zijn diensttijd.
FRANCO Joseph, geen nadere gegevens bekend.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!