Op deze oorlogsbegraafplaats zijn 1548 Russische, Italiaanse, Roemeense en Servische oorlogsgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Allen waren krijgsgevangenen.
Van 1914 tot 1918 was het grootste krijgsgevangenkamp van het Oostenrijks-hongaars leger gevestigd in Esztergom. In het begin van de oorlog werden in de gebouwen van de failliete glasfabriek, waar plaats was voor 1000 personen, 600 burgers van vijandige staten geïnterneerd. Deze werden echter na checks voor het grootste deel vrijgelaten. Vanaf eind augustus arriveerde de eerste Russische en Servische krijgsgevangen, die in eerste instantie werden gelegerd in de barakken.
De toename van krijgsgevangen was dusdanig groot en de verwachting was dat de oorlog snel voorbij zou zijn, dat men besloot ze op het naastgelegen militair oefenterrein achter prikkeldraad te legeren. Het aantal oversteeg al snel de 10.000 en uiteindelijk waren er permanent 30.000 gevangenen. Uiteindelijk zouden er door ziektes rond de 100.000 soldaten sterven die begraven werden op 11 verschillende kerkhoven op het terrein
Uiteindelijk is alleen kerkhof VII nog alleen over waar de stoffelijke overschotten van 1548 Italiaanse, Servische en Roemeense soldaten rusten. De andere begraafplaatsen zijn na de Tweede Wereldoorlog toen dit een Russische militaire basis was verwaarloosd, echter op deze locatie herdenkt men ook de gesneuvelde Russische soldaten tegenwoordig.
Tijdens de 'koude oorlog' was hier de 2nd Guards Mechanized Divisie gelegerd welke op 15 december omgevormd werd naar de 19th Guards Tank division.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!