Het fort bestaat uit twee delen; een hoog gelegen en een laag gelegen gedeelte. Het laag gelegen deel werd gebouwd in 1884 en in 1891 weer verbouwd. Het hoog gelegen deel werd gebouwd van 1887 tot 1894. De twee delen staan in verbinding met elkaar door middel van een tunnel. Aan de overkant van de weg bevinden zich meerdere, kleinere verdedigingswerken. Het fort maakt deel uit van het grote systeem van vestingwerken in Oostenrijk tot de Italiaanse grens, het fort was bedoeld om een aanval richting Toblach tegen te gaan en zo een doorbraak in het brede Pustertal te verijdelen.
Het fort ligt op een hoogte van 1500 meter boven de zeespiegel. Het lager gelegen deel was groter, telde drie verdiepingen en had drie 100-mm houwitsers in gepantserde geschutskoepels (model M 99) en vier 90-mm kanonnen (de M 75/96). Het bovenste gedeelte was kleiner en compacter. De bewapening bestond uit drie 120-mm kanonnen in gepantserde kazematten (model M 80) en twee 90-mm kanonnen (de M 75/96).
Tijdens de oorlog werd het fort door de Oostenrijkse legerleiding als niet bruikbaar beschouwd. Het werd dan ook gedeeltelijk ontmanteld. De artillerie werd buitengezet om betere vuurposities te creëren. Het fort was wel in gebruik als hoofdkwartier van de plaatselijke commandanten. Tijdens de oorlog is het enkele keren door de Italianen onder vuur genomen, maar het vertoont weinig tot geen zware beschadigingen. Op de muur van het onderste gedeelte staat een groot rood kruis; je zou denken dat dit erop wijst dat het fort gebruikt is als hospitaal maar dit is niet juist. Dit kruis is er voor de film over Ernest Hemingway, "A Farewell to Arms", op geschilderd.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!