Het monument voor Titus Brandsma is opgericht ter nagedachtenis aan pater Titus Brandsma die op 26 juli 1942 in het Beierse concentratiekamp Dachau is omgekomen als martelaar van het geloof.
Al in een vroeg stadium waarschuwde Brandsma via publicaties in dag- en weekbladen en tijdens lezingen en colleges voor de gevaren van het opkomend nationaal-socialisme. Hij veroordeelde de anti-Joodse maatregelen van het Hitler-regime reeds voor de bezettingstijd. Zo was hij medio 1936 enige tijd lid van het door Nederlandse geleerden en kunstenaars opgericht Comité van Waakzaamheid tegen het nationaal-socialisme.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam Brandsma als aalmoezenier van de Nederlandse Katholieke Dagbladpers al spoedig in conflict met de bezetter na het schrijven van richtlijnen voor de katholieke journalisten. De samenwerking met de Utrechtse aartsbisschop dr. Jan de Jong was zeer groot, aangezien deze twee grote katholieke voormannen op dezelfde golflengte zaten.
Toen de bezetter het verbod uitvaardigde om Joodse leerlingen op de scholen toe te laten, ging er direct een brief naar alle schoolbesturen met de mededeling dat de kerk geen onderscheid kende van geslacht, volk of ras. Op 18 december 1941 ging het bericht uit dat de rooms-katholieke kranten advertenties van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) moesten weigeren op principiële gronden.
Als gevolg van deze verzetsactiviteiten werd Brandsma op 19 januari 1942 gearresteerd door de Gestapo en overgebracht naar de Scheveningse strafgevangenis. Vervolgens belandde hij via kamp Amerfoort en de strafgevangenis Kleef in concetratiekamp Dachau. Na enkele weken vol ontberingen en mishandelingen werd hij uitgeput en doodziek in het kamphospitaal opgenomen. Na wat medische experimenten maakte een kamparts op 26 juli 1942 met een dodelijke injectie daar een einde aan zijn leven.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!