Op 10 april 1945 zocht Gezinus Udding naar een hol in de grond, waarin zich onderduikers hadden verstopt. Toen hij dit hol had gevonden, was het dichtgegooid met verbrand hout en aarde. Ook vond hij een grote plas bloed. Het hol, waar de onderduikers (de zogenaamde K.18) zich in hadden verstopt en dat in oktober 1944 door de Sicherheitsdienst uit Groningen was uitgeroeid, was dichtgemaakt. Toen het hol gedeeltelijk werd uitgegraven, ontdekte men dat er mensen in waren begraven, er werden tien lichamen gevonden. Alle slachtoffers waren door een nekschot gedood.
Zondagochtend de 8e april, vroeg om 4 uur, werden de 10 verzetsstrijders uit het Huis van Bewaring in Groningen in een vrachtauto geladen en onder bewaking van SD’ers naar het Evertsbos bij Anloo gebracht.
Dit zijn de namen van de mannen die bij het hol zijn geëxecuteerd :
P. Schreuder, kledinghandelaar uit Groningen;
B. Bosma, landbouwer te Nieuwolda;
J. Walvius, luitenant-controleur voedselvoorziening uit Groningen;
J. Bolhuis, zaadhandelaar uit Groningen;
C. Wiegers, opperwachtmeester bij de Marechaussee uit Finsterwolde;
W.A. van der Berg, Delfzijl;
T.H. Bouwman, landbouwer te Uithuizen;
J. Driegen, hoofdcommies invoerrechten en accijnzen in Nieuwe Schans;
A. Elema, landbouwer te Usquert en
J. Helmig, filiaalhouder in Groningen.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!