Op de Roeselaarse Erebegraafplaats liggen 257 oorlogsslachtoffers uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, zowel burgerlijke als militaire. Eén van deze slachtoffers is een politieagent die tijdens de bevrijding van Roeselare (7 september 1944) sneuvelde.
De meeste burgers stierven door het oorlogsgeweld van mei 1940. Ook rusten er slachtoffers van bombardementen en enkele burgers die stierven tijdens de bevrijding.
Het Duitse leger viel op 19 oktober 1914 de stad Roeselare binnen. De Duitsers werden beschoten vanuit de huisjes aan de Ardooisesteenweg. De Duitsers dachten dat de burgers zelf de wapens hadden opgenomen. Door de onvermoede tegenstand van de Franse troepen reageerden de Duitsers hun woede en ongeloof af op de Roeselaarse burgers. De burgers werden uit hun huizen gesleurd, aangerand en gedood. Uiteindelijk lieten 38 onschuldige burgers het leven. In de volksmond kreeg deze duistere dag de naam ‘Schuwe Maandag’.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!