Calais werd in september 1944 bevrijd door het 1ste Canadees Leger dat samen met het 2de Britse Leger deel uitmaakte van de XXI Britse Legergroep onder bevel van Generaal Montgomery. In deze Legergroep zaten ook de Poolse 1ste Pantserdivisie, de Belgische Infanteriebrigade Piron, de Nederlandse Prinses Irene brigade en de 1ste Tsjechoslowaakse Pantserbrigade.
Zij stonden in voor de bevrijding van de linkerflank langs de kanaalkust waardoor een meerderheid van de slachtoffers die hier begraven liggen tijdens deze gevechten sneuvelden.
Er worden 699 gesneuvelden herdacht waarvan 674 van de Commonwealth daarvan zijn er 580 Canadezen. Daarnaast zijn er ook 6 Tsjechoslowaken en 19 Polen bijgezet. Er liggen 30 niet geïdentificeerde slachtoffers.
In Perk V – Rij C -9 is een gemeenschappelijk graf voor 5 leden van de bemanning van een Avro Lancaster PB 129 van het 405ste Squadron RCAF die ter hoogte van Ambleteuse (Cap Gris Nez) door FLAK neergehaald werd. Zij maakten deel uit van 531 vliegtuigen die een dag bombardement op de kanonnen van de batterij Todt te Audinghen moesten uitvoeren.
Zij werden het slachtoffer van een "blue on blue" aanval. Nadat 3 bemanningsleden zich met een parachute hadden weten te redden maakte het vliegtuig met volle bomlading een crashlanding waarna ze door daaropvolgende vliegtuigen als doel aanzien werden.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!