Het eiland Cézembre, enkele kilometers uit de kust van Saint-Malo werd tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van de Atlantikwall en de Festung Saint-Malo zwaar versterkt met bunkers en artillerieopstellingen. De zware kanonnen konden samen met die van de Batterie Lotharingen op Jersey de toegang tot de haven van Saint-Malo, de monding van de Rance Rivier en de baai van Saint-Michel controleren.
Toen het Amerikaanse leger in augustus 1944 vanuit land Saint-Malo naderde, werden zij vanaf Cézembre zwaar beschoten. Het eilandje werd op 13 augustus zwaar gebombardeerd waarbij voor het eerst in Europa napalm werd gebruikt. Dit bombardement was weinig effectief en in de weken daarna volgenden steeds nieuwe bombardementen maar omdat die niet leidden tot overgave werden er plannen voor een amfibische operatie gemaakt. Het lukte de Kriegsmarine echter niet meer om het eiland nog voldoende te bevoorraden. De situatie werd voor het circa 400 uit Duitse en Italiaanse militairen bestaande garnizoen uiteindelijk onhoudbaar. Er waren talloze gewonden en de waterreservoirs waren vernield. Op 2 september gaf de Duitse commandant, Richard Seuss zich met grote tegenzin over aan het Amerikaanse leger.
Totaal vielen er ca. 20.000 ton bommen op het kleine eiland. Decennia lang is het eiland militair- en afgesloten gebied geweest vanwege onontplofte bommen en mijnen. In de jaren daarna zijn er door het Franse leger diverse opruimoperaties geweest, en het eiland weer toegankelijk. Echter is nog steeds een deel van het eiland verboden terrein. In het landschap zijn nog overal de sporen van de beschietingen en restanten van verdedigingswerken te zien.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!